Recensie: Brutaal en onverwoestbaar vrolijk: Hanna Kraans voorleesklassieker Ik ben Krik, Krik ben ik

06 juni 2023 , door Daan Stoffelsen
| | |

52! Natuurlijk staan er ook pure voorleesboeken in de Grote Vriendelijke Honderd. Boeken voor kinderen die zelf nog net niet kunnen lezen als Sjoerd Kuypers Robin en Hanna Kraans Hier is de boze heks (14). En Ik ben Krik, Krik ben ik, een vrolijke bundel verhalen rondom een eekhoorn, de ijdele merel Melle en de mopperige pad Domper.

N.B. Op Athenaeum.nl proberen we zoveel mogelijk boeken van de GV100 recht te doen met recensies, aanbevelingen en fragmenten. Lees bijvoorbeeld Daan Stoffelsen over Robin of Annick van Kessel over Het sleutelkruid.

‘Hee, het bos houdt op.’ Eekhoorn Krik komt na een lange tocht van boom tot boom aan en verwoordt een vertrouwd sentiment (als iemand nog een tip heeft voor huurders met een boshuisdroom, mail gerust): ‘Wat een mooie tuin. En vlakbij het bos. Hier wil ik wel wonen.’ Hij ontmoet er al snel Domper, die een duidelijke bezoekregeling heeft, met twee bordjes: ‘Voor 12 uur niet storen.’ en: ‘Na 12 uur niet storen.’
En Melle, die altijd hard en mooi zingt, over zichzelf. Zijn liedjes (‘Hier zing ik mijn hoogste lied / voor de kikker in het riet. / Voor de krekel en de mier / zing ik mijn liedje hier.’) concurreren met de Krikliedjes (‘Een walnoot is geen hazelnoot / een eik is geen kastanje / een beukennootje is niet groot / en rood is niet oranje.’).

En hij leert de mensen in het huis kennen: Petje, Staartje en de Keizer (staat op het bordje bij de voordeur!) en de keizerin. Eigenaardige types, als je het Krik vraagt, met gekke gewoontes. Zijn frisse blik op onze vaste rituelen is heerlijk, en Kraan gebruikt geen woord te veel.

‘Onder een struik lag een ei, in lichtblauw zilverpapier.
“Raar,” zei Krik. “Wie pakt er nou een ei in?”
Hij peuterde het zilverpapier los.
“Een bruin ei!”
Krik rook eraan.
“Maar dit is geen echt ei. Dit ruikt zoet.”
Hij streek het zilverpapier weer glad.
“Dat moet ik aan Melle laten zien.”’

Ook een luidruchtig tuinfeest of een rokende opa weet hij te ontregelen, met goed gemikte noten of het water uit een uitgewrongen staart. Het net-niet-contact met de mensen is de grootste attractie in Ik ben Krik, Krik ben ik (ook een Krikliedje, trouwens), een variant op de fabel: Krik, Melle en Domper zijn niet zozeer mensen met een vacht of veren of een wrattige huid, als wel dieren die de mensen zien zoals ze zijn. (De nieuwe kleren van de Keizer, zou je zeggen, maar zo confronterend als Andersen is Kraan absoluut niet.) Een tussenstap tussen mensenverhalen, de sprookjes (De boze heks, Het sleutelkruid) en de pure dierenverhalen van Toon Tellegen (niet in de Grote Vriendelijke Honderd?). Er zijn ook verhalen zonder mensen, en dan zijn de drie tuinbewoners gewoon net mensen.

Maar Melle en Domper kennen de mensen al langer. ‘“Daar lagen ze niet zomaar,” grinnikte Melle. “Het is Pasen. Dan verstoppen de mensen paaseieren en dan moeten de kinderen...” De tuindier vloog open de kinderen holden naar buiten.’ Natuurlijk legt Krik de paaseieren terug als hij merkt wat voor teleurstelling hij veroorzaakt heeft. En eigenlijk komen alle verhalen gewoon goed, dankzij de brutale acties en onverwoestbare vrolijkheid van de eekhoorn.

De compacte, precies kloppende zinnen, de herkenbaarheid van de situaties en de fleurige tekeningen van Mies van Hout helpen ook: de boeken van Kraan (1946-2011) zijn voorleesklassiekers, en wat mij betreft constante waarden in de Grote Vriendelijke Honderd.

Daan Stoffelsen is webredacteur van Athenaeum.nl en vader van twee.

pro-mbooks1 : athenaeum