Recensie: De taal als stofzuiger

30 november 2015 , door Esther Wils
| | | |

Het is een hachelijke onderneming na te vertellen waar Erwin Mortiers indrukwekkende en lichtelijk verbluffende nieuwe essaybundel over gaat; Mortier benadrukt zelf meermaals dat hij zijn teksten als onaf en al te cru beschouwt, dat taal überhaupt geen vat krijgt op de werkelijkheid en dat iedere poging van de schrijver in tegenspraak is met dat besef. Alleen in die zin zijn de meditaties lichtzinnig te noemen, zoals het in de titel luidt. Een bespreking ervan kan dus niet anders dan veel citeren en alsnog de plank misslaan, maar dat geeft niet als het volstaat de lezer aan te sporen dit knappe en strijdbare boek zelf ter hand te nemen, schrijft esther wils.

Erwin Mortier studeerde kunstgeschiedenis, werkte in de psychiatrie, is behalve schrijver ook vertaler en anderszins intensief lezer van andermans teksten. Hij pakt het doorgronden van de mens en diens wereld dus bepaald niet lichtzinnig aan maar kijkt en luistert vanuit iedere denkbare en ondenkbare richting naar het bestaan. In zijn romans is dat hetgeen wat het eerst in het oog springt: de ongeëvenaarde intensiteit waarmee hij de taal kneedt en herkneedt om alles te kunnen verwoorden – bijna alles dan.

In de essays van Wat voorbij is begint pas is te lezen hoe die taalspier zo ongekend sterk kon worden, hoe de kleine Erwin zijn oor te luisteren legde bij de vrouwen in huis: ‘Over de lippen van de vrouwen gutste intussen taal als bloed over tempeltrappen; een taal die nooit genoeg scheen te krijgen van het bijna voyeuristische luisteren naar zichzelf […] Over alles en iedereen wierpen die schikgodinnen de sleepnetten van hun taal uit, woelend in de bezinksels van het bestaan.’

Later op school werd hij gevoelig gemaakt voor een heel andere taalsoort: ‘De taal die ik in de schoolbanken aangeleerd kreeg droeg tegenover die morsige taal rond tuin- of keukentafel het karakter van een beteugeling. Op school werd het woord een purgatorium binnengeleid. In de koele ruimte van de norm werd het van zijn texturen en onregelmatigheden ontdaan; een dubbelzinnige bevrijding.’ De niet in te tomen sensualiteit van de taal maar ook zijn strengheid en logica lijken twee polen in Mortiers brein te zijn geworden waartussen onophoudelijk zijn taal heen en weer knettert, die hij beluistert en noteert — gelukkig voor ons luiere geesten.

Ook als lezer toont Mortier zich meer dan toegewijd. De bundel bevat mooie, intieme stukken over zijn lezing en herhaalde herlezing van Woolf, Proust, Claus, Boon en Oek de Jong, en vele aanhalingen van filosofen als Nietzsche, Rancière en Derrida. Na Proust zijn Flaubert en Montaigne de Franse schrijvers die Mortier zeer na aan het hart liggen en aan wier hand hij het project van de schrijver uiteenzet.

‘Montaignes observatie “Er waart een verschrikkelijke pest onder de mensen. Ze denken dat ze iets weten,” zou de zijne [van Mortiers schrijvend alter ego] kunnen zijn. Naar mijn smaak zou het de leuze van elke rechtgeaarde schrijver moeten zijn.’

Over het engagement van de kunst waar hier en daar en steeds opnieuw zo naar gehaakt wordt, merkt hij op: ‘Haar politieke rol bestaat juist uit de afstand die haar verleend wordt, of de afstand die ze voor zich opeist.’(Daarmee is die onnozele kwestie voorgoed afgedaan!)

Onbepaaldheid is de sleutel, de schrijver is een onvolmaakt medium en zijn materiaal zijn de woorden die hun eigen leven leiden:

‘Woorden hebben behoefte aan onze smaak, onze lucht. Ze dorsten naar onze angsten, onze verlangens en driften. De afdronk van het levende lichaam dat ze heeft losgelaten vergezelt ze wanneer ze zich door de lucht bewegen of zich in de tekens op dit papier laten stollen. Hun geurspoor stelt jouw reukzin, lezer, in staat de werelden die ze oproepen te vervolmaken. In het woord lopen wij elkaar tegen het lijf als afwezigen. Onophoudelijk trekt dat gemis aan ervaringsruimten voor en achter de taal naar zich toe zoals een stofzuiger alleen maar zijn werk kan doen door een vacuüm te trekken.’

Esther Wils is redactiesecretaris van algemeen cultureel en literair tijdschrift De Gids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum