Recensie: Een woestijn van tijd

30 november 2015 , door Emmi Schumacher
| | |

In de eerste pagina’s van Falling Man (2007), Don DeLillo’s roman over 11 september, werd de lezer ondergedompeld in de chaos en de angst op de straten van New York, net nadat de eerste toren in elkaar was gestort. Point Omega, zijn nieuwste, ligt in dezelfde lijn: een van de hoofdpersonen is een conservatieve intellectueel die als adviseur betrokken was bij de oorlog in Irak. Met het grote verschil dat hij vertrokken is uit de machtscentra van New York en Washington om zijn intrek te nemen in een vervallen huis in de Californische woestijn, ‘to eat, sleep and sweat (…) to do nothing, sit and think’. Door emmi schumacher.

De ex-adviseur, Richard Elster, wordt gezelschap gehouden door Jim Finley, een filmmaker die een documentaire over hem wil maken, en later ook door Elsters dochter Jessie. Ze brengen de tijd door met eten (omeletten), drinken (whiskey) en praten. De lange, lege dagen in de al even lege woestijn hebben een vreemd effect op de drie: afstanden worden irrelevant, tijd krijgt een andere, diepere betekenis dan ze heeft in de bewoonde wereld. Tijd is een van de favoriete onderwerpen van Elster, die een eindeloze voorraad aan niet alleen politieke maar ook filosofische ideeën lijkt te hebben. Als een onverwachte en geheimzinnige gebeurtenis Elster en Finley dwingt de woestijn vroegtijdig te verlaten, blijken alle theorieën van de wereld echter nutteloos.

‘We drove in silence behind a motorboat being towed by a black pick-up. I thought of his remarks about matter and being, those long nights on the deck, half smashed, he and I, transcendence, paroxysm, the end of human consciousness. It seemed so much dead echo now. Point omega. A million years away. The omega point has narrowed, here and now, to the point of a knife as it enters the body. All the man’s grand themes funnelled down to local grief, one body, out there somewhere, or not.’

Sinds DeLillo’s definitieve commerciële doorbraak met Underworld (1997) is zijn werk niet altijd onverdeeld positief ontvangen. Ook over Point Omega zijn de critici niet unaniem enthousiast: Geoff Dyer van de New York Times bijvoorbeeld vindt de roman op sommige punten een slap aftreksel van eerder werk, en Judith Shulevitz draagt bij Slate aan dat DeLillo’s personages aanvoelen als gepersonifieerde ideeën in plaats van als personen. Vooral deze laatste kritiek is niet onterecht te noemen. Elster, Jim Finley en Jessie blijven altijd op een afstand, blijven personages die zich gedragen als mensen maar waarvan het moeilijk is de menselijkheid te voelen. De verschillende niveaus waarop Point Omega te lezen is – het niveau van een roman, en dat van een filosofisch extract – lijken maar geen harmonieus geheel te willen vormen.

Maar er zit meer in een roman dan personages of gefilosofeer alleen. De leegte, de stilte, de hitte, de overdonderende aanwezigheid van de woestijn worden door de stilist DeLillo meer dan levensecht overgebracht:

‘I looked out into the blinding tides of light and sky and down toward the folded copper hills that I took to be the badlands (…) it was too vast, it was not real, the symmetry of furrows and juts, it crushed me, the heartbreaking beauty of it, the indifference of it…’

Wat uiteindelijk het meest doordreunt aan Point Omega zijn niet de theorieën over al die materie, al die tijd, of de personages die met man en macht aan die theorieën proberen vast te houden; het is het feit van de onveranderbare maar nog altijd onbegrijpelijke wereld om ons heen.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum