Recensie: De daad bij het woord

30 november 2015 , door Esther Wils
| | |

Robert Darnton is een voorbeeldige intellectueel: een historicus met een imposante lijst oorspronkelijke en zeer goed geschreven boeken op zijn naam én een effectief en invloedrijk voorvechter van de beschikbaarheid van kennis voor allen. Het voornaamste terrein van zijn onderzoek: de Verlichting en de Franse revolutie, en dan specifiek de boekgeschiedenis van die periodes, is overduidelijk zijn biotoop, niet alleen naar de letter maar ook naar de geest want de Amerikaan toont zich in zijn opstelling een ware erfgenaam van de Franse intellectuele traditie van maatschappelijk engagement, concludeert esther wils na het lezen van zijn jongste boek.

N.B.Darnton spreekt 26 september 2012 over dit onderwerp, in de Singelkerk.

The Case for Books is een keuze uit eerder gepubliceerd werk dat onder andere verscheen in The New York Review of Books, een vast podium van de schrijver waarop hij in langere essays boeken bespreekt maar ook al geruime tijd een discussie voert over de verrichtingen van Google als schepper van een immense digitale bibliotheek. Darnton, zelf onder andere directeur van de universiteitsbibliotheek van Harvard, is zeer goed thuis op het gebied van digitalisering. Hij nam het initiatief tot het Gutenberg-e program dat door het elektronisch publiceren van geselecteerde en geredigeerde proefschriften de stagnatie in de carrières van veelbelovende academici wil helpen opheffen, en kreeg het voor elkaar dat alle publicaties van Harvard-medewerkers op internet geplaatst worden en dus gratis beschikbaar zijn – beide projecten zijn beschreven in The Case for Books. Een digitale bibliotheek die oneindige aantallen boeken voor een wereldwijd publiek beschikbaar stelt en teksten op allerlei manieren doorzoekbaar maakt – met respect voor de rechten van schrijvers en uitgevers – is ook voor Darnton een droom, maar:

‘Yes, we must digitize. But more important, we must democratize. We must open access to our cultural heritage. How? By rewriting the rules of the game, by subordinating private interests to the public good, and by taking inspiration from the early republic in order to create a Digital Republic of Learning.’

Een dergelijke onderneming moet niet uit handen gegeven worden aan een instelling die, hoe goed de bedoelingen ook zijn, in de eerste plaats financieel rendement moet opleveren en bovendien een monopolie dreigt te krijgen – en feitelijk al bezit. Helaas is het in Amerika al te laat; de overheid en de verzamelde bibliotheken hebben de kans gemist tegen redelijke kosten zelf een werkelijk ideale bibliotheek op internet te bouwen. Europa is aanmerkelijk voorzichtiger op dit gebied en betracht veel meer voorbehoud in het verlenen van rechten aan Google – in Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met grotendeels overheidsgefinancierde, hyperdeskundig geredigeerde en democratisch opgezette megadigitaliseringsprojecten als de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren!

Vooraanstaande Amerikaanse bibliotheken als de Library of Congress hebben overigens meer ernstige steken laten vallen; zo hebben ze hun belangrijkste kranten op microfilm gezet en de originelen vernietigd… De nieuwe dragers blijken niet zo duurzaam als gedacht, er worden fouten gemaakt bij het scannen, het lezen van microfiches is een misselijk makende bezigheid en het papier is lang niet zo kwetsbaar als gesuggereerd. Darntons bespreekt het boek Double Fold (2001) dat deze horrorkwestie aankaart en onderschrijft de aanklacht, zij het dat hij de retorische middelen van schrijver Nicholson Baker subtiel bekritiseert. ‘Essentially, it’s all about money and power,’ citeert hij een ogenschijnlijk muizige ‘Marian the librarian’; ze heeft helemaal gelijk en die macht is in dit geval grondig misbruikt.

In hoofdstukken met veelbelovende titels als ‘The Mysteries of Reading’ en ‘What is the History of Books’ maakt de lezer kennis met het vak van boekgeschiedenis – totaal geen stoffige wereld als Darntons pen hem beschrijft. Zelden iemand gelezen die zo veel kennis op zo’n vernuftige wijze weet om te smeden tot een elegant en licht verteerbaar verhaal, die schijnbaar blindelings de weg kent door vele eeuwen geschiedenis en in een paar pagina’s bijvoorbeeld een gegeven als ‘the inherent instability of texts’ met welgekozen anekdotes van diepte weet te voorzien. The Case for Books blijft een bundel met de beperkingen van dien; er zit hier en daar wat herhaling in, en bij de recensies is de schrijver uiteindelijk gebonden aan de bespreking van details die in een groter betoog waarschijnlijk zouden verdwijnen. Maar in dit geval doen die mankementen vooral verlangen naar meer Darnton – ook naar de bronnen die hij er zelf bij haalt, en die door het aangroeien van het digitale aanbod met miljoenen pagina’s per jaar steeds eenvoudiger binnen het bereik komen.

Esther Wils is redactiesecretaris van algemeen cultureel en literair tijdschrift De Gids.

pro-mbooks1 : athenaeum