Recensie: Hoe authentieke buurten gewone buurten worden

09 augustus 2010 , door Lodewijk Brunt
| | | |

Jane Jacobs verzette zich met alle macht tegen de stedenbouwers en planologen die haar geliefde Greenwich Village in New York City met de grond gelijk wilden maken. Er moesten brede snelwegen doorheen getrokken worden, hoge flatgebouwen neergezet en een strikte scheiding tussen wonen, transport en werken aangebracht. De straat werd beschouwd als een verderfelijk overblijfsel uit een achterlijk tijdperk. In tal van andere steden gebeurde hetzelfde - als het aan sociaaldemocraten als Joop den Uyl of Han Lammers had gelegen, zou de binnenstad van Amsterdam inmiddels één grote Wibautstraat zijn geweest. Jacobs bepleitte een menselijke stad met drukke straten als interessante ontmoetingsplekken. Huisvrouwen en kleine winkeliers hielden toezicht, zodat criminaliteit geen kans zou krijgen en kinderen veilig buiten konden spelen. Ze legde haar visie vast in het klassieke The Death and Life of Great American Cities.
Tot op de dag van vandaag wordt Jane Jacobs alom geprezen om haar vooruitziende blik en haar leeuwenmoed om stand te houden tegen het front van stedenhaters en stadsvernielers. Maar in het zojuist verschenen Naked City, door sociologe Sharon Zukin, wordt Jane Jacobs nogal hardhandig op haar nummer gezet.

De geboorte van een authentieke buurt

Zukin houdt zich bezig met stedelijke veranderingen zoals deze zich manifesteren in specifieke buurten. Daartoe analyseert ze nauwkeurig wat zich heeft afgespeeld in een paar bekende New Yorkse wijken zoals Williamsburg, East Village en het gebied rond Union Square, maar ook een voormalig no go area als Harlem. Ze vindt een patroon: uitgewoonde buurten worden ‘ontdekt’ door krakers, kunstenaars, immigranten en ondergaan een gedaantewisseling. Er komen vervolgens aantrekkelijke winkeltjes met plaatselijke producten, restaurants met exotisch voedsel en er ontstaat een dynamische, kosmopolitische sfeer. Een ‘authentieke buurt’ is geboren.

Als er in de kranten en tijdschriften steeds meer over de buurt wordt geschreven, vestigen zich in snel tempo welgestelde bewoners die zorgen voor gentrification: de huizenprijzen stijgen, de buurt wordt opgeknapt en binnen een paar jaar kom je er niet meer aan te pas. Wat gold als een ‘typische’, ‘authentieke’, ‘originele’ wijk is overgenomen door vertegenwoordigers van de gegoede middenklasse en alles wat de buurt aanvankelijk zo aantrekkelijk maakte, met name de menging van de bevolking en de creatieve atmosfeer, is verdwenen. In Amsterdam heeft iets dergelijks zich afgespeeld in de Jordaan: een ‘typische’ Amsterdamse volkswijk, maar alle échte Jordanezen wonen allang in Purmerend of Almere.

Op sommige plekken gaat het anders. Union Square was zó verloederd dat de omwonenden, particulieren en bedrijven, de handen ineensloegen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd hier de eerste BID opgericht: een Business Improvement District. De grond bleef uiteraard in handen van de overheid, maar het beheer werd overgedragen aan een particuliere organisatie: beveiligers, ordebewakers en schoonmakers. Het gevolg was dat het plein en omgeving werden ‘gesaneerd’. Geen ongewenste elementen meer, zoals daklozen, junkies of dealers, en vierentwintig uur per etmaal opgeruimd, schoon en veilig. Een onoverdekt winkelcentrum of mall, waar de welgestelde, kleinburgerlijke consument koning is. In De Verenigde Staten wordt in dit verband gesproken over de mallification van de openbare ruimte.

De mode en de markt van authenticiteit

Zukin laat zien dat steden onderworpen zijn aan de markt en daardoor gevoelig voor veranderingen in uitstraling, smaak en mode. Of we het leuk vinden of niet, betoogt Zukin, onze voorkeur voor caffè latte, designer kleding, gezond voedsel en audiovisueel speelgoed verdrijft ordinaire vreettenten en goedkope massawinkels. Op dezelfde manier zorgt onze wens om aan het water te wonen in grootschalige voormalige pakhuizen ervoor dat zulke gebouwen worden gerestaureerd en voor bewoning geschikt gemaakt. Maar ook dan geldt dat alles wat er vroeger zat, verdreven wordt en verdwijnt. ‘Authentiek’ is een modewoord geworden, verouderd voordat je er erg in hebt.

Jane Jacobs heeft ons volgens Zukin verleid met haar warmbloedige schilderingen van ‘stedelijke dorpen’, waar harmonie heerst en waar mensen elkaar en de buurt op hun duimpje kennen. Zulke buurten bestaan bijna niet meer, ze zijn verdwenen in het voetspoor van hun ‘stichters’, de werkgevers van de buurtbevolking. Dat waren de fabrieken, havens, ateliers en kantoren die de stad verlieten op zoek naar ruimte of die de stad werden uitgedreven vanwege hun geluids- en stankoverlast of gebrekkige transportfaciliteiten.

Jacobs toonde ons een wereld die in de tijd dat ze erover schreef aan het verdwijnen was. Er zijn geen huisvrouwen meer die de hele dag toezicht houden op straat en praatjes kunnen aanknopen met de winkelier op de hoek. Het bestaan is mobiel en jachtig geworden, we hebben geen gelegenheid om diep in een stadsbuurt te wortelen.

Kanttekeningen bij de kanttekeningen

Zukins kanttekeningen bij Jacobs zijn interessant, maar haar overtuigingskracht zou groter zijn als haar bewijsmateriaal duidelijker was. Je moet als lezer New York City intiem kennen, wil je haar een beetje kunnen volgen in haar subtiele beschrijvingen van wat zich daar heeft afgespeeld. Maar ook haar begrippenapparaat is niet helder. Het gaat haar vooral om ‘authenticiteit’, maar wat we daar nou precies onder moeten verstaan... ik ben af en toe de draad kwijtgeraakt.

Zoals ik ook niet goed begrijp waar de titel van haar boek op slaat. Naked City is ontleend aan de geruchtmakende misdaadfilm van Jules Dassin van vlak na de tweede wereldoorlog; is het de ‘ontluistering’ van de stad die Zukin voor ogen staat? Jammer zoiets, want Jane Jacobs is postuum weliswaar heilig verklaard, maar verdient wel degelijk een serieuze discussie.

Lodewijk Brunt is stadssocioloog.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum