Recensie: Wat je van ver haalt... Over culinaire tijdschriften

30 november 2015 , door Christianne Vink
| | | | | | |

Voor wie uitgekeken is op de Nederlandse culinaire bladen en begint te gapen bij Gourmet of Food&Wine: er is meer. In een tijd waarin koks als Heston Blumenthal en Ferran Adrià als idolen vereerd worden is koken meer dan ooit een kunst in plaats van een kunde. De nieuwste generatie culi-bladen lijkt daar dan ook van doordrongen. Kunst is wat je krijgt, recepten zijn niet gegarandeerd, zegt christianne vink.

Klein hapje Japans

Saji is een Japans culinair initiatief van een, zo vertelt de introductie, 'mooi en modieus meisje', dat op een dag ziek werd. Tot haar verbijstering vertelde de dokter dat haar klachten het gevolg waren van ongezond eten. Daarop besloot zij beter te gaan koken en bakken en werd hier 'very happy' van. Maar het mooie en modieuze meisje vermoedde dat ze niet de enige was die meer tijd in de nagelsalon dan in de keuken doorbracht. Ze voorzag een gat in de markt en lanceerde in 2008 Saji. Het is een handgenummerde enveloppe op A4-formaat in een oplage van 2000 (wij hebben nummer 1237) met onder meer een ansichtkaart met een korte uitleg over Saji, dat tevens het Japanse woord voor lepel blijkt te zijn. De lepel is gekozen als aanmoediging om vooral te spelen met eten. Met lepels is het immers beter knoeien dan met stokjes.

Naast de ansichtkaart bevat de enveloppe twee kaarten op A4-formaat. Op beide kaarten staat een recept (gembercakejes en makarons). Aan de voorkant kunstige foto's waarop, na zorgvuldige inspectie, de bewuste baksels te bewonderen zijn. De gembercake lijkt een zweem van Japan mee te krijgen door het gebruik van sesampoeder, het recept voor de makarons zou zo van een Parijse bakker kunnen zijn.

Verder vinden we in de enveloppe een enorme poster met daarop een sprookjesachtige tekening van de Japanse kunstenaar Sachiko Kanaizumi en een recept voor een zoete worteltaart met rabarber, tomaten en tijm. Naast het spannende recept roept ook de tekening herinneringen op aan jeugdige experimenten waarin de volledige koelkastinhoud door het deeg ging en de koekjes altijd lekker waren. Er is een dunne brochure waarin het laatste op het gebied van Japanse eetfotografie te zien is. Hierin ook nog een column, met als thema 'het laatste avondmaal. 'Wat zou je willen eten als je zou weten dat dit je laatste maaltijd op aarde zou zijn'? Het is een pleidooi voor het aandachtig omgaan met eten. Behalve inspireren met vervreemdende foto's, tekeningen en een handjevol recepten wil Saji de hedonistische lezer graag ook nog een beetje stichten. Ieder sprookje bevat tenslotte een moraal.

Een dag zonder vlees is een dag niet geleefd

Uit San Fransisco komt een uitgave van een heel ander kaliber, Meatpaper. Your Journal of Meat Culture. In dit magazine geen kerntemperaturen of marinadetips, want er valt zoveel meer over vlees te schrijven zoveel meer te verbeelden. Zo is er aandacht voor de jagende levenswijze van de Canadese Kangiqsujuaq Inuit. Paul Bocuse zei al over Eskimo's dat ze geen eigen keuken hebben, omdat ze alles rauw eten en er dus geen koken aan te pas komt - zie de wat onfrisse foto's van het eten van delicatessen als rauwe ganzenmaag en walvishuid.

Veel ruimte krijgt een boekbespreking van Carol Adams' The Sexual Politics of Meat. Is het eten van vlees niet een uiting is van het wrede deel in de mens, het deel dat oorlogen start en bevolkingsgroepen uitsluit? Het pleit voor de redactie van Meatpaper dat ze dit pamflet serieus nemen, en vervolgens serieus fileren.

Meatpaper eindigt luchtig door het nuttige met het aangename te combineren: hoe kan je vlees dat je wilt laten besterven op passende wijze onderdeel van je interieur maken? 'Als je een klassiek ingericht huis hebt is het aan te raden het vlees als zodanig te presenteren: bijvoorbeeld aan een oud touw of een antieke metalen haak.' Hoewel het blad gemaakt wordt door (voornamelijk) carnivoren, is het niet enkel een verheerlijking van het eten van vlees. In deze tijd van 'vleesbewustzijn' is het een gedurfd concept. Een aantrekkelijk gepresenteerd tijdschrift dat verhalen vertelt over mensen en hun relatie met vlees. Er is veel te bekijken en te overdenken. En voor vegetariërs ook veel te griezelen.

Een ode aan fastfood

Wanneer culinaire kunststukjes van biologische seizoensgroenten niet echt aan je besteed zijn, dan is Yummy Magazine jouw ultieme koffietafelglossy. Yummy, 'luxuryjunkfoodesignmagazine' uit Parijs, is een Frans werk met de omvang van een flinke Vogue. Fotoseries van Andy Warhol en trawanten worden gecombineerd met tips voor de beste nachtelijke hap (in Amsterdam wordt naast snackbar de Dijk ook Febo aanbevolen, ga in Tel Aviv vooral naar Orna and Ella, the Queens of falafel.)

Er is een visuele recensie van videogames waarin junkfood een hoofdrol speelt, tussen de vele uitvoeringen van de hamburger door vind je en passant nog een recept voor een ijsje met cola, rum en spekkies. Veel aandacht is er ook voor een schitterende serie olieverfportretten van een Schotse schilder. Alan McDonald (what's in a name?) schilderde in de stijl van Hollandse meesters onder meer een monnik, een melkmeid en een veldwachter met candy bar, colablikje of zakje chips. Yummy eindigt met een stripverhaal over het kopen van chocolade. De moraal van dit verhaal is die van het magazine: niet te veel denken, maar vooral genieten. Ook van Yummy zelf, want dat is echte eye candy.

Christianne Vink is freelance journalist en houdt van kunst, koken en eten. Ze is helemaal gelukkig als die allemaal op één bordje passen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum