Recensie: Peilloze schending van het vertrouwen

30 november 2015 , door Frank Ligtvoet
| |

Vandaag spreekt Paus Benedictus XVI in Rome met zijn kardinalen over het seksuele misbruik van kinderen in de Rooms-Katholieke kerk en haar instellingen. Sinds de gruwelijke en hartverscheurende verhalen uit onder meer de Verenigde Staten, Ierland, Duitsland en Nederland over de rand van de doofpot stroomden, heeft de kerk, op een paar opmerkelijke uitzonderingen in Ierland na, vooral institutioneel gereageerd, en niet - vergeef me het langzaam maar zeker dubieuze woord - ‘pastoraal’. De woorden die vandaag uit Rome zullen komen, moeten wel meesterlijk gekozen zijn en geniaal in het gelid zijn gezet om de slachtoffers van de klerikale perversies nog te kunnen overtuigen van Rome’s serieuze gevoelens en bedoelingen. Door frank ligtvoet.

Joep Dohmen schreef met Vrome zondaars voor het eerst een samenvattende studie van de jarenlange woekering van seksueel misbruik in de katholieke kerk, en van de manier waarop de kerkelijke autoriteiten reageerden. Dat gebeurde tot nu toe voornamelijk op twee manieren. De ene was een kleinerende kosten-baten analyse, namelijk dat er naast het misbruik toch ook zo veel geweldig werk op al die kostscholen en internaten door paters en broeders en priesters en nonnen werd verricht. De andere reactie wordt samengevat in de al sinds 1945 leugenachtige en door oud-aartsbisschop Ad Simonis in maart van dit jaar (sic) opgerakelde spreuk: ‘Wir haben es nicht gewusst.’

Kleineren en liegen deed de kerk veelal toen het misbruik niet meer ontkend kon worden. Toen dat nog kon - een paar jaar geleden - was de handelwijze van de kerk over het algemeen die van het beschuldigen van de slachtoffers of het bagatelliseren van het gebeurde en in het bijzonder het beschermen van daders. Dat laatste tot zeer recent met volledige medewerking van politie en justitie.

Bovenstaand oordeel mag de katholieke of anderszins goedgelovige hard in de oren klinken, maar wie Vrome Zondaars van kaft tot kaft leest, kan tot geen andere conclusie komen. Dat is overigens een zware opgave, omdat het boek - een weergave van mede door Dohmen voor NRC/Handelsblad uitgevoerd en gedeeltelijk in die krant eerder gepubliceerd onderzoek naar het misbruik - veel van de verhalen van de slachtoffers in internaten en andere katholieke instellingen, inclusief een blindeninstituut, tot in detail beschrijft. Een jongetje maakt zijn eerste zaadlozing mee, niet die van hemzelf maar die van een pater die op zijn gezicht klaarkomt. Een ander kind moet de schaamharen van een pastoor bijknippen. De genitaliën van weer een ander kind worden ingewreven met gewijde zalf. Het zijn niet alleen deze weerzinwekkende gebeurtenissen die de vaak nog nauwelijks seksueel ontwaakte kinderen tot slachtoffers maakt, maar ook - misschien vooral - de peilloze, traumatiserende schending van het vertrouwen dat zij in die verzorgers stelden (of wel moesten stellen). Dat velen van hen niet geloofd werden, wanneer zij over het misbruik vertelden, en dat zij vaak ook bij hun ‘goed-katholieke’ ouders geen verhaal konden halen, maakte hun trauma alleen maar groter.

Natuurlijk zeggen de verdedigers van de kerk: er was een context. Dat is juist. De onstuimige groei van kerkelijke instellingen als scholen, ziekenhuizen en internaten in de eerste helft van de twintigste eeuw, zorgde ervoor dat allerlei incompetente mensen werden aangenomen. Verder: de verdrongen seksualiteit bij de geestelijkheid leidde tot pervers gedrag. Ook waar. En dan: ook in niet-kerkelijke instituten vond misbruik plaats. Correct. Ook die context beschrijft Dohmen in zijn boek zeer uitvoerig, maar voor de slachtoffers doet dat er natuurlijk niet toe. Voor hen geldt dat het misbruik niet incidenteel was, maar structureel, en dat de kerk decennialang geen vinger uitstak om dat misbruik te voorkomen en daadwerkelijk uit te roeien.

Vrome zondaars biedt nu eens buiten de reguliere media erkenning en informatie: het is tot nu toe de enige samenvattende studie over het onderwerp, maar komt bovendien voor het eerst met een materiële en duurzame erkenning van de zo lang verzwegen en onderdrukte ervaringen van honderden slachtoffers. Eindelijk is er aandacht voor hen. Het boek is te beschouwen als een waarschuwing vooraf aan de Commissie Deetman, die het misbruik in opdracht van de Nederlandse bisschoppen - dezelfden dus die uiteindelijk verantwoordelijkheid  waren voor dat misbruik - onderzoekt; een waarschuwing om het misbruik in de kerk tot op de bodem uit te zoeken. Essentieel voor het Deetman-rapport lijkt me dat elk geval en dus elk slachtoffer anoniem of niet, apart behandeld wordt en een eigen plaats krijgt. Die individuele aandacht verdient elk van de misbruikten, die immers al eerder door de dienaren van de kerk op zo’n persoonlijke wijze werden behandeld.

Frank Ligtvoet (1954) woont met man en twee kinderen als freelance schrijver in Brooklyn, New York.

Noot van de auteur
Full disclosure: Ik werd als misdienaar rond mijn 10de jaar door de koster van Christus Koning Kerk in Rotterdam niet vergaand, maar evenzogoed ‘onzedelijk betast’. In ruil daarvoor kreeg ik nog niet gewijde hosties. De koster, die tevens groepsleider in het Rotterdamse jongensinternaat Don Bosco was, werd nadat de zaak uitkwam meteen weggestuurd.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum