Recensie: Bloemlezing over de kunst van het essay inspireert

30 november 2015 , door Martien Versteegh
| | | | | | | | | | | | | |

Zo'n 5000 jaar geleden werd de beschaving van de Sumerianen weggeveegd door een overstroming. Maar Ziusudra overleefde die ramp en zette zijn gedachten op papier. Sommige mensen zeggen dat hij de eerste was die literatuur schreef. Maar John D'Agata, de auteur van The Lost Origins of the Essay, ziet er meer in, zegt martien versteegh.

'I think that Ziusudra did something more important. I think his list is the beginning of an alternative to nonfiction, the beginning of a form that's not propelled by information, but one compelled instead by individual expression - by inquiry, by opinion, by wonder, by doubt. Ziusudra's list is the first essay in the world.'

'The List of Ziusudra' is dan ook het eerste essay in de bundel, waarin D'Agata op zoek gaat naar de oorsprong van een schrijfvorm waar hij duidelijk verliefd op is. Hij brengt een ode aan een genre, dat volgens zijn maatstaven veel breder is dan soms wordt gedacht. In zijn ogen is het essay een kunstvorm en het is moeilijk hem daarin geen gelijk te geven als je de teksten leest die hij heeft uitgekozen. D'Agata zelf is de gids, die elke auteur introduceert en hun teksten in een bredere context plaatst. Die teksten zijn zo divers, zo uiteenlopend, dat niemand elk essay even mooi kan vinden. Geen probleem. Je slaat het gewoon over en maakt een sprong in tijd en ruimte naar de volgende auteur.

Feitelijk vormen de inleidingen van D'Agata samen ook een essay. En zoals dat hoort bij een goed essay zet hij je aan het denken en zul je het soms met hem eens en soms niet. Hoort de tekst van Ana Hatherly wel thuis in dit boek of is het - zoals vele menen - toch eerder fictie? De grenzen tussen de genres zijn niet altijd even duidelijk. Dat is feitelijk ook de boodschap van de samensteller van dit boek. Een essay geeft niet per definitie antwoorden. Het roept eerder vragen op.

Hoewel hij het niet met zoveel woorden zegt, lijkt D'Agata deze juweeltjes ook te verzamelen uit een soort van heimwee. Voor dit boek, stelde hij al The Next American Essay samen, en er volgt nog een derde deel in de serie: The Foundations of the American Essay. De laatste tekst die hij heeft opgenomen in dit tweede deel is 'Seven Walks' van Lisa Robertson uit 1975. Zijn er daarna geen goede essays meer verschenen? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat hij van die mening is, al is het alleen maar omdat hij zelf het genre veelvuldig beoefent.

Maar hij raakt een gevoelig punt met zijn verhaal over Jonathan Swift's satire 'A modest proposal'. Hierin stelt Swift - als oplossing voor de honger in Ierland - dat alle eenjarige kinderen als voedsel moeten worden geserveerd. De uitgave was in 1729 immens populair, maar in 1984 werd Peter O'Toole van het podium gejouwd toen hij dit essay voor begon te dragen aan een publiek in Dublin. 'Are we more gullible these days,' vraagt D'Agata zich af. 'Or is it that we've tied the essay so inexorably to "nonfiction" that we now have trouble believing it's even capable of metaphor?' Hoe het ook zij, zijn zoektocht eindigt dus in 1975, nadat velen de revue zijn gepasseerd, sommigen verwacht (Petrarca, Beckett, Montaigne, Cortazár), anderen misschien minder voor de hand liggend (Sei Shonagon, De Quincey, Ginzburg). Wie weet heeft D'Agata wel plannen voor een boek over het essay van deze tijd en kunnen we ons verheugen op nog zo'n pil vol uitdagende teksten. Ik kan het alleen maar hopen, want ik ben opnieuw verliefd geworden op het genre.

Martien Versteegh studeerde Romaanse Talen en Culturen en is de drijvende kracht achter Donkigotte, dat beeld verwoordt en woord verbeeldt.

Meer essays? 16 september wordt de Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt in De Balie.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum