Recensie: Grenzen aan het bevattingsvermogen van een babyboomer

12 april 2010 , door Leonhard de Paepe
| |

Als het concept vrijheid wordt verabsoluteerd, dan eindigen ook de beste ideeën in een catastrofe. Dat is de dialectische conclusie van Ian Buruma’s Grenzen aan de vrijheid. Van de Sade tot Wilders, het essay van de maand van de filosofie 2010. Het is Buruma’s verdienste dat hij in deze publicatie de interne paradox van het begrip vrijheid – lang geleden al vervat in Isaiah Berlin’s onderscheid tussen positieve en negatieve vrijheid (vrijheid om en vrijheid van) — blootlegt en nog maar weer eens uitlegt dat er altijd en overal een grens aan de vrijheid zit.

N.B. Lees ook van Ian Buruma fragmenten uit Na de moord in AmsterdamHet Churchillcomplex, Tokio mon amour, Hun beloofde land en Het loon van de schuld

Ian Buruma (Den Haag, 1951) werd ondermeer bekend door zijn boek Occidentalisme. Het Westen in de ogen van zijn vijanden, dat hij samen met de Israelische filosoof Aishai Margalit (1939) schreef. In dat boek verdedigden zij de Verlichting als fundament voor de beschaving tegen het ‘occidentalisme’, waarvan ze de verderfelijke wortels terugvonden in de laat-negentiende-eeuwse Duitse filosofie.

Ook nu weer bewandelt Buruma het pad van de Verlichting, en dat verheldert de zaak niet. Hij werkt de veronderstelde koppeling tussen rede (Verlichting) en vrijheid namelijk niet uit. Op de eerste bladzijde serveert hij Heidegger af omdat hij Europa probeerde te beschermen tegen het oprukkende ‘Amerikanismus’ dat de Europese beschaving zou verweken en ten slotte vernietigen. Ten onrechte, meende Buruma in zijn studie uit 2004. Maar wat lezen we in hoofdstuk drie van dit essay?

‘Neoliberalisme dat vanuit de Verenigde Staten is overgewaaid naar andere landen, is wars van positieve vrijheden. Alles draait om economische efficiëntie, productiviteit en de negatieve vrijheden van bankiers en zakenlieden om daar hun voordeel bij te behalen. […] Maar zonder enige impuls van positieve vrijheden verarmt de politiek.’

Niet alleen de politieke, ook de culturele pendant van de beschaving is opgeslokt door deze economische efficiëntie en de gevolgen daarvan zien we dagelijks. Precies dát is wat Martin Heidegger glashelder heeft voorspelt - het rekenende denken noemde hij dat. Maar dat ontgaat Buruma, vastgegroeid als hij is aan zijn Verlichtingsthema. Als babyboomer blijft hij hardnekkig actuele politieke problemen beschouwen in het licht van de thema’s van zijn generatie, te weten: feminisme, seksuele vrijheid (geüdatet als: pornografie), communisme en natuurlijk de Tweede Wereldoorlog. Als hij te spreken komt over mensenrechten schrijft hij expliciet: ‘De belangrijkste drijfveer [voor het opstellen van de mensenrechten - LdP] kwam pas na de gruwelijke massamoorden in de Tweede Wereldoorlog.’ En zo worden we geconfronteerd met de stokpaardjes van een generatie die maar niet kan inzien dat haar conceptuele kaders niets meer verhelderen.

Want vrijheid is, hoewel een actueel thema, niet langer een werkelijk probleem waar het (vrije) westen mee worstelt. Integendeel, de generatie van Buruma (die van ‘68) heeft zoveel culturele grenzen overhoop gegooid dat nu niet de vrijheid, maar de volkomen grenzeloosheid een probleem is. Buruma’s generatie heeft gevochten voor vrijheden die tegenwoordig zijn omgeslagen en monsterlijke proporties aannemen van seksuele ongeremdheid, doorgeslagen individualisme, verslaving, grove beledigingen in het parlement en een grenzeloze graaicultuur op de vrije markt.

‘Het gaat mij in deze beschouwing juist om de beperkingen op de vrijheid om dingen te doen die stoelen op goede principes.’ Goed, het is heel bewonderenswaardig dat hij vaststelt dat er grenzen aan de vrijheid (moeten) zitten, maar de vraag blijft: waar liggen die grenzen? Dat is de opdracht van de jonge intellectuelen die maar nergens het woord krijgen. Buruma rekent af met een idée-fixe van zijn generatie, namelijk dat meer vrijheid altijd iets goeds is. Dat is voor mijn generatie een open deur, maar aan iedere babyboomer zou ik zeggen: lezen.

Leonhard de Paepe studeerde aan de kunstacademie en is filosoof. Hij schrijft voor NRC Handelsblad.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum