Recensie: De adolescent onder de literaire bladen

30 november 2015 , door Daan Stoffelsen
| | | |

Toen The Believer in maart 2003 voor het eerst verscheen, opende redacteur Heidi Julavits met een stuk dat de heersende literaire kritiek aanviel op haar conservatieve en negatieve toon. Die literatuur komt er wat bekaaid vanaf in het oktobernummer van 2009, maar open en positief is The Believer wel. De combinatie van een stijlvol uiterlijk, en een oog voor cultuur in de breedte, voor het onooglijke (wing chairs, cruiseschepen) en het ongeziene, noopt ertoe dit blad te koesteren, betoogt daan stoffelsen.

The Believer — niet te verwarren met Believers' magazine — is voortgekomen uit de uitgeverij van Dave Eggers, McSweeney’s, dat ook het gelijknamige tijdschrift uitgeeft. Dat concentreert zich op literatuur, het zusje is er voor de literatuur- en cultuurkritiek. Het sympathieke betoog van Julavits, voor een open blik, tegen afkraken, is niet allesbepalend gebleken voor het tijdschrift. ‘Interesting books are being written — books that are not ratified by the marketplace — and there exist many able reader-critics to write about them, people whose main qualification is that they seriously care about books’ — inderdaad kende ik David Lau, Matthew Simmons, Laura Van Den Berg, Juan Filloy en Liz Waldner nog niet — of degenen die hun boeken bespraken, wat dat aangaat.

Maar de enkele pagina’s literatuurkritiek die er aan deze nieuwe namen worden gewijd, staan niet in verhouding met de lange essays over heel andere onderwerpen, die je met wat goede wil onder cultuurkritiek kunt laten vallen: Dracula en toerisme, cruiseschepen en utopia’s, en, in het septembernummer, de Amerikaanse auto-industrie, onderwerpen waarvan je niet wist dat je erin geïnteresseerd was. Ze staan in de lange traditie van bijvoorbeeld Loukianos’ lofrede voor de vlieg – het nutteloze is de aanleiding voor essayistiek. In het geval van Avi Davis’ stuk over Dracula en de toerisme-industrie leidt dat tot een aardige literatuurgeschiedenis-cum-sociologie van Transsylvanië; J.C. Hallmans werkt met referenties naar schepen en drijvende eilanden als utopische steden en gemeenschappen en een gesprek met een gedesillusioneerde cruiseschipbouwer toe naar de megalomanie, de ijdelheid en de tragiek van enorme lege boten.

'I wandered the Village. The cigar lounge was empty; the chess tables in the game room had no pieces. The World [het grootste cruiseschip ter wereld — DS] was less like a ghost ship, I thought, than an amusement park you'd leased. Or bought.'

Keiharde literatuurkritiek ontbreekt, en de kritiek die zich focust op populaire cultuur, blijft wat... tja, populair. En populair wordt melig als we alle geestige ondertitels in overweging nemen, een ‘invented interview’ proberen te lezen met filmster Agnès Varda (het gesprek opent met ‘It’s so nice that you have had the same haircut always.’), of als we de ‘ingezonden brieven’ lezen, die zo beledigend mogelijk worden beantwoord. Zijn het cartooneske omslag en de kleine getekende illustraties nu echt een verbeelding van de puberale instelling van dit blad?

Nou nee. The Believer is in een stijlvolle schreefletter gezet, het gebruik van kleur en illustratie is terughoudend, en als we terugbladeren in de nummers van de afgelopen maanden, ontstaat een evenwichtiger beeld. Literatuur is veel prominenter aanwezig in vorige nummers, en Paul La Farges vergelijking tussen Littell en Tolkien is verre van belachelijk:

'I don't want to make much of the thematic parallels between The Kindly Ones and The Lord of the Rings, although something could be made of them – the Second World War was very much on Tolkien's mind as he wrote [...] I only want to call attention to the fact that both novels spend a fair amount of time, really, fleshing out worlds in which they happen, giving you, the reader, a feeling of preternatural completeness.'

Ook aan bod komen Nathanael West, Antonin Artaud, Moby Dick; er is een correspondentie tussen Will Self en Geoff Nicholson vol goedgevonden opmerkingen en geestige inzichten; en er zijn eigenzinnige journalistieke rubrieken als het over een nummer verspreide micro-interview (Charles Simic in het juni-nummer – maar vermijd de ‘hilarische’ Brad Neely in het septembernummer), kleurrijke schema’s (regionale hamburgerketens in de VS, paramedische literatuur) en ‘creative accounting’ (wat kost een amateurvoorstelling?) maken vrolijk zonder dom te maken.

Dus puberaal? Nee, het is een combinatie van achtergrond en initiatief, van een volwassen nieuwsgierigheid, een vaste pen en een open instelling. The Believer is een gelukkige gelovige zonder dogma's en geboden, een adolescent die zo zijn studentikoze uitbarstingen heeft, maar daardoor wel andere dan traditionele onderwerpen en vormen vindt. Na Julevits' toch al niet al te frontale aanval is het establishment niet ondergegaan, en dat is geen verrassing, maar veel verrassender is dat The Believer nog bestaat, en doorgaat. Je zou er bijna van gaan geloven.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Inhoud

In het besproken nummer waren onderstaande artikelen de hoofdartikelen. Inmiddels (20-11-2009) heeft The 2009 Art Issue ons bereikt, met stukken over de Biënnale van Venetië, Ford Beckham, Jerry Moriarty en Peter Blegvad.
'The Undead Travel', by Avi Davis. How an English Dracula revived the Romanian tourist industry.
'A House Is a Machine to Live In', by J.C. Hallman. A fictional ship full of millionaires, a real ship full of millionaires, and the birth of the modern cruise industry.
'In Pursuit of the Wild Cohiba', by Ginger Strand and James Wallenstein. An American duo seeks out the ideal Cuban cigar experience while avoiding Fidelistas, the (other) Mets, and a shady cigar-selling dwarf.
'Guy Nordenson', interviewed by Scott Geiger. The structural engineer and disciple of Buckminster Fuller wants to build the Central Park of the twenty-first century—on water.
'My Alaska', by August Kleinzahler. Living in un-religious Alaska with a would-be carpenter, an un-Buddhalike Buddhist, and a guy named Sweetie.
Jonathan Ames, interviewed by Andre Perry. “There’s some connection between your brain and sexuality and childhood and humiliation and power and self-loathing and affection.”
Agnès Varda, interviewed by Sheila Heti. “The Grandmother of the Nouvelle Vague” at thirty, Varda now has more than thirty-five films—and several grandchildren—to her name.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum