Recensie: Een tegenstem klinkt op

30 november 2015 , door Herm Pol
| | |

Het zaad van de toekomstige maatschappij die Juli Zeh ons schetst in Corpus delicti is al gezaaid in de onze, de gevaren zijn een volgende stap op een glijdende schaal. Er is iets beangstigends urgents en actueels aan Mia Holls proclamatie: ‘Ik zeg mijn vertrouwen op in de idioot die het bordje aan de ingang van de wereld heeft weggehaald waarop stond: opgelet! leven kan tot de dood leiden.' Door herm pol.

Gezondheid, hygiëne en zekerheid zijn de normen van de mid-21ste-eeuwse samenleving van Corpus delicti - godsdienst heeft afgedaan, zelf denken en voelen is overbodig, vrijheid is een relict. Daarop ziet het alomtegenwoordige regeringsapparaat de Methode wel toe. Het controleert, het straft, het handhaaft gezond verstand en normaliteit. Ervan uitgaande dat de mens niet meer is dan een lichaam dat in stand gehouden moet worden, volstaat daartoe de ‘implant', een chip waarmee de Methode controleert of je wel goed voor je lichaam zorgt.

Dagelijks 20 km op de hometrainer fietsen is verplicht; sensoren in de toiletten melden verdachte stoffen; bloed en urinewaarden moeten dagelijks gemeld worden. Roken en alcohol zijn verboden. De staatsmedia bestaan ten dienste van het regime en de natuur ingaan is verboden, want onhygiënisch en de Methode zorgt voor een partnet met een compatibel immuunsysteem. Preventie en controle is waar het om draait. Zelfbeslissingsrecht is uit den boze. De methode wenst een wereld zonder ziekten.

In dat staatsgeweld wordt de dertigjarige biologe Mia Holl langzaam vermorzeld.

Door de dood van haar broer is ze uit balans geraakt, ze verzuimt haar burgerplichten en wordt voor het gerecht ter verantwoording geroepen. Heropvoeding luidt het vonnis, uitgesproken door een rechter die in eerste instantie nog wel sympathie voor Mia voelt, maar allengs geïrriteerd raakt wanneer Mia tegen dat vonnis in opstand komt. Mia wordt van een kritiekloze volgster van het systeem, van de Methode, een voorvechtster van de rechten van de mens op zelfbeschikking, van het recht op ziekte, op vuil, op risico, van het recht op de dood.
Dat gebeurt tijdens de gesprekken die ze heeft met chef-ideoloog Kramer, met de ‘ideale geliefde', een soort tweede ik of misschien wel een residu van haar overleden broer: er vindt een soort loutering in haar plaats, een uitkristallisering in het denken dat ze eigenlijk niet hebben mocht, die haar tot staatsvijand nummer één maakt. Als een Luther proclameert ze dan haar stellingen tegen de Methode.

Dat laat de Methode niet op zich zitten. Met veel geweld wordt Mia opnieuw gearresteerd, ze wordt als terroriste afgeschilderd en gemarteld om dat schriftelijk te bekennen. Inmiddels is ze voor het volk namelijk een rolmodel geworden, en door de aanpak van deze ene dissident te rechtvaardigen kan de Methode haar eigen bestaan bestendigen. De regeringsvorm die als een goed passende schoen zou moeten zijn, om met Mia te spreken, is overduidelijk aan het knellen.

'Ik zeg mijn vertrouwen op in het persoonlijke welzijn zolang het niets anders is dan een variatie op de kleinste gemeenschappelijke noemer. Ik zeg mijn vertrouwen op in een politiek die haar populariteit uitsluitend ontleent aan de belofte van een risicoloos leven. [...] Ik zeg mijn vertrouwen op in ouders die een boomhut "verwondingsgevaar" en een huisdier "infectierisico" noemen. Ik zeg mijn vertrouwen op in een staat die beter weet wat goed voor me is dan ikzelf. Ik zeg mijn vertrouwen op in de idioot die het bordje aan de ingang van de wereld heeft weggehaald waarop stond: opgelet! leven kan tot de dood leiden.
Ik zeg mezelf het vertrouwen op omdat mijn broer moest sterven voor ik begreep wat het betekent te leven.'

Als Mia protesteert tegen die middeleeuwse methode van martelen laat Julia Zeh haar uitroepen dat er nooit iets zal veranderen. Het ene systeem is net zo goed ald het andere. De middeleeuwen zijn geen tijdvak, de middeleeuwen is de naam van de menselijke aard. Het einde van deze toekomstroman, na de veroordeling in een showproces tot invriezing, is echter wél een verrassing

Met Corpus delicti schrijft Julia Zeh een roman die zich laat lezen als een aanklacht tegen een staatsbemoeienis die nu al lijkt aangekondigd met de rookverboden, de naaktscan op vliegvelden, de online controle, de anti-terreurwetten. Zeh, die zelf juriste is, giet die aanklacht in de vorm van een lange rechtzaak, waarin weliswaar alle ruimte gegeven wordt aan weerwoord, maar waarin de machthebber een vooringenomenheid tentoonspreidt die geen enkele ruimte voor verandering openlaat.

Dit is zo'n boek dat door zijn actualiteit en engagement Thomas Vaessens zeer moet bekoren, maar minstens zo belangrijk is de taal van Zeh. Het begint al met de titel, die met een juridische term óók vaststelt dat het juist Mia's lichaam is dat de wet overtreedt. Het gaat verder in de dialogen, die volstrekt natuurlijk zijn, elke 'echter' of 'wellicht' ontberen, die een cadans hebben die klopt. De stemmen van deze roman klinken op uit de roman, wat de vreemde ervaring teweeg brengt dat je tegelijkertijd aan het lezen en luisteren bent.

Deze week kan dat, als Zeh op Crossing Border optreedt met haar band Slut, maar een waarschuwing is op zijn plaats. Zeh liet al weten dat men tijdens het luisteren naar Slut beter niet kan ramenlappen, voedsel gebruiken of aan het verkeer deelnemen. Het veiligst is om Slut, maar ook Zeh solo zittend in een comfortabele stoel te ondergaan.

Dat belooft wat.

Herm Pol is winkelchef bij Athenaeum Boekhandel Amsterdam. Elke zaterdag praat hij om ongeveer kwart voor elf bij De Avonden over een buitenlandse titel. Dit is een bewerking van zijn bijdrage van 7 november.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum