Recensie: Diep snijdende scherven van een oorlogsverleden

01 september 2009 , door Karlijn de Winter
| | | | |

Tijdens de research voor zijn nieuwste roman Godenslaap (2008) stuitte de Vlaamse auteur Erwin Mortier op een nagenoeg vergeten werk over de Eerste Wereldoorlog. Net als de schrijvende hoofdpersoon van Godenslaap kende de schrijfster hiervan, de Amerikaanse verpleegster Ellen N. La Motte, de gruwelen van het conflict uit eerste hand. Gestationeerd op een Frans veldhospitaal nabij Poperinge (West-Vlaanderen) verzorgde ze militairen met de afzichtelijkste verwondingen, afstervende ledematen en uitpuilende ingewanden. Mortier vertaalde haar dagelijkse observaties tot Het kielzog van de oorlog, een indrukwekkend, oorspronkelijk boek.

Al in het eerste hoofdstuk maakt La Motte (een vrouw! In 1916! Nog voor publicatie van het even pessimistische Henri Barbusses Le feu (1917) en Georges Duhamels Civilisation (1918)) korte metten met het toen gangbare idealisme over de oorlog. Het schetst namelijk de absurde geschiedenis van een militair die in het hospitaal wordt opgenomen om, eenmaal weer opgelapt, als deserteur voor het vuurpeloton moet verschijnen: 'Al die verspilling voor een man wie de kogel wachtte zodra hij gezond genoeg was. Veel beter alles te gebruiken voor de hopeloos verhakkelden, of voor hen die in de loopgraven de dood weer in de ogen zouden zien.' Dat laatste is zinvoller omdat zij nog een ideaal hebben om voor te vechten, stelt de nachtzuster die hier aan het woord is - om dat een paar regels verderop al te ontkrachten. 'En ineens zag ze in dat die idealen van buitenaf werden opgedrongen - dat ze afgedwongen waren.'

Het cynisme en de zwartgalligheid die uit haar woorden opklinken laten geen enkele ruimte voor een heilsbelofte, een groter overkoepelend verhaal dat zin aan de oorlog verleent. Het is haar stijl die dit boek tot een 'anti-propagandamiddel' maakt. Nuchter en laconiek, maar tegelijk met oog voor onthutsende beelden en verhalen, geeft ze uitdrukking aan haar illusieloze visie op de oorlog. Maar ook de aard van het boek - fragmentarisch, schetsmatig, zonder enige ontwikkeling - ondersteunt de statische wanhoop.

La Motte neemt de oorlog waar als een reeks situaties waarvan het einde nooit in zicht komt. Een grote constante daarin is de smerigheid. Nog afgezien van de smerigheid in letterlijke vorm - de afschrikwekkende verwondingen van soldaten beschrijft ze onomwonden tot in alle details - ziet ze die van de mensen: ongeïnteresseerde ziekenverzorgers, ijdele chirurgen, alleen geïnteresseerd in persoonlijk gewin, en officieren die in de dorpen bij jonge meisjes hun pleziertje komen halen:

'Zo gaat dat. Er ligt smerig bezinksel op de bodem van de meeste zielen. Oorlog, hoe groots ook, is niet noodzakelijk een zuiveringsproces dat mannen en naties loutert. Wel, er is volk genoeg dat je de nobele kanten beschrijft, de heroïsche kant, de geëxalteerde kant van de oorlog. Ik moet je beschrijven wat ik gezien heb, de andere kant, het kielzog. Beide zijn waar.'

Geen wonder dat Het kielzog van de oorlog direct door de militaire censuur in de ban gedaan werd, en het in de VS evenmin een lang leven beschoren was. En gelukkig dat Mortier het aan de vergetelheid ontrukt. Het is de eerste van een drietal WOI-vertalingen van zijn hand - Mary Bordens en Enid Bagnolds relatief onbekende getuigenissen volgen -, en een van de vele titels over de Eerste Wereldoorlog, als je de reeks Oorlogsdomein beziet en het werk van Uitgeverij Dulce et Decorum.

Toch levert La Mottes werk ook in dat perspectief nu, bijna 100 jaar later, nog steeds een oorspronkelijke bijdrage aan de collectieve herinnering. Daarbij doet de fijnzinnige vertaling van Mortier, buiten de soms Vlaams klinkende constructies en uitdrukkingen (in het bovenstaande citaat bijvoorbeeld 'wel' en 'volk') waarvan je je afvraagt of die wenselijk zijn in een vertaling uit het Engels, die literaire kwaliteiten goed uitkomen. Wat ze vertelt komt met name door de manier waarop ze vorm- en stijlmiddelen inzet nog steeds bijzonder indringend over. Hiermee voegt Het kielzog van de oorlog een belangrijk mozaïekstukje toe aan het levendige beeld van een niet meer te vergeten oorlog.

Erwin Mortier spreekt op 9 september in Spui25 over de vertaling.
Karlijn de Winter studeerde communicatie- en informatiewetenschappen aan de VU te Amsterdam en Italiaanse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht. Op dit moment werkt ze als freelance tekstschrijver. Daarnaast is ze redactielid van Recensieweb.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum