Recensie: Navels en wandaden

30 november 2015 , door Misha Velthuis
| | | |

In deze tijden van nationale navelstaarderij en bezeten introspectie is Jean Zieglers betoog in De haat tegen het westen een welkome emmer koud water. Het wordt tijd dat we onze navel eens vanuit andermans perspectief bekijken, en ons realiseren dat het er niet best uit ziet. Hoe hoog de noodzaak van zijn betoog echter ook moge zijn, de uitwerking ervan laat op een aantal punten te wensen over. Door misha velthuis.

Wreedheden

Als oud-hoogleraar sociologie en ervaren VN-diplomaat beschikt Jean Ziegler over een imposante CV. Met zijn achtergrond is Ziegler bij uitstek geschikt voor de taak die hij zichzelf stelt: inzicht verschaffen in de haat tegen het Westen. Aan de hand van zijn sociologische kennis en diplomatieke praktijkervaring weet hij een heldere argumentatie op te zetten, die in grote lijnen op het volgende neerkomt.

De haat tegen het Westen komt voort uit de westerse wandaden tegen het Zuiden – wandaden uit het verleden en het heden. Het westerse pleidooi voor universalistische democratische principes en mensenrechten is hier moeilijk mee te rijmen, en leidt niet-westerlingen tot de conclusie dat het Westen naast kwaadaardig ook hypocriet en schizofreen is.

Ziegler gebruikt verreweg het grootste deel van zijn boek om aan de hand van voorbeelden inhoud te geven aan deze argumentatie. Zo beschrijft hij de westerse wreedheden uit het verleden met een aantal schokkende verhalen van slavenhandel en kolonialisme. De hedendaagse westerse wreedheden illustreert Ziegler aan de hand van schrijnende voorbeelden van de zelfzuchtige handelspolitiek van de Europese Unie, en de rol van westerse bedrijven in de door corruptie geplaagde Nigeriaanse overheid. Het gebrek aan westerse erkenning voor de geleden schade vormt daarbij een terugkerend thema.

Zieglers betoog is noodzakelijk, zijn argumentatie lijkt helder, en zijn voorbeelden zijn pakkend. Wat valt er dan nog te wensen?

Gebrek aan analystische diepgang

Diepgang. Neem de definiëring van het Westen - geen triviale kwestie. Wie of wat wordt er precies gehaat? Ziegler geeft geen eenduidig antwoord. Is het de kapitalistische productiewijze, of is het alleen zijn neoliberale variant? Is het de universalistische boodschap die het bestaansrecht van alternatieve levenswijzen ontkent, of is het juist de onvolledige, selectieve loyaliteit aan die boodschap? Wat dat betreft zou Ziegler een voorbeeld kunnen nemen aan het boek Occidentalisme, het Westen in de ogen van zijn vijanden van Ian Buruma en Avishai Maragalit. In tegenstelling tot Ziegler ontleden zij in een scherpe analyse de verschillende ideologische stromingen achter de haat tegen het Westen.

Een enkele keer duikt Ziegler wel de diepte in:

‘Jean-Paul Sartre schreef: “Wie van mensen wil houden, moet hevig verafschuwen wat hen onderdrukt”. Eén woord is cruciaal in deze zin. Het woord “wat”. Vervang “wat” door “wie” en je zet aan tot het verafschuwen van personen en volkeren. Maar het zijn de structuren van onderdrukking, zowel de materiële als psychische, die verfoeilijk zijn. De westerse wereldorde is toe te schrijven aan structureel geweld.’

De haat tegen het Westen waar Ziegler empatisch begrip voor vraagt is dus niet gericht op mensen maar op structuren: een opmerking die om uitwerking vraagt. Allereerst rijst de vraag die inhaakt op de vorige alinea: wat zijn dat voor structuren? Is er dan niemand verantwoordelijk voor dit ‘structureel geweld’? Wat voor plaats nemen de bovenbeschreven wandaden in een dergelijke padafhankelijke wereld in? Helaas werkt Ziegler bovenstaand citaat niet uit. Hij weet daarmee de onvrede die hij eerst kundig bij de lezer heeft opgeroepen niet effectief te kanaliseren. Waar ligt nu de wortel van het probleem?

Op een paar stilistische missers na - Ziegler lijkt hier en daar last te hebben van het Martin Gaussyndroom, zoals blijkt uit een zin als ‘Tienduizenden indianen … sluiten zich in een kleurige, bonte, luide, ruchtige machtige stroom achter de stoet aan’ - is het boek aantrekkelijk geschreven en laat het zich makkelijk lezen. Daarmee volbrengt Ziegler zijn kerntaak – inzicht verschaffen in de haat tegen het Westen – niet alleen helder en pakkend, maar ook stijlvol en leesbaar. Lezers die daarbij meer analytische diepgang verlangen kunnen Zieglers betoog aanvullen met boeken als het bovengenoemde Occidentalisme en The Wealth and Poverty of Nations van Landes (over de structurele redenen van economische ongelijkheid). De verontwaardiging die zo overtuigend spreekt uit Zieglers boek De haat tegen het Westen benadrukt het belang van dergelijke analyses eens te meer.

Misha Velthuis studeerde Fysische Geografie (BA) en Politicologie, richting Internationale Betrekkingen (MA). Momenteel verzorgt hij werkgroepen politicologie aan de UvA.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum