Recensie: 20x de toekomst

30 november 2015 , door Emmi Schumacher
| | | | |

Waarom zou je, vroegen veel critici zich af over 20 under 40, een verzameling korte verhalen van jonge schrijvers die volgens de New Yorker 'the future of American fiction' zullen gaan bepalen. Veertig is een arbitraire leeftijdsgrens, dragen ze aan: wie weet is de meest invloedrijke schrijver van de nabije toekomst wel van middelbare leeftijd, of is hij of zij op dit moment nog een ongepubliceerde zestienjarige. En dan nog. Misschien lost geen enkele van de in de bundel opgenomen beginnende schrijvers hun belofte in; misschien raken de meer gevestigde namen de literaire draad volkomen kwijt. Misschien gaat het schrijverskoppel Jonathan Safran Foer en Nicole Krauss (allebei present) wel scheiden en krijgen ze door een daaropvolgende zware depressie nooit meer een letter uit hun pen. Zelfs voor de New Yorker blijft de toekomst onvoorspelbaar. Door emmi schumacher.

Allemaal legitieme kwesties, maar ze gaan wel voorbij aan wat er eigenlijk te vinden is in 20 under 40. Wat als eerste opvalt is hoe divers deze twintig verhalen zijn. Hoewel er ook een paar opmerkelijke overeenkomsten zijn - waaraan heeft deze generatie die fascinatie voor slechte huwelijken, desillusionerende immigratie-avonturen, en tragische ongelukken te danken? - is het een bemoedigende ontdekking dat uit een land dat cultureel gezien een cookie cutter-eenheidsworst kan lijken zoveel schrijvers van verschillende leest kunnen komen. Er is geen enkel verhaal bij dat niet verrast, of dat van een ogenschijnlijk uitgekauwd onderwerp (zoals een slecht huwelijk of een desillusionerend immigratie-avontuur) niet iets verrassends weet te maken.

Ook opvallend is het consistent hoge niveau. Schrijvers als Safran Foer en Téa Obreht, wiens eerste roman nog uit moet komen, in één bundel, en het verschil in ervaring is nauwelijks te merken. (Nog een vraag: is dat een compliment voor Obreht, of iets waar Safran Foer zich zorgen over behoort te maken?)

Grote diversiteit in stijl en ervaring dus, en ook in de tijden waarin de verhalen zich afspelen. De dochter van de huisbaas in Wells Towers 'The Landlord' geeft een furieuze tirade over de huidige economische situatie in Amerika weg, terwijl de vrijgemaakte broer en zus in 'Dayward' van ZZ Packer proberen te ontsnappen aan de wreedheden van de zuidelijke staten, net na de afschaffing van de slavernij. De jonge dregger in het verhaal van Karen Russell behoort tot de ontginners van het vroege Amerika; Gary Shteyngarts hoofdpersoon probeert in 'Lenny Hearts Eunice' te overleven in een distopische toekomst waarin bijna alles veranderd is, behalve moordende concurrentie op de werkvloer:

'As he led me to a tiny back office where, judging by the sweet-briny smell, the gefilte-fish supply used to be stored, Little Bobby sang, "May you live forever, may you never know death, may you float like Joshie, on a newborn's breath." My God! The Desking Ceremony. And there it was - my new desk! As Kelly fed me a ceremonial garlic bulb, followed by some sugar-free niacin mints, I surveyed all the pretty young people who had doubted me, all those Darryls and friends of Darryls, and I felt the queasy, mercurial justice of the world. I was back! My Roman failures were near-erased. I could begin again. I ran out into the synagogue's sanctuary, where the Boards were noisily registering my existence, the letters "LENNY A." flipping into place at the very bottom of one of the Boards, along with my last blood work - not so hot - and the promising mood indicator "meek but coöperative."'

Het valt te hopen dat dit niet de toekomst is waarnaar we onderweg zijn. Maar naar welke toekomst wel? Volgens critici blijft dat dus ook voor de New Yorker koffiedik kijken; je zou ook kunnen zeggen dat 20 under 40 vooral een idee geeft van de boekrecensies die er in de toekomst in de New Yorker zullen verschijnen.

Editor Deborah Treisman verdedigt zich in de inleiding van 20 under 40 tegen de beschuldiging dat er vooral schrijvers in staan die grote uitgeverijen of succesvolle literair agenten achter zich hebben staan. Talent, vindt ze, trekt succes en geld aan, niet andersom. Toegegeven, maar het valt niet te ontkennen dat in de bio's van de twintig schrijvers steeds dezelfde namen opduiken: de PEN/Faulkner Award, de New York Times, Granta, en natuurlijk vooral de New Yorker zelf. Signaleert de New Yorker hier de toekomst, of is ze bezig die te creëren? De tijd zal het leren. En intussen: lekker verder lezen.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum