Recensie: De ossentong van Agnes Sorel

30 november 2015 , door Christianne Vink
| | | |

‘Vandaag staat de veloute crème Agnes Sorel op het programma. Iedere kok moet deze klassieker eens hebben bereid,’ aldus de docent tijdens de soepdagen van mijn koksopleiding. ‘Waar zouden die tongen allemaal wel niet aangezeten hebben?’ dacht christianne vink, toen ze een blik wierp op de werkbank. Hier lagen reusachtige ossentongen te wachten om getransformeerd te worden tot het klassieke garnituur van de veloute. Ossentongen kunnen moeilijk aantrekkelijk genoemd worden, en ook het eindproduct was qua looks niet om over naar huis te schrijven. Wie schetst dan ook mijn verbazing dat deze soep een eerbetoon blijkt te zijn aan een van de mooiste vrouwen van Frankrijk uit de vijftiende eeuw. Het staat in Weet wie je eet.

‘Agnes Sorel, met haar lange blonde haren die in voluptueuze golven tot aan haar taille reiken. Haar zacht ovalen gelaat wordt verlicht door haar ogen van transparant blauw. Ze heeft een kleine, goedgevormde mond met wellustige lippen en een boezem waar menig heilige zijn zielenheil voor prijsgeeft.’

Sorel, een eenvoudige hofdame, was de maîtresse van koning Karel VII van Frankrijk. Karel, op zijn tiende uitgehuwelijkt aan Marie d’Anjou (die de lelijkste vrouw van het land heette te zijn) werd op slag verliefd toen hij de mooie Agnes ontwaarde. Het bleek wederzijds, en om een lang verhaal kort te maken: Agnes en Karel leefden vervolgens openlijk met elkaar in zonde. (En hoewel de koning niet bij Agnes was weg te slaan krijgt ook Marie nog veertien kinderen van Karel.)

De kerk is uiterst ongelukkig met Agnes en haar rol aan het hof. Ze wordt ervan beticht de koning te hebben behekst, en ook haar gewoonte om haar borsten helemaal onbedekt te laten wordt haar door de kerk niet in dank afgenomen. Erger nog, Agnes introduceert een mode en dames van stand beginnen haar te imiteren met duizelingwekkende decolletés. ‘“Je kan de borsten en tepels van de vrouwen zien, hetgeen God mishaagt,” aldus bisschop Juvenal in zijn dagboeken.’ Zo ontspint zich een liefdesverhaal van Hollywoodachtige allure.

Dat Agnes Sorel 550 jaar na haar dood nog springlevend is blijkt uit het feit dat haar graftombe in het kasteel van Loches ten zuiden van Tours jaarlijks door 12.000 Fransen bezocht — een eer die geen enkele koning te beurt valt.

De Franse minister van Cultuur verzocht de Universiteit van Rijsel in 2004 zelfs om het stoffelijk overschot van Sorel te onderzoeken. Men wilde haar mysterieuze dood ontrafelen. Ze bleek de laatste 72 uur van haar leven een astronomische hoeveelheid kwikzilver toegediend te hebben gekregen, tienduizend keer de gebruikelijke dosering.

Dit soort verhalen lees je niet alleen in historische biografieën, maar ook in Weet wie je eet, een boek van de Belgische Marcel Grauls. Hij beschrijft de levens van mensen die we tegenwoordig alleen nog van naam kennen als we goed hebben opgelet tijdens de geschiedenisles, of, en daar draait dit boek om: wanneer we een menukaart bekijken.

Een peche melba kent iedereen, maar wat weet je van de naamgeefster van dit gerecht, zangeres Nelly Melba? Of van de geestelijke die zijn naam gaf aan de Kir royale? (Felix Kir, de burgemeester van Dijon die zich tijdens de Koude Oorlog manifesteerde als een vriend van Chroesjtsjov.) Achter simpele schotels blijken romantische, vermakelijke of bizarre verhalen schuil te gaan. Met de menukaart als uitgangspunt passeren er in Weet wie je eet een bonte stoet kleurrijke mensen.

Dit zijn, en dat is tevens de charme, veelal niet the usual suspects waar al bibliotheken vol over zijn geschreven. Grauls verhaalt van hun vermakelijke wederwaardigheden op frisse en ludieke wijze. Naast het aanscherpen van je eigen parate basiskennis en algemene ontwikkeling kun je nu tijdens een etentje je tafelgenoten informeren en imponeren met allerhande nut en achterklap.

Plezier verzekerd!

Christianne Vink is psycholoog, freelance journalist en gediplomeerd kok.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum