Recensie: De oorlog van onderaf beschreven

30 november 2015 , door Lodewijk Brunt
| | |

20 april 1939 was een zonnige voorjaarsdag in Berlijn, prima Führerwetter. Dat kwam goed uit, want Adolf Hitler werd die dag vijftig jaar en vierde zijn verjaardag met een militaire parade. Het aantal deelnemers was zo groot dat ze gemakkelijk een rij van honderd kilometer hadden kunnen vormen. Een half miljoen opgetogen toeschouwers waren samengestroomd. De manifestatie duurde vele uren en werd vastgelegd op achtduizend meter film. De nazi's hadden van Duitsland weer een grootmacht gemaakt om trots op te zijn. Op de dag af, zes jaar later, het was onbekend of Hitler toen nog leefde, schreef een Berlijnse vrouw de eerste woorden in haar dagboek - een oud schoolschriftje dat ze ergens had gevonden. Ook dat beschrijft de Britse historicus Roger Moorhouse in Berlin at War. Door lodewijk brunt.

Het was afgelopen met Duitsland, de Russen waren tot aan de buitenwijken van de stad opgetrokken, de Amerikaanse bombardementen maakten van Berlijn een onmetelijke ruïne. Er was geen water, schreef ze, geen licht, geen voedsel, geen vervoer, geen communicatie. Moorhouse laat de totale verloedering van Hitlers hoofdstad zien - de afbraak van het alledaagse bestaan zoals ervaren door gewone mensen, zoals de vrouw die aantekeningen maakte in haar schriftje. Een onthutsend verslag.

Over vrijwel ieder aspect van de Tweede Wereldoorlog en het Duitse fascisme zijn bibliotheken volgeschreven, maar over de manieren waarop de bevolking van Berlijn de oorlog in het dagelijkse leven heeft ervaren en doorstaan weten we bijna niets, aldus Moorhouse. Aan de hand van vraaggesprekken, documenten, briefwisselingen en dagboeken heeft de auteur geprobeerd deze leegte te vullen. De eerste jaren van de oorlog zagen er rooskleurig uit, de stemming was goed, het leek erop dat Hitler in razend tempo heel Europa zou overlopen.

De grote kentering kwam na de slag bij Stalingrad. Maar steeds zijn er ook bijkomende omstandigheden geweest die het verloop van de oorlog ingrijpend beïnvloed hebben. Bij voorbeeld de extreem lange en strenge winter van 1940. De kolen raakten op, alles bevroor, er was geen melk meer en geen aardappelen. Het gevolg was een golf van misdaad: de kolenkelders van fabrieken, scholen, kerken en overheidsinstellingen werden geplunderd - vaak op klaarlichte dag, zonder dat voorbijgangers ingrepen of de politie waarschuwden. Ook de verplichte verduistering - noodzakelijk vanwege de nachtelijke Britse bombardementen - leidde tot een opmerkelijke stijging van misdadigheid. Beschermd door de duisternis konden rovers en dieven hun slag slaan, terwijl het optreden van enkele spectaculaire seriemoordenaars af en toe tot paniek leidde, vooral bij vrouwen.

De kracht van Moorhouse is het gemak waarmee hij schrijft en zijn scherpe oog voor de context. De dag dat Operatie Barbarossa van start ging: 22 juni 1941, was een zomerse zondag. Talrijke Berlijners trokken met sandwiches naar het park of naar een van de vele meren. Sommigen moesten uitslapen, zegt Moorhouse, want in Berlijn was het uitgaansleven nog nauwelijks aangetast door de oorlog. In de Staatsoper liep Ariadne auf Naxos en op de Kurfürstendamm werd het fameuze Kabarett der Komiker druk bezocht. Verschillende bioscopen vertoonden Der Weg ins Freie met Zarah Leander als grote ster. 's Ochtends om half zes had Goebbels op de radio aangekondigd dat Duitsland uit oogpunt van zelfbescherming de Sovjet-Unie was binnengetrokken. Nog maar weinig inwoners van de hoofdstad hadden het bericht gehoord of trokken zich er iets van aan. Drie miljoen Duitse soldaten marcheerden naar het oosten.

Moorhouse schenkt ruime aandacht aan Germania, de drieste plannen van de Führer om van Berlijn een nieuw Rome te maken. 'Brutality Made Stone' heet het hoofdstuk waarin vooral Albert Speer figureert. Het blijkt dat grote delen van Berlijn niet alleen door de geallieerde bombardementen zijn weggevaagd, maar ook door de sloopwerkzaamheden van de oppermachtige rijksbouwmeester die zelfs tijdens de grootste oorlogsinspanningen doorging met de aanleg van de nieuwe hoofdstad voor het Duizendjarige Rijk. Hij kon daarbij ongelimiteerd gebruikmaken van dwangarbeiders: Russische of Poolse krijgsgevangenen die als 'oorlogsbuit' het land ingebracht werden. Zijn gebouwen moesten alles overschaduwen wat tot dan toe in de wereld was gebouwd en waren gebaseerd op de 'ruïnewaarde': de materialen werden bewust gekozen om de tand des tijds te doorstaan. Geen roestend staal maar zandsteen en marmer, zodat latere generaties zich nog vele eeuwen zouden kunnen vergapen aan schitterende ruïnes.

Berlijn was een 'linkse' stad met sterke joodse invloeden en heeft daarvoor hard moeten bloeden. Berlin at War gaat uitvoerig in op de angstwekkende naziterreur. Vrijwel de hele joodse bevolking is gedeporteerd en lafhartig vermoord, communisten zijn meedogenloos vervolgd. Toch is er ook georganiseerd verzet geweest en waren er altijd moedige mensen die joodse medeburgers hielpen. Dat was geen sinecure. Moorhouse berekent dat er gemiddeld zo'n zeven Duitsers nodig waren om één jood te laten onderduiken en citeert Max Krakauer die schatte dat er bijna zeventig stadsgenoten ingeschakeld zijn geweest om hem alléén al door de oorlog te helpen, met valse persoonsbewijzen, onderduikadressen, geld, distributiebonnen.

Het is mede dankzij zulke individuele lotgevallen dat het algemene verhaal van Berlijn tot leven komt. Moorhouse heeft een bewonderenswaardige 'geschiedenis van onderop' geschreven. Door het verzamelen van 'kleine', schijnbaar triviale verhalen, heeft hij een verborgen wereld blootgelegd.

Lodewijk Brunt is stadssocioloog.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum