Een goed filmboek brengt ten minste twee dingen teweeg: het heropent je ogen voor bekende films en het maakt nieuwsgierig naar nog onbekende namen. In deze opzet lijkt Take 100, waarin festivaldirecteuren van tien internationaal toonaangevende festivals ieder tien films uitkiezen van opkomende filmmakers en hun keuze toelichten, bij voorbaat al geslaagd. Het fraai uitgegeven boek biedt een overzicht van honderd nieuwe regisseurs, voorzien van prachtige setfoto’s en stills, gedegen credits (draailocaties worden bijvoorbeeld aangegeven), een kenmerkende dialoog en een essay van de selecteur. Het nodigt uit tot bladeren en beetje bij beetje lezen, zegt helen westerik.
De festivaldirecteuren die aan het woord komen, zijn afkomstig van de festivals van onder meer Toronto, Pusan, Locarno en Buenos Aires. Niet alleen betekent dit dat de westerse, of liever, Amerikaanse film niet oververtegenwoordigd is, maar ook dat er een grote verscheidenheid in genres en stijlen aan bod komt. Zo kiest de tweehoofdige directie van het Toronto International Film Festival John and Jane van de Indiase Ashim Ahluwalia omdat dit, zo zeggen ze, de uitgelezen eenentwintigste-eeuwse pedant is van alternatieve filmindustrie in Mumbai: een documentaire die de grenzen van het genre ver overstijgt en bijna science fiction wordt. John and Jane legt de merkwaardige gevolgen van de globale economie vast door een aantal medewerkers van een call center te volgen. Ze krijgen een spoedcursus ‘Amerika’ waarin ze een Amerikaans accent moeten nabootsen en winkelfolders moeten bestuderen: alles om de culturele drempel met de Verenigde Staten te verlagen. Hun eigen culturele identiteit raakt daardoor in de knoop. Volgens de selecteurs is de film daarmee een goed voorbeeld van het andere Mumbai, dat naast het bekende Bollywood bestaat. Ze kiezen deze onbekende film naast bijvoorbeeld Me and you and everyone we know van Mirande July, een filmhuishit die ook in Nederland een grote schare fans heeft vanwege de lichtvoetige vreemdheid en aanstekelijke melancholie. Een andere film die het tweetal noemt is Stellet Licht van Carlos Reygadas: een extreem traag drama over een mennonietengemeenschap in Mexico die ook onder meer draaide op het International Film Festival Rotterdam.De selectie van de twee laat zien waar hun voorkeur ligt: bij hoogst persoonlijke en originele films die zich niet aan genreconventies houden, en een eigen narratieve en visuele stijl hebben zonder publieksonvriendelijk te worden. En dat zegt dan weer iets over hun festival: hoewel er veel meer sterren naar Toronto komen dan naar ons eigen Rotterdamse festival, blijven ook daar kleine juweeltjes te zien. De maker staat centraal en zo hoort het ook.
Sergio Wolf is niet alleen directeur van het Buenos Aires Festival maar ook professor, documentairemaker en schrijver van scenario’s en filmboeken. Een van zijn keuzes is Waltz with Bashir van Ari Folman. Ook Wolf kiest voor een documentaire, die anders is dan andere: het is een animatiefilm. Wolf legt haarfijn uit waarom deze film zo bijzonder is. Waltz with Bashir is de zoektocht van hoofdpersoon en filmmaker Folman naar de gebeurtenissen tijdens de gewelddadige inval van Israël in Libanon in 1982, ten tijde van de dienstplicht van Folman. Folman kiest niet voor de voorspelbare weg van de geëngageerde politieke documentaire, die volgens Wolf alleen geschikt is om je trouw aan idealen tentoon te spreiden. Nee, hij onderzoekt de mogelijkheden om een historische gebeurtenis boven het niveau van een genrefilm of een oorlogsdocumentaire uit te tillen door een exreem persoonlijk standpunt in te nemen, niet alleen inhoudelijk maar ook stilisitisch. De herinneringen aan de bloederige geschiedenis zijn veranderd door de afstand in tijd, maar ze zijn niet minder geworden. Bij sommige van zijn vrienden hebben ze de vorm van nachtmerries of hallucinaties aangenomen. Selecteur Wolf legt uit dat het subversieve van deze film zit in de manier waarop Folman het verleden gebruikt om de film van de toekomst te maken. De dunne scheidslijn tussen wat echt is en nachtmerrie, tussen persoonlijke waarheid, waanzin en realiteit, wordt het best weergegeven door de vorm: interviews zijn echt, stemmen zijn echt, maar de film is geanimeerd. We horen iedereen praten, maar de echte herinneringen ontglippen de geïnterviewden; ze zijn nooit precies. Deze radicale tegenpool van het madeleine-moment van Proust, maakt deze filmmaker in de ogen van Sergio Wolf tot chroniqueur van de eenentwintigste eeuw.In de honderd filmbeschrijvingen in Take 100 is de motivatie voor de keuze steeds helder, ook voor films die niet direct als baanbrekend worden gezien. Het mooie van dit boek is bovendien, dat het tegelijkertijd laat zien waarop festivals hun keuzes baseren, en wie de veelbelovende filmmakers van dit moment zijn. Ook in de films zelf biedt het vuistdikke boek frisse inzichten. De binnenflap meldt dan ook trots dat dit het eerste boek is dat poogt een filmfestival in boekvorm te zijn. Hoewel het jammer is dat er geen index per festivaldirecteur in is opgenomen, en je dus zelf lijstjes zou moeten samenstellen van wie wat heeft aangedragen, is het waarom van de keuzes heel duidelijk. Deze honderd films op een groot doek zouden inderdaad een geweldig festival opleveren.
Voor meer informatie over de beste internationale filmfestivals, zie de website van Indiewire.
Helen Westerik is rubrieksbeheerder Film bij Athenaeum Boekhandel. Samen met Louise Fresco schreef ze Verraad, Verleiding en Verzoening. De rol van eten in speelfilms. Ze selecteerde onder meer films voor het Shadow Documentaire festival.