Recensie: Lucy Stranges zusje uit het Verzonken Moeras laat zich niet intomen

31 mei 2022 , door Daan Stoffelsen
| |

In Lucy Stranges vierde jeugdroman (10+) De zusjes uit het Verzonken Moeras (Sisters of the Lost Marsh, weer soepel vertaald door Aleid van Eekelen-Benders) dompelt ze ons onder in een sprookjesachtig moeras. Zes zusjes leven onder een vloek, die hun wrede vader moet uitvoeren. Hij huwelijkt zijn oudste uit aan een rijke, tweemaal zo oude man, maar dan komt het circus en verdwijnt ze. Willa, onze twaalfjarige vertelster, een typische Strange-heldin, gaat haar zoeken en moet uiteindelijk een mythische strijd aangaan. Deze ‘gothic’ familiequeeste is heel spannend, zegt mijn tienjarige, en ook wel eng.

N.B. Eerder besprak Daan Stoffelsen De geest en het meisje.

Willa

Het boek opent met de komst van Flint, een mooi wit paard dat papper in ruil voor de oudste dochter, Grace, krijgt. Willa krijgt slaande ruzie met haar vader over de deal.

‘You sold our Grace!’ I screamed at him as he shoved me out of the kitchen door. ‘Daughter-pedlar!’ I bellowed from the middle of the stinking puddle I landed in. ‘You PIG!’
It was a terrible cold night, so I had to shelter in the henhouse. My thoughts raged around and around – louder than the winter wind, and wilder too. The anger kept me warm though, at least for a while.
It was very late and the shivering was bone-deep by the time the triplets managed to get to the kitchen door to let me in.

‘Je hebt onze Grace verkócht!’ schreeuwde ik tegen hem terwijl hij me door de keukendeur naar buiten duwde. ‘Dochterventer!’ brulde ik vanuit de stinkende plas waar ik midden in rolde. ‘Várken dat je bent!’
Het was een gruwelijk koude avond, zodat ik beschutting moest zoeken in het kippenhok. Mijn gedachten maalden maar door – harder dan de winterwind, en woester ook. Die woede hield me wel warm, in elk geval een poosje.
Het was al heel laat en ik rilde tot op mijn botten toen de drieling bij de keukendeur wist te komen om me binnen te laten.

[Lees de eerste pagina’s (PDF) van Sisters of the Lost Marsh bij Chicken House Books en De zusjes uit het Verzonken Moeras bij Uitgeverij Gottmer.]

Willa’s rechtvaardigheidsgevoel karakteriseert haar. De kracht van Stranges werk zit in de sterke meisjes, de sterke vrouwelijke personages. Ze lezen, ze denken na, ze wijken niet, ze ‘laten zich niet intomen’. Er is een wijze opoe, een van de jongere zusjes, Darcy, is even wijs als speels, en Willa’s overleden moeder, die belangrijke mythische verhalen opgetekend heeft, komt tot leven.

Schematisch en structuur

Daartegenover staat dat de slechteriken wat schematisch blijven (al draait papper wat bij), en alles minder detail lijkt te hebben dan Stranges vorige romans. We missen handvatten als wat de zusjes lezen (geen Shakespeare of Carroll ditmaal) of het landschap (de Romney Marsh heeft heden ten dage iets Hollands, maar in het boek overheerst vocht en duisternis). En de vage tijdsbepaling is een voordeel — het is een verhaal dat zich net zo goed in de zestiende als de vroege twintigste eeuw kon afspelen — en een nadeel, je tast in een onomschreven duister. Stranges eerdere romans waren meer historische romans.

Maar dat zijn mineure kanttekeningen. Strange schrijft boeken die je door wil lezen, uit wil lezen - eigenlijk een handicap voor de voorlezer met een slaaptijddeadline. Haar scènes zijn levendig en overtuigend, en telkens spannend. Ze structureert het boek knap in de delen Midwinter (de verdwijning van Grace), Voorjaar (de queeste en thuiskomst) en Midzomer (alles komt bij elkaar), laat de slechte behandeling door Grace’ aanstaande van Flint echoën in de leuze van de zusjes: ‘Wij laten ons niet intomen.’ (Het komt, legt Strange uit, van een officieuze stelregel uit Sussex, ‘We wunt be druv’.)

Spannend en eng

En eng? Het enge van dit ‘gothic plattelandssprookje’, zoals Strange het boek zelf noemt, zat hem voor de tienjarige gek genoeg eerder in die boze verloofde, Silas Kirby, dan in de rijke en reële moerasmythologie van geesten en de Moeraskoning. En meer dan een half boek lang dacht ikzelf: dit gaat over verhalen en bijgeloof, over angsten en ze overwinnen. Als Willa haar zus gaat zoeken, en voor het eerst weggaat uit het dorp, komt ze in dorpen waar hier de angst voor de bloedmaan alomaanwezig is, en daar die voor moeraskoorts. Ach, maar angsten, denk je - en dan krijgt Willa inderdaad malaria. De reis dwars door een moeras die daarop volgt is heel akelig, maar steeds kun je blijven geloven dat het ingebeeld is. Pas in het slot blijkt, meer nog dan in De geest en het meisje (The Ghost of Gosswater), één verhaal in ieder geval werkelijkheid.

Van Eekelen-Benders heeft het (deels verzonnen) dialect teruggebracht tot termen als ‘papper’ en ‘mammer’, maar weet wel Stranges lekkere rijm te behouden, of compenseren: ‘My thoughts raged around and around – louder than the winter wind, and wilder too. The anger kept me warm though, at least for a while.’ wordt ‘Mijn gedachten maalden maar door – harder dan de winterwind, en woester ook. Die woede hield me wel warm, in elk geval een poosje.’ Ook in het Nederlands loopt dit proza heerlijk, een genoegen om (voor) te lezen (de Britse leeftijdsaanduiding, 9+, durf ik ook wel aan). Dus al is De zusjes uit het Verzonken Moeras meer een sprookje dan een historische roman, door Stranges typische heldin en grootse verteltalent is ook deze vierde roman een spannende aanrader.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en hoofdredacteur van De Revisor - en vader van twee.

pro-mbooks1 : athenaeum