Recensie: Onze kinderen is Van Marissings begrafenisrede: lief, verdrietig, woedend

09 mei 2022 , door Daan Stoffelsen
| |

De titel van de vierde roman van Renée van Marissing, redactielid van Terras, blijft een boek lang vragen oproepen. Onze kinderen is het verhaal van twee volwassen dochters, Mia en Iris, en hun vader. En van Mia en Sally, want Sally krijgt een kind. Maar het gaat meer over onze ouders, wie zij zijn en wat ze kunnen doen, over warmte en afstand, alcoholisme en opvoeding.

N.B. Dit stuk is doorgeplaatst met lichte wijzigingen van de website van De Revisor, bij gelegenheid van Van Marissings nominatie voor de Libris Literatuurprijs 2022Op onze site publiceerden we voor uit Onze kinderen. Eerder publiceerden we voor uit Parttime astronaut.

Warme herinneringen

Het verhaal begint lief.

‘De buik van mijn vader is zachter dan die van Sally, maar in omvang zijn ze elkaars gelijke. Als ik mijn vader omhels, voel ik zijn buik. Het is een prettig gevoel, hij heeft hem al zolang ik me kan herinneren. Toen ik een jaar of vijf, zes was, zaten mijn hoofd en zijn buik op dezelfde hoogte. Als ik dan mijn armen om hem heen sloeg, lukte het niet mijn handen elkaar te laten raken en als ik mijn oor tegen zijn overhemd drukte, kon ik soms de geluiden binnen in hem horen.
Sinds een jaar of twintig scheelt het nog maar een paar centimeter in lengte tussen hem en mij.
Als je een ei op je hoofd zet, zijn we even lang, zegt hij.
Ze zitten naast elkaar op de bank, mijn vader en Sally.
Twee blote buiken, ze hebben hun kleren omhooggetrokken.
Ze lachen, naar elkaar, naar mij, naar de telefoon waarmee ik een foto maak.’

Dít is een warme herinnering, toch? Van Marissing schrijft ongecompliceerd, maar haar vakmanschap openbaart zich in de opbouw van de roman. Want na dit eerste hoofdstuk, waarin Mia uit eten gaat met haar vader die slecht blijkt te kunnen slikken, zijn we opeens op een begrafenis. Zijn begrafenis. ‘Iris heeft haar toespraak in lettergrootte 16 geprint en na elke zin een enter ingevoegd, zodat ze de draad niet kwijtraakt tijdens het spreken. Ze praat tegen onze vader, af en toe knikt ze met haar hoofd zijn kant op, maar het lukt haar niet naar de kist te kijken.’

De genuanceerde geschiedenis van een gebroken gezin

Mia’s onbevangen blik toont ons de uitvaart, de eerste reacties: ‘Mooi gesproken, net, zegt een vrouw. Ze is Fries, hoor ik. Een heel andere kant van Nico. Dank u wel, zegt Iris. Is dat zo, een andere kant? vraag ik. Ja toch, zegt de vrouw.’ Het is het begin van een kanteling, die Van Marissing onder de oppervlakte laat gebeuren. Dat warme gevoel van die eerste paragraaf blijft wel, door Mia’s geestige, laconieke observaties, maar pas laat realiseer je je waarom het leegruimen van het vaderlijke huis zo’n gedoe is, waardoor Mia zo weinig betrokken lijkt bij de zwangerschap van haar vriendin.

‘Ik durf het bijna niet te zeggen, maar van alle herinneringen aan papa die de laatste tijd komen bovendrijven is er niet één gezellig, zegt Iris.’

Onze kinderen is meer dan een warm, bedaagd boek, het is een genuanceerde geschiedenis van een gebroken gezin, van emotionele afstand en alcoholisme. Gedurende het boek herinnert Mia zich meer, van kinderdagen in de kroeg, nieuwe gezinnen waarin Mia en Iris niet pasten, verwaarlozing, een auto-ongeluk. Nee, de kinderen is niets écht aangedaan, maar dat maakt deze vadergeschiedenis niet minder pijnlijk.

Van Marissings kracht ligt in de combinatie van haar lichte toon en de zware thema’s, en onwillekeurig denk je: dit boek is de begrafenisrede van Mia, een gemengd verhaal, lief, verdrietig, woedend. Ik kan me de woedende toespraak uitstekend voorstellen, maar het mooie is dat ook aan het slot van het boek, als je die heel andere kant hebt gezien, toch de warmte van het begin navoelt.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en hoofdredacteur van De Revisor.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum