Tien jaar hebben liefhebbers van Jean-Jacques Schuhl moeten wachten op een nieuw boek. Voor het vorige, Ingrid Caven, geïnspireerd op zijn partner, de Duitse actrice Ingrid Caven, ontving hij de Prix Goncourt 2000. Entrée des fatômes is een absurdistisch verhaal over de schrijver Charles die al tien jaar tobt met het boek waar hij aan werkt en overspoeld lijkt te worden door schimmen uit het verleden: uit zijn eigen leven, maar ook personages uit boeken en films die hij heeft gelezen en gezien. Zijn vaste toehoorder is Davé, een geletterde Chinees die een restaurant runt waar Charles vaak komt. Door arjen van meijgaard.
Davé luistert naar Charles, lacht om zijn anekdotes, brengt hem zijn eten en is op de achtergrond aanwezig wanneer Charles het verleden de revue laat passeren. Naast Davé is ook het aquarium in het restaurant een terugkerende constante factor. De vreemdsoortige vissen waaieren door het water, net als de fantomen in de gedachten van Charles.
Het verhaal, de herinneringen en overpeinzingen worden opgehangen aan een belangrijk voorval. Raul Ruiz, een bekende cineast, dineert ook in het restaurant en stapt op een avond op Charles af om te vragen of hij in een remake van Les Mains d’Orlac de rol van chirurg wil spelen. Deze chirurg is een soort dr. Frankenstein en vervangt de handen van een virtuoze pianist met die van een moordenaar. De pianist verliest de controle over zijn handen die niets anders willen dan moorden.
Charles voelt zich vereerd en bereidt zich in stilte voor op zijn rol van slechterik. Hij loopt al mank, door slijtage aan zijn heup. Humoristisch is het lijstje dat hij heeft gemaakt met beroemde manklopers om zich minder eenzaam te voelen:
‘Comme je l’ai dit, je m’étais fait ma petite liste de boiteux illustres, histoire de me sentir moins seul et même d’anoblir mon handicap: lord Byron, Ignace de Loyola, Goebbels, le duc de Talleyrand, le Docteur Mabuse.’
Is het een vlucht uit het schrijverschap of zou deze rol juist een nieuwe impuls aan zijn leven geven waardoor hij weer tot schrijven komt, vraagt hij zich af. En wat zou hij liever doen, schrijven of acteren? Niet alleen is het boek doorspekt met namen uit de toneel- en filmwereld, ook de stijl is filmische en constant in beweging.
Korte zinnen, gedachtesprongen als beeldwisselingen, close-ups van de vissen in het aquarium en beelden van een stad bij nacht roepen een specifieke sfeer op. Twijfels over zijn schrijverschap verbindt Charles zelfs aan een videospel:
‘Je sais pas… Je suis bloqué... incapable de ficeler une histoire, camper un personnage, faire avancer l’action, c’est décousu et obscur et j’ai aucune imagination... La fille et le garçon, je n’arrive pas a les faire se rencontrer. Pour le moment, ça n’a pas de vie, on dirait le scénario inachevé d’un jeu vidéo, et la fille n’est pas plus vivante...’
Maar Entrée des fatômes begint niet als de geschiedenis van Charles; de eerste dertig pagina’s zijn het begin van een roman over een mannequin die in een taxi door een verlaten en donker landschap rijdt om een opdracht uit te voeren. Dit is het verhaal dat Charles probeert te schrijven terwijl hij ronddoolt in zijn gedachten met zijn fantomen. En uiteindelijk lukt het hem. Ten dele. Dit verhaal is daarmee als een fantoom, die je nooit helemaal te zien krijgt en al weer weg is voor je het door hebt.
Entrée des fatômes eindigt met een verheldering van die eerste pagina’s, van het hele boek eigenlijk: Charles zoekt en vindt, maar dan in omgekeerde volgorde. De fantomen zijn daarbij zijn kompanen, tegen de eenzaamheid en als hulp bij het schrijven.
Nu maar hopen dat het niet weer tien jaar duurt voor er een nieuw boek verschijnt. Of zelfs vijfentwintig, zoals tussen zijn laatste en voorlaatste boek. Maar je weet nooit met fantomen wanneer ze binnenkomen.
Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en derecensie-web.log.