Recensie: Congo weinig werelds benaderd

30 november 2015 , door Frank Ligtvoet
| | | | |

Het was een interessant idee van Armada. Tijdschrift voor wereldliteratuur om de bevrijding van Congo uit de koloniale greep van België nu vijftig jaar geleden in een nummer te herdenken. Het is immers actueel, en al zijn er dit jaar al een handvol boeken over het onderwerp verschenen (David Van Reybroucks geschiedenis natuurlijk, maar ook Erwin Mortiers en Jef Geeraerts reisverslag, Koen Vidals en Stefan Vanfleterens Futur Simple en de fotoboeken Congo (Belge) en Congo Belge en images), de literatuur uit en en over Congo kwam nog amper aan bod. Tussen idee en uitvoering ligt echter wat ik maar even noem de ‘redactiewerkelijkheid’. Door frank ligtvoet.

De schrijvers die je wilt, hebben geen tijd of geen zin, de redactieleden zijn allemaal druk met hun dagwerk en besteden minder tijd dan nodig aan hun taken, het idee blijkt werkenderwijs toch niet zo geweldig goed uitgedacht en de literaire context van het onderwerp blijkt al bezet te zijn door een andere literaire concurrent.

Dat is wat er, naar ik vermoed, aan de hand is geweest met dit nummer van Armada, dat doorgaans wel met interessante, leesbare afleveringen komt, zoals het nummer over recente Duitse literatuur, het dubbeldikke Wereldliteratuur! en het nummer over dikke boeken. Het Congo-nummer is een raar allegaartje geworden van stukken en stukjes, dat op geen enkele manier de kapitale en gruwelijke tragedie oproept die koloniaal Congo was. Die tragedie werd erg zichtbaar in David Van Reybroucks zeer geprezen, meesterlijke documentaire geschiedenis van het land. Dat boek van bijna zevenhonderd pagina’s lees je dan ook in een paar uur uit, terwijl je je door de iets meer dan honderd pagina’s dikke Armada dag na dag heenworstelt.

Waar Van Reybrouck steeds nieuwe of nieuw geformuleerde feiten en geschiedenissen vertelt, komt Armada met Congo-onderwerpen en -auteurs die we wel kennen: Walschap, Geeraerts, Conrad, Twain, Kuifje. Soms worden die onderwerpen op een knullig academische manier besproken, zoals Yves T’Sjoen doet met het ‘tekstencorpus’ van de Vlaamse literaire reuzen of Emanuelle Radar met Kuifje in Afrika dat zij van racisme denkt te ‘redden’ door het te definiëren als ‘lieu de mémoire’. Heel soms krijgen ze wel een vaardige behandeling, zoals Hans Bertens over Joseph Conrads Heart of Darkness, al las ik daar ook niet veel nieuws in.

Hebben deze stukken nog onderwerpen die niet geheel in het niet verdwijnen tegen de achtergrond van Congolese historische werkelijkheid, drie stukken deden me verbazen door hun gebrek aan passie en empathie. Het wezenloost is een stuk van Winibert Segers over een werkje van een in zijn tijd beroemde missionaris met in onze ogen allerlei achterlijke ideeën, zoals zo velen van zijn generatie, een man die we nu gerust kunnen vergeten. Maar ook de prozastukjes van Kristien Hemmerechts (!) en Justine Linnebank leveren weinig anders op dan wat narcistisch, nostalgisch gemijmer.

Het enige stuk dat iets laat zien van de Congolese tragedie is dat van Mineke Schipper: het doet verslag van haar terugkeer naar de universiteit waar ze in 1964 les gaf:

'Overdag moesten wij college geven, maar als we ’s avonds bij hen terugkwamen begonnen sommigen aan één stuk door ratelend te vertellen over wat ze allemaal hadden meegemaakt. Alleen al de herinnering aan de gebeurtenissen bracht hun tot wanhoop. Ze waren verkracht of hun partner kwijtgeraakt. Of ze hadden na twintig jaar hard werken aan een toekomst in Congo alleen nog de kleren die ze op dat moment droegen.'

Herinneringen aan die periode van gewelddadige rebellie staan naast impressies van het land nu. Wat mist in dit nummer is de stem van Congo zelf.

Slechts een stuk is echt ‘Afrikaans’. Het is een aangrijpend verhaal van Vincent Lombume, dat je met enige moeite als een reflectie op het koloniale verleden kan lezen. Een ander is half-Afrikaans: een bespreking van een roman van Henri Lopès. Die Congelese afwezigheid is misschien wel de reden waarom het idee van dit Armada-nummer niet werkt. Het tijdschrift voor wereldliteratuur is de wereld nauwelijks ingetrokken en is voornamelijk op Vlaamse bodem gebleven. Post-koloniaal moet je dat misschien niet noemen, maar in ieder geval is het niet erg werelds.

Frank Ligtvoet bekleedde verschillende functies in de literaire wereld, voor hij in 1996 voor werk naar New York verhuisde. Hij is nu freelance recensent en 'stay-at-home dad' in Brooklyn.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum