Recensie: Carthago tegen Rome: De strijd om Herakles

30 november 2015 , door Joop Hopster
| | | |

Hoe schrijf je een geschiedenis van een beschaving waarvan de taal nauwelijks te ontcijferen valt en waarover de resterende literaire bronnen geschreven zijn door auteurs uit rivaliserende samenlevingen? Twee auteurs — Richard Miles (Carthago) en Dexter Hoyos (The Carthaginians) — beschrijven in hun recente boeken de geschiedenis van Carthago heel verschillend: de ene genuanceerd en feitelijk, de andere meeslepender en in één opzicht — over het gebruik van propaganda — zeer verfrissend.
Hannibal die met zijn olifanten de Alpen overstak: dat is misschien de eerste associatie bij Carthago. Of anders de verwoesting van de stad door Rome, ruim zeventig jaar later. Maar natuurlijk valt er veel meer te zeggen. Door joop hopster.

 Een geschiedenis van Carthago in sneltreinvaart: Phoeniciërs uit Tyrus stichtten ergens rond 800 voor Christus een stad op de kust van het huidige Tunesië; de stad werd groter en welvarender door een vruchtbaar achterland en een grote rol in de handelsnetwerken in het Middellandse Zeegebied; na eeuwen van groeiende rijkdom en macht — en conflicten met Grieken en tal van andere volken die de eilanden en kusten van de Middellandse Zee bevolkten — zorgden drie verloren oorlogen met de 'nieuwe' grootmacht Rome voor het einde van Carthago: Rome verwoestte de stad in 146 voor Christus.

Problemen met bronnen

De hoofdlijnen zijn duidelijk, maar details zijn moeilijk te achterhalen door de gebrekkige staat van onze kennis. Van Carthaagse geschiedschrijvers is nauwelijks een letter overgeleverd, en de Punische taal is nog steeds niet goed begrijpelijk. Opgravingen, verzamelingen munten en verhalen van vooral Griekse en Romeinse auteurs bepalen ons beeld van de Carthaagse geschiedenis. En omdat Grieken en Romeinen geregeld overhoop hadden gelegen met Carthago, is het beeld dat ze scheppen — op zijn zachtst gezegd — nogal eens wat gekleurd.

Het is dan ook niet wonderlijk dat Richard Miles (Carthago. Opkomst en ondergang van een stad) en Dexter Hoyos (The Carthaginians) zich vaak voorzichtig uitspreken over wat er gebeurd kan zijn. Hoyos schreef van de twee het meest genuanceerde en feitelijke, maar ook het meest 'kale' boek: het wemelt van de verschillende verhalen en mogelijke waarheden, en Hoyos probeert zo goed mogelijk te verduidelijken wat we wel en wat we niet (zeker) weten. Een prima boek om te gebruiken als handboek, om dingen in op te zoeken.

Syncretisme

Meeslepender is het boek van Richard Miles, en ook minder weifelend. Miles laat wel het nodige zien van de onzekerheden, maar vertelt ook gewoon een leesbaar verhaal — en kiest een duidelijke eigen invalshoek. Zijn stokpaardje is de culturele verwevenheid in het Middellandse Zeegebied: de Klassieke Oudheid is niet alleen beïnvloed door Griekenland en Rome, zoals we op school vooral leren. Op allerlei plekken in het Middellandse Zeegebied ontstond een steeds weer andere mengeling van gebruiken en gewoonten, waarop ook andere volken dan Grieken en Romeinen hun eigen invloeden hadden. Dat gold niet alleen dagelijkse leefgewoonten, maar ook religieuze praktijken. Het uitgebreide pantheon van Griekse en Romeinse goden stond open voor invloeden (en goden) van buitenaf: goden konden worden toegevoegd aan het bestaande arsenaal, of kregen nieuwe rollen aangemeten.

In Carthago stelt Richard Miles vooral de Carthaagse godheid Melqart centraal, wiens rol en eigenschappen geleidelijk aan steeds meer overlapten met die van de Grieks-Romeinse Herakles/Hercules, waardoor mensen in vrijwel het hele mediterrane gebied zich met hem konden identificeren. Deze overlapping wordt ook wel aangeduid met de term syncretisme: samengroeiing of versmelting. Dit syncretisme (Miles spreekt vaak van 'de syncretistische figuur Herakles/Melqart') speelt een belangrijke rol in zijn boek, en is niet bepaald nieuw: velen vóór Miles hebben dit ook al opgemerkt.

De strijd om Herakles

Miles' eigen invalshoek is vooral dat hij dit syncretisme verbindt met het optreden van de Carthaagse veldheer Hannibal tijdens de Tweede Punische Oorlog. Bekend is dat Hannibal probeerde de bewoners van door Rome onderworpen gebieden in Italië — Grieken, Samnieten, Campaniërs etc. — van Rome los te weken, in de hoop met hun hulp Rome te kunnen verslaan. Zo behandelde hij niet-Romeinse krijgsgevangenen bijzonder coulant, en benadrukte hij geregeld dat hij de niet-Romeinen van het Romeinse juk wilde bevrijden. Dit klinkt allemaal als recht-toe-recht-aan-propaganda, maar Miles geeft daar een stevige religieus-culturele draai aan, waarbij Herakles/Melqart een grote rol speelt.

Herakles zou bij het verrichten van zijn werken door Italië getrokken zou zijn, steden hebben gesticht en nakomelingen hebben verwekt, en hij had een zekere faam als iemand die volkeren bevrijdde van tirannen. Hannibal zou vóór en tijdens de Tweede Punische Oorlog hebben geprobeerd (net als bijvoorbeeld Alexander de Grote al eerder) zichzelf als een soort halfgod te portretteren door werken te verrichten die de menselijke macht te boven gingen — zoals het oversteken van de Alpen met een compleet leger en olifanten in de winter. Zo moest een beeld ontstaan van Hannibal als een hedendaagse Herakles. Bovendien trok Hannibal met zijn leger grofweg langs de weg die Herakles zou hebben afgelegd.

Deze toeëigening van Herakles door Hannibal moest het effect hebben van een ondermijning van de Romeinse mythologie: de Romeinen en vele andere Italianen identificeerden zichzelf immers met Hercules. Als Hannibal zich met succes met Herakles kon identificeren, dan zou hem dat van een 'barbaar' of vreemdeling hebben getransformeerd tot iemand van dezelfde cultuurgemeenschap, die de Italische volkeren kwam bevrijden van de (Romeinse) tirannen. Dat zou het een stuk makkelijker voor hem maken om de niet-Romeinse hearts and minds in Italië voor zich te winnen in de oorlog tegen Rome — en zijn kans op een overwinning aanzienlijk vergroten.

Volgens Miles verklaart dit propaganda-offensief van Hannibal ook de frequente en koortsachtige inspanningen van de Romeinen — na de eerste rampzalig verloren veldslagen van de oorlog — om de goden gunstig te stemmen: de missie van Fabius Pictor naar het orakel van Delphi, het levend begraven van een Gallische en een Griekse man en vrouw in Rome en andere archaïsche rituelen die in ere werden hersteld. Livius neemt in zijn Ab urbe condita per jaar enorme opsommingen op van voortekenen, waaruit de Romeinen konden opmaken of hun goden in hun sas waren of niet. De Romeinen deden er alles aan om hun goden gunstig te stemmen, in de hoop dat er een eind zou komen aan Hannibals successen en het tij zou keren in Romeins voordeel.

Waren de propagandamogelijkheden van dit syncretisme voor Hannibal nou werkelijk zo groot als Miles schetst? Daarover zullen de meningen ongetwijfeld uiteenlopen — maar Miles' invalshoek werpt een vruchtbaar nieuw licht op de zaak en geeft in ieder geval stof tot nadenken.

Joop Hopster is redacteur van het Historisch Café en werkzaam bij Athenaeum Boekhandel als rubrieksbeheerder Geschiedenis en Politiek.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum