Recensie: Monty Python, sigmoïdoscopie en verlies op penalties

25 januari 2010 , door Bram Gerrits
| | |

Ik ben niet de oprichter van Monty Python, noch scriptschrijver, acteur, documentairemaker of schrijver van reisboeken. Ik denk niet dat iemand mijn dagboeken zou willen lezen: Michael Palin is nu eenmaal een interessanter en veelzijdiger figuur dan ik. Daarom is het een heimelijk genoegen om tijdens het lezen te kunnen constateren dat zijn leven op momenten misschien wel minder boeiend dan het mijne is. 

Halfway to Hollywood beslaat de periode 1980-1988. Het is fascinerend om te volgen hoe Palin zich vanuit Monty Python ontwikkelt als scriptschrijver, en vervolgens als acteur, om vervolgens reisdocumentaires te gaan maken. Geluk is een belangrijke factor in deze bijzondere carrière: John Cleese begint aan A Fish Called Wanda met het idee dat Palin een geweldige stotteraar kan spelen; voor Around the World in 80 Days is hij gedeelde derde keus. In de korte introductie vat Palin zichzelf treffend samen als ‘a man who still doesn’t know what he wants to do, or what he’s particulary qualified to do’.

Die karakteriseringen en feiten komen op fragmentarische en idiosyncratische wijze langs: Palin introduceert mensen vaak niet, laat aangekondigde gebeurtenissen onbeschreven, poogt niet de motieven van personen te duiden. Dat is eigen aan het genre van het dagboek, en Halfway to Hollywood laat zich dan ook eerder lezen als aantekeningen voor een autobiografie dan als een volwaardige levensbeschrijving. Proberen te reconstrueren wat zich nu precies heeft afgespeeld – het persoonsregister, dat 33 pagina’s beslaat, leent zich daar goed voor – maakt het lezen tot een aangename intellectuele puzzel.

Maar zoals een biografie zich zelden uitsluitend tot iemands werkende lezen beperkt, zo valt er in de dagboeken veel te lezen over Palins privéleven. Neem zondag 14 maart 1982:

‘Up to Abbotsley for Granny G.’s 69th birthday. I take Granny a life-size cardboard replica of Margaret Thatcher (whom she hates), some flowers and a bottle of Vosne Romanee ’64. Grand football match on the back lawn by the barn. Rachel, Auntie Catherine and me v the two boys. We lose on penalties. Rachel quite fearless in the tackle. Leave for home at 6.00.’

Of twee willekeurige andere dagen:

Wednesday, February 12th, 1986
The side-effects of my two accidents seem almost entirely beneficial. I’m improving the speed of my typing, I get washed in the bath by Helen and I’ve slept long and well for the last three nights.’

Thursday, September 8th, 1988
Ring Joyce C early to confirm our lunch arrangement for tomorrow. I tell her that I’m enjoying the sunshine. “Yes, it’s a great comfort, isn’t it?” she replies with the impeccable delivery of a great tragic actress.’

Mijmeringen zoals de bovenstaande — en die beslaan toch een aanzienlijk deel van Halfway to Hollywood — vertellen mij niet zoveel wezenlijks over de persoon Michael Palin. Andere, zoals de regelmatig terugkerende doktersbezoeken, geven weer te veel prijs naar mijn smaak. Willen we echt weten hoe het voelt een sigmoïdoscopisch onderzoek te ondergaan?

En toch heb ik Halfway to Hollywood niet halverwege de bijna zeshonderd pagina’s terzijde gelegd. Palins observaties zijn dan niet altijd even treffend, zijn formuleringen zijn dat wel. Zijn stijl maakt dat ik, ondanks mijn lichte weerzin, toch moest grinniken bij de beschrijving van de eerdergenoemde sigmoïdoscopie:

‘After squeezing the phosphate mixture in, I realise I’m unsure what an enema is supposed to do. Should I retain the fluid for a certain time? I’m downstairs looking up “enema” in the Shorter Oxford Dictionary when events overtake me and I just reach the lavatory for ten or fifteen minutes’ worth of quite uncomfortable straining, with nothing to read but an article on the state of the economy.’

Kortom, Halfway to Hollywood is een onvolmaakte autobiografie: niet altijd even makkelijk te volgen, maar wel een direct en uiterst leesbaar verslag van het dagelijks leven, waarbij Palin evenveel aandacht schenkt aan het persoonlijke als het zakelijke. Het toont waarin een bijzonder leven doodgewoon kan zijn.

Bram Gerrits is freelance redacteur (onder andere voor Athenaeum.nl) en tekstschrijver. Daarnaast is hij bestuurslid bij Recensieweb en raadslid in het Amsterdamse stadsdeel Westerpark.

pro-mbooks1 : athenaeum