Recensie: Een leven van slavenopstand

30 april 2010 , door Martien Versteegh
| | |

Zarité wordt als negenjarig meisje verkocht aan een rijke plantage-eigenaar op het eiland Saint-Domingue. Toulouse Valmorain is een man die weliswaar zegt humaan met zijn slaven om te gaan, maar wel van mening is dat negers een beperkt denkvermogen hebben, gewelddadig en ongeordend zijn en geen edele gevoelens hebben. Isabel Allende vertelt in haar nieuwste roman, Het eiland onder de zee (La isla bajo el mar, in de vertaling van Rikke Degenaar), een verhaal over onrecht, strijd en vrijheid. Door martien versteegh.

Het verhaal speelt zich voornamelijk af rond Valmorains plantage. Hij is als jonge vent naar Saint-Domingue — het latere Haïti — gekomen op verzoek van zijn zieke vader. Die blijkt stervende en Valmorain blijft, tegen heug en meug, op de plantage om de inkomsten van zijn familie veilig te stellen. Hij haalt een Spaanse vrouw uit Cuba, die echter al snel psychische problemen ontwikkelt, waarna Valmorain zich stort op de dan nog steeds zeer jonge Zarité. Als zij een kind van hem krijgt, wordt dat haar afgepakt. Wel moet ze zorgen voor het enige kind dat Valmorains wettige vrouw hem schenkt: Maurice. Als Zarité na een paar jaar nog een kind krijgt, Rosette, mag ze dat bij zich houden van haar baas, omdat zijn vrouw dan al zover van de wereld is dat ze geen vermoedens zal koesteren. Maurice en Rosette groeien op als broer en zus.

De ontwikkelingen op deze suikerrietplantage spelen zich af tegen de achtergrond van de roerige geschiedenis van het eiland. Slavernij komt steeds meer ter discussie te staan. Zo is dokter Parmentier, die voor de zieke echtgenote van Valmorain zorgt, tegen het systeem. Maar de gevestigde orde, waar Valmorain deel van uitmaakt, is van mening dat de hele wereldeconomie van de slavernij afhangt. Dat het onmogelijk is plantages te hebben zónder slaven. Als de opstandelingen erin slagen het eiland over te nemen en er daarmee sprake is van de eerste succesvolle slavenopstand, vlucht Valmorain met Zarité en de twee kinderen naar New Orleans. Haïti wordt een zelfstandig land, waar de negers het voor het zeggen hebben. Allende schroomt niet te laten zien dat een deel van de overwinnaars net zo wreed (geworden) zijn als hun voormalige uitbuiters.

Ook Valmorain heeft geen verheffende inzichten gekregen. Hij heeft zijn leven te danken aan zijn slavin, maar dat bezorgt hem geen gevoel van dankbaarheid, eerder van gefrustreerde boosheid. Ook in New Orleans zet hij een plantage op die door slaven wordt bewerkt. Zarité ondertussen blijft vechten voor haar eigen vrijheid.

De Chileense auteur slaagt er wederom in een meeslepend verhaal te vertellen, vooral als ze het persoonlijke relaas van de hoofdpersonen vertelt. Dat doet ze deels door Zarité aan het woord te laten en deels met een alwetende verteller. Die afwisseling werkt goed, omdat ze daarmee een duidelijk beeld creëert van verschillende kanten van het verhaal en bovendien goed in staat is de geschiedenis uiteen te zetten en veel te laten zien over de verschillende culturen. Een mooi voorbeeld daarvan is de legende van Macamdal, een dappere slaaf die wordt terechtgesteld:

‘Blancos y mulatos vieron que Macamdal se soltó de las cadenas y saltó por encima de los troncos ardientes, pero los soldados le cayeron encima, lo redujeron a golpes y lo condujeron de vuelta a la pira, donde minutos más tarde se lo tragaron las llamas y el humo. Los negros vieron que Macamdal se soltó de las cadenas, saltó por encima de los troncos ardientes y cuando los soldados le cayeron encima se tranformó en mosquito y salió volando a través de la humareda […]. Los blancos y affranchis vieron el cuerpo chamuscado de Macamdal. Los negros sólo vieron el poste vacío.’
‘Blanken en mulatten zagen hoe Macamdal zijn ketenen afwierp en over de brandende houtblokken sprong, maar ook dat de soldaten hem grepen, in elkaar sloegen en naar de vuurstapel terugvoerden, waar hij enkele minuten later werd verzwolgen door de vlammen en de rook. De negers zagen hoe Macamdal zijn ketenen afwierp en over de brandende houtblokken sprong, maar ook dat hij toen de soldaten hem wilden grijpen in een mug veranderde en door de dikke rookwolken ontsnapte […]. De blanken en de affranchi's zagen het verkoolde lichaam van Macamdal, de negers zagen alleen de lege staak.’

Allende is een rasverteller en dat bewijst ze wederom met deze prachtige roman vol boeiende personages en verhaallijnen. Toch lijkt ze iets van haar natuurlijke souplesse kwijt te zijn. Zo halen de politieke stukken je soms wat uit het verhaal en lijkt ze af en toe een stukje verhaal vergeten te zijn, dat later dan toch nog op een wat minder voor de hand liggende plek moet worden toegevoegd. Niets wat een kritische redacteur er niet uitgehaald zou kunnen hebben, maar misschien is Allende een te grote beroemdheid geworden om een kritische redacteur te kunnen waarderen. Dat is jammer, maar erger dan dat is het ook niet. Want ze slaagt erin een aangrijpend relaas te schrijven over een onrecht dat weliswaar officieel is afgeschaft, zoals ze zelf regelmatig aangeeft, maar dat helaas de wereld nog niet uit is.

Martien Versteegh studeerde Romaanse Talen en Culturen en is de drijvende kracht achter Donkigotte, dat beeld verwoordt en woord verbeeldt.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum