Recensie: Een zinnelijk schaakspel

30 november 2015 , door Herm Pol
| | | |

In de Duitse pers werd het de mooiste liefdesgeschiedenis van het jaar genoemd, in Japan kreeg het de Tanizakiprijs. Die beloning voor waar meesterschap kreeg Hiromi Kawakami’s De tas van de leraar volkomen terecht, sterker, ik zou willen pleiten voor een prijs voor het beste boek in vertaling, en dit boek willen nomineren, zegt herm pol.

Het is een liefdesverhaal, en ja, er is seks. ‘Voor het eerst werd ik vurig en hevig door hem bemind’ – slechts één regel lang is de liefde fysiek, en dat houdt niet over. Maar het past in het beeld van een uiterst behoedzaam en erg Japans boek. Behoedzaam in de manier waarop de liefde, of de mogelijkheid daartoe, afgetast wordt door de hoofdpersonen, en Japans, door de enorme hoeveelheden sake die de 37-jarige vertelster van het boek drinkt en de oneindige variatie aan Japanse hapjes die bijna om de pagina genuttigd worden: gezouten zee-egel, teriyaki, forel, rettich, zeewier. De hele Japanse keuken komt voorbij en wordt even fijnzinnig als de gerechten zelf zijn van commentaar voorzien.

Tsukiko, de vertelster, heeft haar leven op alleen zijn ingericht, zelfs haar moeder heeft het opgegeven er haar aan te herinneren dat het tijd wordt om te trouwen. Mensen houdt ze op afstand, ook omdat ze bang is afgewezen te worden en als ze al vertier zoekt, gaat ze naar Satoru, een soort café waar je ook wat kunt eten, en drinkt te veel.

En dan is daar op een dag een oudere heer. Tsukiko bestelt net tonijn met gefermenteerde sojabonen en gebraden lotuswortel in zoete soja, waarop de oudere heer precies hetzelfde bestelt en haar vraagt of zij misschien Tsukiko Omachi is. Het is een oud-docent van de middelbare school, haar sensei, zoals dat in goed Japans heet, en zo blijft zij hem ook in de rest van het boek noemen: Sensei-leraar.

En hoewel hij dertig jaar ouder is dan Tsukiko denk je als lezer, als niet-Japanner stiekem vooruit en voel je de verhouding aankomen. Maar zo werkt het niet in deze, je zou kunnen zeggen sensibele roman. Dat is een beetje schilderijentaal misschien, maar het soort adjectieven als sensibel en fijnzinig dringen zich onweerstaanbaar op. Kawakami heeft dit boek geschreven als een schaakspeler, die precies weet hoeveel tijd ze op de klok heeft en haar stukken, haar personages, uiterst behoedzaam heen en weer schuift.

Eerst ziet Tsukiko Sensei als een wat vreemde man, oud maar met een jonge lichaamshouding en een beetje belerend in de gesprekjes die zij voeren. Toch kan zij zijn gezelschap waarderen, anders dan veel anderen. Er volgen meer ontmoetingen, steeds in het café, steeds toevallig. De gespreksonderwerpen tussen de twee zijn totaal niet spectaculair. Het is vooral eten en drinken waarover gesproken wordt, welke wijn het beste smaakt, het genot van paddestoelen plukken, dat soort dingen. Discretie en afstand is wat de gesprekken kenmerkt. Om de vergelijking met een schaakspel nog eens terug te halen: het lijkt of beide spelers met zwart spelen. Er wordt verdedigd, hoewel er niemand is die aanvalt.

‘“… ik ben op weg naar de kapper. Morgen heb ik een afspraakje.” Dat laatste had ik niet hoeven zeggen.
“Een afspraakje? Met een man?” vroeg Sensei, kennelijk nieuwsgierig.
“Jazeker.”
“Zo, zo.”
Sensei keerde op zijn schreden terug. Hij keek me recht in de ogen. “Wie is het?”’

Het hele boek straalt een soort laconieke rust uit. De Sensei blijft sensei-leraar en steeds weer met eten en drinken als aanleiding, leert hij de veel jongere Tsukiko dat er meer is in het leven dan werk en wonen. In de gesprekken gaat het geleidelijk ook over poëzie, over natuur, zelfreflectie en relativeringsvermogen. Middelen en werktuigen van schoonheid, zou je kunnen zeggen.

En als om dat te benadrukken neemt Sensei haar mee op paddestoelenpluktocht, daagt hij haar uit zelf haiku’s te componeren en bezoeken ze het graf van zijn overleden vrouw. Dat alles terwijl ze geen liefdesverhouding hebben, hoewel je in dat elkaar voorzichtig aftasten proeft dat de twee elkaar nodig hebben, om leegte te vullen. De steeds terugkerende gesprekken, waarin veel ongezegd blijft, die schuchter zijn en bijtijds afwerend en dan weer liefdevol, die gesprekken doseert Kawakami als een geroutineerde chefkok. Alle ingrediënten zijn aanwezig maar ze zijn nog niet tot een gerecht geworden. Er ontstaat een spanning, onderhuids, platonisch maar bijna erotisch, en dat maakt op zijn beurt het lezen van deze roman een zinnelijke ervaring.

Uiteindelijk, als om de westerse lezer te behagen, is er dan toch die ene regel seks. Die knieval naar het vleselijke – naar woord is dat eigenlijk -, die knieval had voor mij niet gehoeven.

Ten slotte de titel. Sensei gaat nooit op pad zonder zijn leren schooltas. Een oude tas, die eigenlijk als een pars pro toto gezien moet worden van zijn kennis, zijn ervaring, zijn leven. Veel hoeft en kan er niet in, maar wat erin zit is zorgvuldig gekozen en noodzakelijk om te bestaan. Deze tas moet altijd onder handbereik zijn, een onafscheidelijk attribuut bij zijn verhaal. Dan sterft de oude leraar. Tsukiko maakt zijn tas open.

Hij is leeg.

Herm Pol is winkelchef bij Athenaeum Boekhandel Amsterdam. Elke zaterdag praat hij om ongeveer kwart voor elf bij De Avonden over een buitenlandse titel. Dit is een bewerking van zijn bijdrage van 12 september.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum