Na één hoofdstuk van Steven Johnsons Where Do Good Ideas Come From? begon ik te twijfelen. Ben ik niet iets te enthousiast? Val ik met mijn leergierige geest ten prooi aan gladde managementpraatjes? En is dit niet de zoveelste valse bedrijfsprofeet die de wereld probeert te overtuigen van een revolutionaire manier van denken? Zeven hoofdstukken later weet ik wel beter. Where Do Good Ideas Come From is alles behalve een valse profetie. Zonder te vervallen in onnodige abstractie of fancy terminologie onthult Johnson de fascinerende natuurwetten van innovatie. Door misha velthuis.
Johnson, internetgoeroe van het eerste uur (bekijk hem op Fora.tv of bij TED) en auteur van meerdere populair-wetenschappelijke bestsellers (Everything Bad is Good For You, The Invention of Air), structureert zijn boek rondom zeven essentiële concepten uit de innovatieleer. Elk van deze concepten is relevant voor zowel natuurlijke innovatie als mensgedreven innovatie en is toepasbaar op zowel kleine als grote schaal. Dit raamwerk van alomvattende wetmatigheid vult hij vervolgens op met anekdotes, waarbij hij geen enkel hoekje leeg laat. Zo schiet hij van de Precambrische oersoep naar Google, en van onze hersenen naar de Renaissance, zonder daarbij de gemene deler uit het zicht te laten verdwijnen.
Een van de belangrijkste concepten is ‘the liquid network’. ‘Liquid networks’ bezitten eigenschappen die innovatie in de hand werken. Zowel onze hersenen als de Renaissance voldoen aan de deze eigenschappen. Een idee, zo stelt Johnson, is simpelweg een bepaalde combinatie actieve neuronen in onze hersenen. Wat onze hersenen tot een ‘liquid network’ maakt is de capaciteit om gemakkelijk nieuwe combinaties te maken, zonder daarbij nieuwgevormde combinaties onmiddellijk weer af te breken.
Om een vergelijkbare reden was ook de Renaissance een ‘liquid network’. Tijdens de Renaissance ontstond er in Noord-Italië ruimte voor de uitwisseling en combinatie van nieuwe ideeën, zonder dat deze nieuwgevormde ideeën onmiddellijk de kop werden ingedrukt. De reden voor de innovativiteit van onze hersenen is dus analoog aan de reden voor de innovativiteit van de Renaissance.
Johnsons zoektocht naar zulke analogieën leidt hem dwars door de natuur- en sociaalwetenschappelijke canon. Zo vormt Darwins evolutieleer een terugkerend thema, maar neemt hij ook de leer van Marx en Engels op. Niet toevallig sluit deze interdisciplinaire werkwijze aan bij een van zijn aanbevelingen. Where Do Good Ideas Come From is een krachtig pleidooi voor interdisciplinariteit. Volgens Johnson ligt de meerwaarde van interdisciplinariteit niet alleen in de som der disciplinaire delen, maar evenzeer in de bijkomende stimulans van de algehele creatieve productiviteit. Hoe vergroot je de kans op goede ideeen? Verbreed je horizon en verdiep je in verschillende disciplines.
De overlap tussen zijn werkwijze en zijn aanbevelingen is natuurlijk niet verrassend. Tot op zekere hoogte hoort een boek als Where Do Good Ideas Come From? een handleiding tot het schrijven van zichzelf te zijn – als Johnsons aanbevelingen hout snijden moet zijn boek steengoed zijn. Toch is het boek – in tegenstelling tot wat de titel lijkt te suggereren – geen handleiding tot het vormen van goede ideeën. De ondertitel – The Natural History of Innovation – doet de werkelijkheid meer recht aan. Johnson bespreekt hoe je innovatie kunt stimuleren. Zijn concepten beschrijven de omstandigheden waaronder de totstandkoming van ideeën floreert. Over de normatieve beoordeling die op deze totstandkoming moet volgen zeggen ze niets – een ‘liquid network’ produceert niet per definitie goede ideeën. De lezer die puur op de hoofdtitel voor dit boek kiest komt dus bedrogen uit.
Mijn kritiek reikt echter niet verder dan de titel en een eenzaam rekenfoutje op pagina 10. Met een zorgvuldig opgebouwde analyse vol interessante anekdotes neemt Johnson mijn aanvankelijke twijfel absoluut weg; er is zonder twijfel voldoende reden om enthousiast te zijn over dit boek. Soms vind je zo’n boek dat je iedereen wilt aanraden omdat je er zelf interessanter door lijkt.Where Do Good Ideas Come From is zo’n boek.
Misha Velthuis studeerde Fysische Geografie (BA) en Politicologie, richting Internationale Betrekkingen (MA). Momenteel verzorgt hij werkgroepen politicologie aan de UvA.