Recensie: Eén dag, vele levens

23 maart 2010 , door Karlijn de Winter
| | |

Voor Nederlandse literatuurkenners geldt Ian McEwans Saturday (2005) als een van de belangrijkste boeken van de eenentwintigste eeuw. Op de Top 21 die De Groene Amsterdammer met de hulp van schrijvers, critici, uitgevers en academici onlangs samenstelde, eindigde deze roman op de derde plaats. Alles hierin speelt zich af op een enkele dag, een grauwe Londense februaridag in 2003. Juist door dat korte tijdsbestek vangt dit boek precies de dilemma’s waarmee de mens van de jaren nul worstelt. 

15 februari 2003 is de dag waarop talloze betrokken burgers in heel Europa demonstreren tegen de op handen zijnde oorlog in Irak. Maar ook de dag waarop neurochirurg Henry Perowne met een op het eerste gezicht futiel auto-ongelukje te maken krijgt, waarvan de nasleep later behoorlijk uit de hand blijkt te lopen. Hoe fundamenteel deze gebeurtenissen echter ook zijn in een maatschappij, of in een mensenleven, ze beheersen niet de hele roman. Zoals deze gebeurtenissen ook deze zaterdag van Henry Perowne niet volledig beheersen.

Iedere willekeurige dag vult zich nu eenmaal vanzelf met allerlei uiteenlopende activiteiten en belevenissen. Het begint al als Perowne ’s morgens, veel te vroeg nog, wakker wordt. Tien over halfvier is het pas, en hij voelt zich al zo kwiek en helder dat hij opstaat en zijn schuifraam opent om naar buiten te kijken. Iedere beweging en iedere overweging die hij maakt krijgen we te lezen. Hoe onbetekenend ze ook lijken in het grote geheel van het bestaan, ze bepalen de ervaring van een moment.

Zo gaat het ook met de squashpartij die Perowne later op de dag speelt. De weergave van de wedstrijd bestaat uit veel actie (‘the ball falls short and he’s able to get under it to lob high into the rear left corner’, ‘He boasts the ball out, and Perowne lobs to the other side’). Beslissingen worden snel genomen, er is geen tijd voor terug- of vooruitblikken. Alles wat er buiten het squashen bestaat, vervaagt. Dat brengt Perowne, wanneer hij eenmaal in de kleedkamer met het televisiejournaal wordt geconfronteerd, op een treffende overdenking:

Perowne shifts position so the screen is no longer in view. Isn’t it possible to enjoy an hour’s recreation without this invasion, this infection from the public domain? […] He has a right now and then – everyone has it – not to be disturbed by world events or even street events. Cooling down in the locker room, it seems to Perowne that to forget, to obliterte a whole universe of public phenomena in order to concentrate is a fundamental liberty.’


Hij wijst hier op een centrale spanning in de roman: die tussen inkeer in jezelf en je eigen bezigheden en interruptie van andere gebeurtenissen die op jou slechts zijdelings betrekking hebben maar wel de aandacht trekken en vasthouden.

De discussie over de oorlog in Irak is precies zo’n kwestie die ongevraagd Perowne’s belevingswereld binnendendert. Die strijd om aandacht tussen wereldse vraagstukken, privéaangelegenheden en allerhande praktische verrichtingen gaat niet altijd zonder slag of stoot. Een scène die dit prachtig illustreert doet zich voor wanneer Perowne in de keuken staat om zijn bouillabaise voor de avondmaaltijd te bereiden. (Overigens is deze vissoep waarin van alles en nog wat aan ingrediënten dooreen wordt gehusseld op zich al een sterke metafoor voor deze volle, gevarieerde dag.)

Terwijl Perowne scampi’s afspoelt of zakken veldsla leegt in de slacentrifuge, kijkt hij met een schuin oog naar de beelden op de televisie. Beide eisen even hard zijn aandacht op. Bij de lezer wordt die sensatie ook daadwerkelijk opgeroepen doordat de blik telkens wissselt tussen de banaalste handelingen die Perowne nauwgezet uitvoert in de keuken en wat op tv wordt vertoond: nu weer het VN-gebouw in New York, dan weer legerwagens op de grens van Koeweit en Irak.

Maar grijpt dit conflict hem werkelijk aan? Hoewel deze problemen hem niet onverschillig laten, schijnen ze toch zijn alledaagse routines niet te verstoren. Dat roept ook bij de lezer de vraag op: in hoeverre blijft Perowne net als zovelen van ons niet naar het televisiescherm kijken om zijn geweten te sussen, in plaats van daadwerkelijk actie te ondernemen? Wanneer zijn auto-ongeluk van ’s morgens later die avond nog een zeer naar staartje krijgt waar zelfs met messen wordt gedreigd, verdwijnen de wereldlijke issues dan ook gelijk uit beeld.

Juist door het gecomprimeerde tijdsbestek van een dag laat Saturday zien hoe gecompliceerd het moderne leven is. Perowne, maar eigenlijk iedereen, schakelt telkens tussen verschillende levenssferen en verantwoordelijkheden. Met zijn denken en zijn doen past hij zich daar iedere keer op aan. Zijn hoofd vult zich met substantie naargelang wat de situatie van hem vraagt. Zo leidt hij in feite vele, onderling botsende levens op deze ene Saturday.

Karlijn de Winter studeerde communicatie- en informatiewetenschappen aan de VU te Amsterdam en Italiaanse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht. Op dit moment werkt ze als freelance tekstschrijver. Daarnaast is ze redactielid van Recensieweb.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum