Recensie: Zwarte engelen in Luanda

30 november 2015 , door Martien Versteegh
| |

Op het moment dat de zangeres Kianda uit het leven van haar minnaar Bartolomeu Falcato probeert weg te lopen, valt er een vrouw uit de lucht. Dit is de beginscène van Het labyrint van Luando van José Eduardo Agualusa. Hoofdpersonage Bartolomeu vertelt in het boek over zijn huwelijk, dat sinds de dood van zijn jongste dochter in een crisis is beland en over zijn minnares Kianda, die een grote stempel drukt op zijn leven. Agualusa noemt zijn boek een roman, omdat hij houdt van dat woord, van de smaak ervan, maar hij had het ook anders kunnen noemen: ‘… een “getuigenis,” “verslag” (…) Ik schrijf om te begrijpen en te accepteren. Om te proberen haar te vergeven.’ Door martien versteegh

Het verhaal speelt zich af in Luanda, de hoofdstad van Angola, in 2020. Bartolomeu vertelt behalve over zijn huwelijk ook over zijn stad, een bijna mythische wereld vol tegenstellingen, corruptie, geweld, rituelen, armoede en kleurrijke figuren van allerlei komaf – een stad van zwarte engelen. Bartolomeu is naast schrijver ook documentairemaker, en dat laat hij zien door soms de romanvorm even los te laten en te registreren. Zo besluit hij in hoofdstuk twee alle hoofdpersonen voor te stellen en in hoofdstuk drie de bijfiguren. Wonderlijk genoeg haalt dat je niet uit het verhaal, integendeel. De intrigerende verhalen over die personages maken nieuwsgierig, en de poëtische taal zorgen ervoor dat je het boek niet meer weg wilt leggen.

Een van die bijfiguren is Humerto Chiteculo, die Koel Bloed doodde in de oorlog van Bartolomeus jeugd. Koel Bloed was een van de zwarte engelen:

‘De volgende morgen lagen er lange zwarte veren op het rood van de aarde en tussen het groen van het gras. Dagenlang liepen we door kuilen en over woeste gronden om die veren op te rapen. Koel Bloed geloofde dat het mogelijk was om er een paar immense vleugels mee te maken en te vliegen. Ik denk dat hij ergens het verhaal van Icarus had gelezen.’

Jaren later komt Bartolomeus Chiteculo tegen en gaat bij de man aan tafel zitten.

‘Er dwarrelde een zwarte veer neer op het tafeltje. Ik keek omhoog, maar de lucht was helder, onbewolkt, een uitgestrekte glanzend blauwe leegte. Humberto Chiteculo pakte de veer en stak hem in het borstzakje van zijn shirt.
     “Zo gaat het altijd,” zei hij. “Sinds ik hem gedood heb, vind ik iedere dag een zwarte veer. Ik bewaar ze. Ik heb een hele kist vol veren als deze.”
     “Waarom bewaart u ze?”
     “Waarom? Ik geloof dat ik op een dag ook vleugels maak. Ik moet leren vliegen.”’

Bartolomeu introduceert de personen niet droog, maar hij vertelt verhalen. Verhalen die op het eerste gezicht niet altijd relevant lijken, maar toch blijven terugkeren. De bijrol van deze man, die zwarte vleugels wil maken, blijkt van groot belang.

Regelmatig voegt Bartolomeu een soort registraties toe aan het verhaal, tussen haakjes en in cursief geschreven. Ze zetten aan het denken, maken soms aan het lachen. Zoals ook de hoofdstuktitels, bijvoorbeeld hoofdstuk vier: ‘Terug naar het begin. Dat is een van de voordelen van literatuur ten opzichte van het leven: je kunt altijd terug naar het begin.’ Overigens heeft hij het dan niet over het begin van het boek, maar gaat hij terug naar zijn eerste nacht met Kianda, jaren eerder. Zijn relatie met haar geeft hem leven en licht, maar kost hem uiteindelijk zijn huwelijk en stort hem in een web van politieke en persoonlijke intriges.

Het labyrint van Luanda is een roman die alle kanten op gaat, al heeft het een duidelijk begin en een nog duidelijker einde. Agualusa houdt er een geheimzinnige manier van schrijven op na, die als nadeel heeft dat het soms lang duurt voordat je weet over wie er wordt geschreven. En hoewel het labyrint van Luanda, een monsterlijk labyrint waarin mensen met een psychische aandoening en 'staatsgevaarlijke' mensen worden opgesloten en blootgesteld aan zwarte magie, een belangrijke rol speelt in het verhaal, had de titel een andere, spannender klank mogen hebben. Het zijn de zwarte engelen die als een zwarte draad door het verhaal zweven.

In de epiloog, die Bartolomeu – en daarmee blijkt hij het alter ego van Agualusa, die hier in 2009 was – schrijft in een schrijversverblijf boven de Athenaeum Boekhandel in Amsterdam, laat hij een aantal hoofdpersonen en bijfiguren nog eens de revue passeren en vertelt wat er van hen is terechtgekomen – een schrijverscliché. Toch komt deze manier van het afsluiten van dit verhaal niet clichématig over. Het laat je enkel achter met een leeg gevoel, omdat er geen pagina's meer zijn om om te slaan. Maar gelukkig kun je opnieuw beginnen in Het labyrint van Luando om nieuwe dingen te ontdekken – of de eerder verschenen boeken van Angualusa gaan lezen.

Martien Versteegh studeerde Romaanse Talen en Culturen en is de drijvende kracht achter Donkigotte, dat beeld verwoordt en woord verbeeldt.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum