Recensie: Sta of dans je op het strand met K. Schippers?

20 juli 2021 , door Daan Stoffelsen
| |

K. Schippers’ proza heeft iets onnavolgbaars. Het springt van gedachte op gedachte, zinnen worden telkens door andere mensen elliptisch afgemaakt met een beletselteken, en het decor en de personages schuiven alle kanten op. Zijn laatste roman heet Nu je het zegt. Een zoektocht naar het oude huis van een Duitse kunstenaar in Londen loopt uit, via ontmoetingen met een ondertitelaarster, een Vietnamese schilder, een presentator en een naamloze, aantrekkelijke Vietnamese vrouw, op een zoektocht naar de autobiografie van de taal. Het is prachtig, ontroerend, rijk, onbegrijpelijk, fragmentarisch.

N.B. Deze bespreking is doorgeplaatst van De Revisor. Lees ook een fragment uit Nu je het zegt. Eerder publiceerden we voor uit Andermans wegen, Straks komt hetTot in de verste hoeken, Niet verder vertellen, Voor jou, Op de foto, De bruid van Marcel Duchamp. Lees verder ook Marleen Louters bespreking van Tellen en wegen, aangevuld met Poëzieweekgeschenk Buiten beeld, en Anneke Reijnders algoritmerecensie met Poeder en wind.

De taal tussen twee kaften

K. Schippers voert overleden personages op als gesprekspartners in een verhaal van nu. Er staan foto's uit 2018 in, terwijl de Vietnamese schilder Le Phô en Bert Schierbeek toch echt niet meer onder ons zijn. Die discrepantie moet je al accepteren. Het verhaal is daardoor al minder begrijpelijk, maar het komt hierop neer: K. Schippers, Gerard Stigter, de ik, zwerft wat rond in Londen, vangt bot in zijn zoektocht maar ontmoet die interessante mensen, en dan keert hij terug naar Nederland, op naar een klein museum in Bergen waar Le Phô geëxposeerd zou kunnen worden. Ondertussen sluipt een derde doorzichtige gesprekspartner ertussendoor: de taal dringt zich op.

‘Ik vertrouwde al jong niet hoe een ander over mij praat, doe het liever zelf, al lukt je dat nooit helemaal. Het wordt tijd dat ik aan het woord kom, onaangelengd met problemen van anderen. Wat krijg je dan?
M’n eigen taal, die ik tot nu toe heb gehoord en gesproken, van niemand anders.’

Later:

‘De taal is m’n zuurstof, als ik iets lees of beschrijf, ben ik er, een spitssnuitdolfijn kan z’n adem onder water twee uur inhouden. Soms dompel ik me in de taal tussen twee kaften, die in stilte op me wacht.’

Is ze een gesprekspartner of een extra verteller?

‘Hoe is het als woord in een zin te staan en in welke. Kan me beter stilhouden, wat moeilijk is als ik er steeds moet zijn. Je vergeet me wel, als de lucht die je inademt, vloer onder je voeten, hemd tegen je rug. Je voelt het niet meer, terwijl het er wel is, denkt er niet aan of er moet iets beschadigd zijn.’

Dat elliptische, de twijfel over wie ik en je zijn. Een collage van gedachten, noemt K. Schippers het in Het Parool, en hier is het gewoon in één zin, gescheiden door een komma, hij versnelt…

De ruimte om je heen, de taal zelf

… zoals hij ook kan vertragen door zinnen niet af te laten lopen, sprekers in elkaar over te laten gaan, zoals hier de schilder (Le Phô) en de presentator (Dodo)…

‘“Het witte Durgerdam, net even uit het niets, Nescio, 31.8.55,” herinnert Dodo zich.
“…zoals je de ruimte om je heen ziet…”
“…de taal niet meer kan gebruiken…”
“…wat moet je dan doen…”
“…de taal zelf aan het woord laten,” zegt Dodo, staat op en richt z’n arm uitnodigend naar mij.
“Er is al zo veel uit mijn naam gedaan dat ik het er niet over wil hebben,” begin ik en loop naar voren. “Op het eind schemeren de andere namen door de alinea’s heen. Praat je over het strand waar je op staat, wat gaat erin schuil, nat, dan, rand, sta of dans je op het nabije, als in deze zaal.”’

Een zoekende dialoog… en als de ik dan zelf aan het woord komt, Gerard Stigter, K. Schippers, dan zijn het intrigerende zinnen. Het schemeren van namen (zijn overleden broer? ‘Zonder mijn broer valt elk woord uit elkaar, bestaat het nog maar voor de helft.’ De Barbarber-kameraden?), en dat taalspel met het strand, geweldig. De lucht die de schrijver er doorheen blaast, dwingt je tot goed lezen, maar de taal en de werkelijkheid worden er rijker van.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en hoofdredacteur van De Revisor.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum