Recensie: Célines nieuw ontdekte Guerre is een ruw en rauw oorlogsverslag

08 september 2022 , door Arjen van Meijgaard
| |

Het manuscript Guerre van Louis Ferdinand Céline (1894-1961) is onlangs boven water gekomen. Het maakte onderdeel uit van de 6000 bladzijden tekst die in 1944 uit het huis van de schrijver gestolen werden, toen hij en zijn vrouw moesten vluchten voor de bevrijders van Frankrijk. Het aangrijpende oorlogsboek is nu met een verklarende namen- en woordenlijst en enkele foto’s van het handgeschreven manuscript door Gallimard op de markt gebracht. De uitgever beriep daarbij zich op een contract dat in 1961 was afgesloten met de weduwe van Céline, dat alles van diens hand bij Gallimard zou verschijnen.



Die weduwe speelt op de achtergrond een belangrijke rol. Het is niet voor niets dat het nu pas teruggegeven werd aan de erven van Céline. Zij overleed in 2019 op 107-jarige leeftijd en om te voorkomen dat zij zou profiteren van de opbrengsten, wachtte de bezitter met de teruggave ervan. Waarom? Ze had nooit afstand genomen van de antisemitische denkbeelden van haar man. En dat het iets zou opbrengen, was wel zeker. De schrijver is immers, ondanks die denkbeelden, een van de grootste en belangrijkste schrijvers van Frankrijk van de vorige eeuw. In Guerre is overigens nog niets van zijn antisemitisme te merken.

De oorlog in zijn hoofd

Het verhaal is geschreven na het meesterwerk Reis naar het einde van de nacht (1932) en heeft dezelfde aangrijpende en soms schokkende oorlogsthematiek. De lezer wordt vanaf de eerste bladzijde overdonderd door de ellende van de Eerste Wereldoorlog. Ferdinand, het alter ego van Céline, is met zijn regiment beschoten in een Belgisch dorpje en lijkt de enige overlevende te zijn. Hij is er slecht aan toe, het bloed stroomt uit zijn schouder en zijn knie. Overal liggen halve en hele lichamen, kanonnengedonder klinkt op de achtergrond. ‘J’ai appris à faire la différence entre les bruits du dehors et les bruits qui ne me quitteraient plus jamais.’

De oorlog zit in zijn hoofd. Voorgoed. Het is vele malen erger dan de verwondingen, die voor het grootste deel te genezen zijn. Dat gebeurt uiteindelijk in een Vlaams hospitaal waar hij goed verzorgd wordt. Een charmante nachtzuster zorgt voor de nodige seksuele afleiding, maar de oorlog gaat in zijn hoofd onverminderd door. Geluid blijft voor hem onlosmakelijk verbonden met de strijd waar hij twee maanden aan deelnam:  ‘J’avais appris en deux mois à peu près tout les bruits de la terre et des hommes.’

Seksuele escapades en gevloek

In de ziekenboeg sluit Ferdinand vriendschap met ene Bébert, die later in het verhaal ook Cascade genoemd wordt. Deze Bébert neemt het niet zo nauw met de liefde en ‘leent’ zijn vrouw uit aan Ferdinand. Met de liefde, als je de seksuele escapades daaronder mag verstaan, heeft Ferdinand nog niet veel ervaring.

‘Je sortais du néant de la merde avec un mignon ! Et pourtant j’avais pas de mignon. J’en avais jamais eu dans ma putain de vie de mignon, c’est le cas de le dire. C’était un coup de tendresse qui me remontait fort et qui de près met dégoûtait [de l’entendre].’

Guerre is een hard en indringend oorlogsverhaal dat verteld wordt vanuit de herinnering, die niet altijd te vertrouwen is: ‘À tant d’années passées le souvenir des choses, bien précisément, c’est un effort. Ce que les gens ont dit c’est presque tourné des mensonges. Faut se méfier. C’est putain le passé, ça fond dans la rêvasserie.’
Maar ondanks dat, of juist dankzij die dagdromerij waar het verleden in kan veranderen, is het uitermate beeldend beschreven, met veel grove en groteske metaforen, vol gevloek en platitudes in de dialogen die door dat gevloek ook relativerend en soms zelfs grappig zijn.

Autobiografisch? Publicabel? Huiveringwekkend

Lichamelijk komt Ferdinand er weer bovenop, maar de gekte in zijn hoofd blijft. Na een onverwachte onderscheiding voor zijn soldatenmoed, een diner met zijn ouders en geruzie tussen Bébert en zijn vrouw met een standrechtelijke executie tot gevolg, verlaat hij uiteindelijk Frankrijk om naar Engeland over te varen.

In het voorwoord wordt geschetst in hoeverre de verhaallijn overeenkomst met het leven van Céline. Dat zal ongetwijfeld veel zijn, je moet een oorlog hebben meegemaakt om er verder op door te kunnen fantaseren. In het nawoord wordt terecht opgemerkt dat het onmogelijk is om te weten of Céline het had willen uitgeven en wat hij er dan nog aan had zullen veranderen. Die vraag zal voor altijd onbeantwoord blijven, maar dat het om een belangrijk werk gaat, is wel duidelijk. Het verhaal vult een leemte in het leven en oeuvre van de schrijver, zo wordt er betoogd.

Maakte Reis naar het einde van nacht of Dood op krediet diepe indruk? Lees dan zeker Guerre en huiver van deze ruwe en rauwe Céline. Ruw omdat hij er ongetwijfeld nog wat aan geschaafd zou hebben, rauw omdat de oorlog eigenlijk niet anders verwoord kan worden. En wat er ook uit blijkt: het geweld, de ellende, het uitzichtloze en vooral het zinloze van een oorlog is helaas tijdloos.

Arjen van Meijgaard schrijft proza en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere Tzum en zijn eigen blog, arjenvanmeijgaard.com.

pro-mbooks1 : athenaeum