Recensie: Boeken, de vlaggen op de kaart van het leven

30 november 2015 , door Lex ter Braak
| | | | | | |

Een boekenkast vol geesten van Jacques Bonnet is te midden van het aanbod aan literatuur en beschouwingen een licht verteerbaar boek. Het is als een romig petitfour op een tafel zwaar gedekt met dampende schalen stamppot. Het stelt geen andere eisen dan dat je van boeken en vooral het bezit van boeken houdt. Het bevestigt probleemloos de vooronderstelde band tussen Bonnet en zijn lezers: het liefhebben van planken en kasten vol boeken. Door lex ter braak.

Bonnets boek past in een kleine Welle van boeken over boeken, over het verzamelen, rubriceren en lezen van boeken zoals Alberto Manguels De bibliotheek bij nacht en Larry McMurtry’s Books. A Memoir. Bonnet graaft minder diep dan Manguel en is minder persoonlijk dan McMurtry. Maar wat hij met hen gemeen heeft, is het verlangen een monument voor het boek op te richten. Over hun werk valt de lange schaduw van de angst dat het boek zijn tijd heeft gehad en het onderspit moet delven tegen de computer, internet, google en e-book. Niet dat het boek als object zal verdwijnen maar wel dat het beroofd wordt van zijn gedacht kapitaal en ontdaan zal worden van zijn trotse emblemen van eruditie, beschaving en het zicht op de verborgen orde der dingen. In de openbare bibliotheken staat het boek al met lege handen naast de computers, dvd’s en cd’s — zoals ook McCurtry gelaten opmerkt. Zonder dat zij het met zoveel woorden zeggen zijn hun boeken zowel een requiem als een laudatio voor dat wat verdwijnt.

De schrijver en vertaler Bonnet is een verzamelaar die het, getuige het motto van Charles Nodier, heerlijk vindt om over boeken te praten: ‘Na het genoegen boeken te bezitten is er haast geen zoeter genoegen dan over boeken te praten.’ Dat stemt tot argwaan. Mijn ervaring is dat mensen over het algemeen niet geïnteresseerd zijn in boeken als object en zeker niet in verhalen over boeken. Het liefst doen ze alsof ze de boeken rondom je niet zien en als je een onbekende schrijver of titel al te enthousiast noemt, is ongemakkelijk geschuifel de gangbare reactie. De meest gestelde vraag (met een merkwaardige mengeling van ongeloof en achterdocht) is of je die boeken ook allemaal gelezen hebt. Ik geloof dan ook eerder dat Bonnet zijn boek juist geschreven heeft om in de republiek der letteren gelijkgestemden aan te spreken over zijn grote passie. In de dagelijkse werkelijkheid is er geen hond die belangstelling heeft, laat staan luistert.

Als mannen over boeken schrijven, sluipt er vaak iets opschepperigs in hun toon. Al snel wordt het aantal genoemd alsof het volume de opmaat is voor wie de grootste heeft. Voor sommigen is een collectie van minder dan 20.000 boeken dan ook nauwelijks het noemen waard. Een bekende Nederlandse boekenverzamelaar zei ooit tegen mij dat Umberto Eco twee bibliotheken heeft: een van 40.000 boeken in zijn appartement en een handbibliotheek van meer dan 20.000 in zijn zomerhuis omdat hij niet mis wil grijpen als hij daar iets nodig heeft. Toen ik daar mijn verbazing over uitsprak, zei hij achteloos dat een bezit van 30.000 boeken normaal is. Dat moet jij toch ook wel hebben, voegde hij er nog aan toe. Of dat nou vilein, uitdagend of collegiaal opgemerkt was, is mij nooit duidelijk geworden.

Los van het pocherige zijn dergelijke verhalen zeer aan mij besteed: zij zijn de legenda aura van de onzichtbare bibliopolis. Zij verhalen over de moeizame avonturen, de toewijding, het geloof in een wereld van twijfel, de volharding van eenzame martelaars die boeken liefhebben: als sprekende historisch objecten, als streepjes die de barcode van de eigen ziel uitmaken, als de gekleurde steentjes in de duizelingwekkende caleidoscoop van de wereld, als de vlaggen op de kaart van het leven.

Bonnet is een aangename causeur die zich er niet voor schaamt Manguel bij vlagen dunnetjes over te doen. Maar mogelijk zit dat ook de in de aard van het onderwerp. Wie het over het verzamelen van boeken heeft, noemt natuurlijk al gauw anderen die dat ook deden, citeert schrijvers die zich een leven zonder boeken niet kunnen voorstellen, heeft het over de chaos aan titels en onderwerpen die lexicografisch beheerst moet worden, spreekt zijn wanhoop uit over de ruimte die nodig is om de boeken op te bergen, koestert de kostbare exemplaren uit de eigen collectie en deelt met de lezer verhalen en anekdotes van zijn en andermans verzameling.

Dat de passie niet door iedereen gedeeld blijkt ook uit Een boekenkast vol geesten. Erfgenamen, schrijft Bonnet, weten vaak niet wat ze met de enorme berg boeken aan moeten. Verkopen is vaak het begerige antwoord. Dat, aldus Bonnet, mede ingegeven wordt door een onbewust verlangen om wraak te nemen op de boeken die hen vroeger hebben dwarsgezeten. De geschiedenis van de weduwe van prins Mahmud-al-Dawla ibn Fatik is daar een voorbeeld van. Toen haar echtgenoot overleed liet zij al zijn boeken naar de binnenplaats van zijn paleis brengen. ‘Onder het zingen van een treurzang wierp ze traag een voor een alle boeken die haar zijn liefde hadden onthouden in het bassin.’

Mooi is ook het verhaal over de twee verzamelaars die hun bezit naar de veiling gebracht hadden en dat vervolgens voor veel geld weer zelf opkochten. Een van de twee besteedde de rest van zijn leven aan het terugvinden en -kopen van de boeken die toch aan anderen verkocht waren. Toepasselijk is hier het gezegde van Jules Janin: ‘Hij die in een keer alle ellende van dit ondermaanse wil leren kennen, verkope zijn boeken.’

Minder aandacht – en daarin verschilt hij niet van andere schrijvers over boeken – heeft Bonnet voor de tijd en inspanning die het kost om de verzameling aan te leggen. Dat verbaast mij omdat het een wezenlijk aspect van het verzamelen is. Allereerst het fysieke zoals de gang naar de boekwinkels en antiquariaten, het afstropen van internet, het sjouwen met tassen, het voortdurend herindelen van je bibliotheek, het getimmer aan nieuwe kasten, het veroveren van de huiselijke ruimte, de financiële offers die gebracht moeten worden – en vervolgens, met hoofdletters, Het Spirituele: wat verzamel je en waarom? Hoe trek je grenzen en baken je je onderwerpen af, leidt het toeval of de ratio, welk onderwerp volgt uit wat, is de verzameling cumulatief opgebouwd of bijeengebracht in kreeftengang? Wat zijn de omissies, de grote wensen, de blunders? McMurtry, die ook antiquariaathouder is, schrijft hoe hij een catalogus van de Duitse surrealist Hans Bellmer voor 45 dollar verkocht aan een collega next door die het voor 120 dollar in de winkel legde. Nu circuleert het voor meer dan 70.000,- dollar op veilingen.

In de wereld van Bonnet is het bezit van boeken vooral aangenaam, de intellectuele stoffering van een gerieflijk leven. Het kan ook extremer zoals in Carlos Dominquez’ Het papieren huis. In dat verhaal maken boeken levens kapot, voeren ze tot waanzin en worden ze gebruikt als bouwstenen voor een huis, met cement op elkaar gestapeld en met mortel afgestreken – als uiterste en wanhopige poging om in het woord te wonen. Maar dat is geen lang leven beschoren. Leven tussen boeken daarentegen kan nog net. Wie het lukt daar licht over te schrijven is niet bezweken onder de last van de boeken maar verkeert in de permanente staat van liefde — die naar het woord het wezen van de bibliofiel is.

Lex ter Braak is directeur van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Hij schrijft hiermee zijn laatste bijdrage met carte blanche — hij koos vrijelijk uit de collectie van Athenaeum Boekhandel titels om over te schrijven.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum