Recensie: Avant la lettre

30 november 2015 , door Ava Mees List
| | | |

Wie in een kiosk een eerste blik op de covers van de uitgestalde bladen werpt, ziet vooral portretten. Een persoon, al dan niet bekend maar meestal plezierig voor het oog, trekt de koper. Overzichtelijke typografie, een duidelijke titel, een streepjescode: de algemene noemers van een tijdschrift. Buig je je voorover, dan wordt in de kleine letters de ‘tijd’ van tijdschrift zichtbaar. De Vogue van oktober, de Hollands Diep van november.
Het is begin december, en mijn oog valt op de Encens. Op dit Franse blad, wat qua vorm (harde kaft, geen poespas) en prijs (€ 19,95) meer wegheeft van een boek, staat vrij weinig, behalve het jaartal en een citaat (‘There are no hiding places, no room for disguise’). 2011, nummer 26. Geen seizoen, geen maand, gewoon 2011. Gouden letters op een donkergrijze, matte kaft. Loeizwaar is het, onderweg naar huis knapt het tasje haast. Door ava mees list voor hard//hoofd en Athenaeum.

Encens, in de lente van 2001 opgericht door Samuel Drira en Sybille Walter, is niet altijd een jaarlijkse publicatie geweest, maar streeft wel een tijdloosheid na die ongebruikelijk is voor een modeblad. Op de website heet het:

‘Moving back and forth between the present and the past, Encens creates maps of the hallmarks that captivate our times, all the while taking a second look at the aesthetics of the past that still have a clout. It stands for an independent and long-term approach.’

De tand des tijds, ongeveer

En aan dat principe houdt de redactie zich. Op de eerste pagina (verrassend genoeg ook daadwerkelijk pagina één, in tegenstelling tot het gros aan modebladen waar je eerst door veertig advertenties moet ploegen) staat een korte introductie, over het belang van legendes. Wat maakt iemand zo fascinerend, wanneer doorstaat een persoonlijkheid en zijn of haar werk de tand des tijds?

En welke legendes heeft Encens geselecteerd? Dat is te zien op meer dan driehonderd pagina’s foto’s. Zorgvuldig gestileerd geeft elk beeld een iconisch stuk van een belangrijke modeontwerper weer. Voor de leek is het moeilijk te onderscheiden over hoeveel verschillende shoots het gaat. Na honderd pagina’s kom je in ene weer hetzelfde roodharige model tegen, met haar enorme bos krullen.

Spread uit Encens 26: Azzedine Alaïa, circa 1985. Robes en agneau velours et maille de lin, Azzedine Alaïa chez Anouschka.

Terwijl het beeld springt, zijn vormgeving, belettering en formulering constant: naam modeontwerper, jaartal, specifieke credits. ‘Azzedine Alaïa, circa 1985. Robes en agneau velours et maille de lin, Azzedine Alaïa chez Anouschka.’ Inderdaad, ‘circa’, en geen vermelding van het seizoen – het gaat hier om een gevoel.

We komen Yves Saint Laurent, Claude Montana, Kansaï Yamamoto, en John Galliano tegen. De jaartallen springen heen en weer. 1977, 1983, 1980. Maar dan is daar opeens 2011. Het woord circa is weggevallen, de ontwerper heet Damir Doma. Een gevierde naam in het hedendaagse modecircuit. Een jong talent, nog lang geen legende, maar met zijn dertig jaar goed op weg om een gevestigde naam te worden.

De foto’s worden afgewisseld door korte interviews van niet meer dan twee bladzijden, zowel in het Frans als het Engels. Ook niet elk artikel is actueel, en zo kom je een interview met Yves Saint Laurent tegen uit een Vogue van 1983. Het is passend voor dit blad, wat afwisselt tussen het heden en het verleden.

De tijd vooruit

Encens 26 werd 8 september met een groot feest gelanceerd in New York. Champagne vloeide alsof de klokken middernacht luidden, en het nieuwe jaar werd maanden te vroeg gevierd. Het is een bekend fenomeen in de modewereld, waar maanden, zelfs jaren vooruit wordt bepaald wat ‘het’ gaat worden. Mevrouw Edelkoort bedacht in 2005 dat jij nu een aubergine vest aanhebt, ver van tevoren weet eigenlijk iedereen al dat de skinny jean plaats zal maken voor de flare jean. Het is een eb en vloed dat al decennia zo voortgaat.

Maar wat kunnen we nu nog wél hedendaagse mode noemen? Is het wat nu in de rekken hangt? Is het wat we op de catwalk hebben mogen aanschouwen? Is het wat we in de bladen zien? Leven we in de winter, of in de zomer? Wat trekken we volgend jaar aan? Giorgio Agamben, Italiaans filosoof, schreef in 2008 een essay over het contemporaine, ‘Che cos'è il contemporaneo?’, of ‘Wat is hedendaags?’.  Tijd wordt in de mode, zegt hij, bepaald door de relevantie of irrelevantie van de kleding in kwestie. En omdat niet vast is te stellen wanneer in het proces de kleding daadwerkelijk ‘in de mode’ is, is hedendaagse mode per definitie te laat. Tijd, in mode, balanceert constant tussen een ongrijpbare grenswaarde van het ‘nog niet’ en het ‘niet meer’.

Encens streeft ernaar om in een tijdschrift wel degelijk een stempel te drukken op het hedendaagse, maar met een doordachte, tijdloze aanpak waarbij zowel het verleden als de toekomst wordt uitgelicht. Of ik het nog in zal kijken in het nieuwe jaar kan ik niet met zekerheid zeggen. Maar ver in de toekomst, als mijn dochter het weer uit de kast haalt, zal ik zeggen: ‘Ach, de Encens. Ja, dat was circa 2011.’

Ava Mees List (1984) is antropoloog en copy editor voor Blend. Ze schrijft voor hard//hoofd onder andere columns.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum