Recensie: Als we bang zijn, ritselt het overal

30 november 2015 , door Leonhard de Paepe
| | | |

'Ik ben van de school die veiligheid boven privacy stelt,' zei Guusje ter Horst twee weken nadat ze was afgetreden als minister van binnenlandse zaken. Waar ooit het Westen zelfbewust en vol zelfvertrouwen de universele rechten van de mens afkondigde en vrijheid grondwettelijk vastgelegde, daar zijn de babyboomers - ooit trotse voorvechters van de vrijheid - in de nadagen van hun culturele terreur bezig met een aanslag op de vrijheid.
In Aanslag op de vrijheid (Angriff auf die Freiheit, vertaald door Hilde Keteleer) beschrijven Ilja Trojanow en Juli Zeh deze paradox. In hun bijzonder vlot geschreven studie, gekruid met honderden voorbeelden, schetsen de auteurs de logica van een op hol geslagen politieke elite die 'het terrorisme allang voorbij is' en reageert op de ene na de andere sensatie met een paniekerige reflex die niet meer in de hand te houden is en onze toekomst onzeker maakt. De commerciële belangen van de pers maken het bovendien onmogelijk om deze tendens in een ander licht te stellen. Door leonhard de paepe.

Veiligheidspolitici

Trojanow en Zeh halen een keur aan invloedrijke figuren aan die allemaal meegaan in het veiligheidsdenken. Zij ontwaren zelfs een nieuwe type politicus: de veiligheidspoliticus, die leeft van de angst die onze tweede natuur is geworden.

'Auto's moeten op klaarlichte dag met de lichten aan rijden: veiligheid. De naaktscanner op de luchthaven moet röntgenopnamen maken van vierkante schedels en kromme benen: veiligheid. Honden aan de lijn, rokers voor de deur, computerspellen op de index: veiligheid.'

Maar:

'Bedreiging is subjectief en daarmee ook relatief. In een toenemend veiligere wereld richt de angst zich op steeds kleinere of steeds onwaarschijnlijker scenario's. Terwijl de misdaad in Duitsland op het vlak van zware delicten zoals moord, doodslag en verkrachting al jaren daalt, zijn de mensen notoir van het tegendeel overtuigt.'

Er is eenvoudig geen verband tussen reële dreiging en angst. Niet zonder gevoel voor humor rekenen Trojanow en Zeh de lezer voor dat de kans op verdrinken in je eigen badkuip exponentieel veel groter is dan sterven aan terrorisme, maar toch voeren we geen 'War on badkamers'.

Niemand verwoordde de veiligheidswaanzin mooier dan Bondskanselier Angela Merkel: 'eigenlijk loopt alles prima, maar we hebben toch meer controle nodig'. Wat een contrast met Franklin D. Roosevelt die, in heel wat duisterder tijden, zijn ambt aanvaardde met de woorden: 'Laat me u zeggen dat het mijn vaste overtuiging is dat we maar één ding moeten vrezen: de vrees zelf - naamloze, onbezonnen, ongerechtvaardigde angst.'

De institutionalisering van de angst

Het is duidelijk: 'Het wordt tijd voor een nieuwe generatie politici, die ruggengraat tonen en zich uitspreken voor de principes van persoonlijke vrijheid.' Maar helaas zitten de babyboomers op het pluche en dat leidt tot onmenselijkheden uit naam van het 'vrije' Westen, zoals vicepresident Dick Cheney die meteen na 11 september 2001 opdracht gaf aan rechtswetenschappers om, onder volledige geheimhouding, juridische rechtvaardiging voor een uitbreiding van de regeringsmacht uit te werken.

'Als resultaat daarvan mochten nu voor het eerst in de geschiedenis van de VS gevangenen psychisch en fysiek worden gefolterd en konden verdachten zonder aanklacht voor onbepaalde tijd worden vastgehouden.'

Maar ook in Duitsland zijn er hoogleraren, natuurlijk babyboomers, aan de slag. Reinhard Merkel, hoogleraar strafrecht in Hamburg, is van mening dat 'een staat die ondanks een bedreiging niet foltert, medeplichtig is aan massamoord'. Zijn collega Klaus Günther verwoordt marteling met een beroep op de negentiende-eeuwse Duitse filosoof Hegel zelfs als achting voor de terrorist: marteling als vorm van beleefdheid.

Na een razend exposé van de paradoxen en absurditeiten van het veiligheidsdenken - de camera's, de databanken, de naaktscanners op vlieghavens, de afluisterpraktijken, de staat die sommige staatburgers als terrorist categoriseert, nog voordat zij iets gedaan hebben - komen de auteurs tot een verklaring van deze massapsychose: de teloorgang van traditionele grenzen. 'Individualisme, de geleidelijke afschaffing van verplichte denk- en handelingspatronen, leiden tot een gebrek aan duidelijkheid.' De crux ligt uiteindelijk in 'een diepgeworteld wantrouwen tegen netwerken'.

Rand Corporation, een Amerikaanse denktank, publiceerde begin 2001 een onderzoek met de titel Networks and Netwars. En in 2008 kwam de NAVO met een strategiedocument genaamd Towards a Grand Strategy for an Uncertain World, waarin de organisatie stelt: 'De belangrijkste uitdaging de komende jaren zal erin bestaan voorbereid te zijn op het onvoorspelbare [...]. De westerse bondgenoten staat een land aanslepend en preventief te voeren verdediging van hun maatschappijen en levensstijl te wachten.' De vijanden zijn netwerken. 'Het netwerk is de ideale staatsvijand' en de reactie erop is de afbraak van de democratie.

Waarom? En hoe verder?

Toch blijft onduidelijk bij Trojanow en Zeh waarom controle zo belangrijk is voor staten. Daaraan zie je dat beide auteurs in eerste instantie journalist zijn, en het nieuws analyseren. Als we te raden gaan bij de grote cultuurfilosofen, zouden we een ander verhaal horen. In 1958 schreef Hannah Arendt al in The Human Condition, dat de rol van natie-staten in de politieke arena uitgespeeld is. Talloze auteurs, waaronder Naomi Klein, Joseph Stiglitz en Slavoj Zizek, laten zien dat geglobaliseerde economie allang de nationale politieke belangen in de schaduw stelt. Wat Trojanow en Zeh schrijven is juist, maar het blijft de vraag of dit een laatste stuiptrekking van de natiestaat is, of een mogelijke totalitaire wederopstanding.

Het doet niets af aan de realiteit van de dreiging van dreigingsdenken. Trojanow en Zeh willen voorkomen dat wij 'over twintig jaar onszelf moeten verwijten dat we het hadden kunnen weten en verhinderen', en daarom sluiten ze af met advies:

'Schrap de zin "ik heb niets te verbergen", verdedig uw geheimen want ze behoren u toe. Gebruik geen woorden als cultuurstrijd en distantieer u van paniekzaaierij en schandalitis. Geef uw gegevens niet aan de eerste de beste kassa af en analyseer hoe politieke partijen met uw privacy omgaan.'

Sluip niet weg uit de verantwoordelijkheid door aan te nemen dat de 'verdachten' vast wel 'iets' gedaan hebben, want op een dag komen uw kinderen u vragen waarom u niets gedaan heeft. Een autoritaire staat kan elk protest in de kiem smoren, dankzij wetten die vandaag uit naam van uw privacy worden gemaakt. Lees dit boek en word bang, niet voor de externe vijand, maar voor uw 'beschermer' die u opsluit in controletechniek. Dat is de werkelijk aanslag op uw vrijheid!

Leonhard de Paepe studeerde aan de kunstacademie en is filosoof. Hij schrijft voor NRC Handelsblad en is docent Esthetica aan de de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag (KABK).

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum