Recensie: Amerikaans kampvuurverhaal over energiepolitiek

30 november 2015 , door Misha Velthuis
| | | |

Energie: een interessanter thema om de globale politieke economie mee te bespreken kan ik me nauwelijks voorstellen. Grote ontwikkelingen in de energiesector, zoals de strijd om pijpleidingen in de Kaukasus, of de controverse rond biobrandstoffen in de VS lijken misschien ver van ons bed, maar ze staan aan de basis van een lange keten van oorzaak en gevolg die wel degelijk eindigt bij het leeslampje boven je hoofdkussen. Juist omdat ons dagelijks leven zo sterk afhangt van de energiesector is het een toneel van grote tragediën en onwaarschijnlijke triomfen. Daniel Yergin opent in The Quest de gordijnen, maar laat helaas niet alles zien. Vooral de schemerige hoekjes van het toneel blijven onbelicht. Door misha velthuis.

Yergins uitgever beschrijft de auteur als een ‘master storyteller’. En ik denk dat hij het inderdaad goed zou doen rond een kampvuur. Hij neemt zijn toehoorders op sleeptouw, van geestige anekdotes naar informatieve statistieken, van grimmige geopolitieke analyses naar hoopgevende scenario’s van innovatie en samenwerking. Hij bouwt daarbij zijn verhalen vakkundig op rond het leven van een aantal heldhaftige sleutelfiguren – de typische self-made entrepreneurs en genieën die zo centraal staan in de Amerikaanse cultuur.

Want dat The Quest: Energy, Security and the Remaking of the Modern World is geschreven vanuit een Amerikaans perspectief moge duidelijk zijn. Daniel Yergin, geboren in 1947 in Los Angeles, studeerde in Yale en schreef zijn eerste boek over het Amerikaanse beleid in de koude oorlog. Zijn grote doorbraak was echter The Prize: The Epic Quest for Oil, Money and Power, waarvoor hij in 1992 een Pulitzerprijs kreeg. Met The Quest laat Yergin zien dat hij niet alleen kennis heeft van de olie-industrie, maar deze industrie ook in een breder perspectief kan plaatsen: dat van de moderne energiesector.

Van de olie-industrie via innovatie naar duurzame energie

Hij begint zijn boek met een noodzakelijke update - er is veel veranderd in de olie-industrie sinds hij zijn eerste bestseller uitbracht. Een aantal grote bedrijven is gefuseerd tot reusachtige organisaties, ‘supermajors’, die tegen verwachting in door de Amerikaanse anti-monopoliewetgeving zijn gekomen. Samen met de enorme staatsbedrijven van bijvoorbeeld China en Rusland maken deze kolossen de dienst uit in de ‘epic quest for oil, money and power’ van nu.

In deze queeste speelt technologische innovatie een bepalende rol. Zo worden de enorme gasvoorraden die voorheen onbereikbaar leken tegenwoordig met behulp van nieuwe technologie alsnog geëxploiteerd. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd kunnen we nog decennialang teren op enorme hoeveelheden koolwaterstoffen.

 

Groot detail

Soms is die gedetailleerdheid vermoeiend, maar vaak zijn het juist de details en kleine anekdotes die het boek boeiend houden. Zo beschrijft Yergin in zijn hoofdstuk over de VN-klimaattop in Kopenhagen hoe president Obama onverwachts de overlegruimte van China, Brazilië en India binnenvalt in een poging op de valreep tot een akkoord te komen:

‘He took a seat next to Lula [president van Brazilië] across from Wen [president van China]. Wen, overcoming his surprise, passed over to Obama the draft they were working on. The president read it quickly and said it was good. But, he said, he had a “couple of points” to add. Thereupon followed a drafting session with Obama more or less in the role of scribe. At one point the chief Chinese climate negotiator wanted to strenuously disagree with Obama, but Wen instructed that this interjection not be translated.’

Niet alleen de interessante details en anekdotes houden Yergin’s boek leesbaar. Ook de structuur van zijn verhaal, en de kleine behapbare paragrafen dragen daar aan bij. De zevenhonderd pagina’s voelen niet als zevenhonderd pagina’s.

Hiaten

Sterker nog, het hadden er best meer mogen zijn. Temeer omdat hij dan de ruimte had gehad om een aantal in het oog springende hiaten weg te werken.

 

Niet alleen zijn Amerikaanse bril speelt de auteur parten. Ook lijkt hij – misschien vanwege zijn betrokkenheid in de olie-industrie - geen eerlijk beeld te schetsen van de schaduwzijden van de energiesector. De slechteriken, dat zijn de terroristen, rebellen en nationalistische staatshoofden die de grote bedrijven dwars zitten. Dat mag zo wezen, maar hoe zit het met het machtsmisbruik van de grote bedrijven? Met de recente opkomst van de ‘supermajors’ lijkt me dat geen triviale vraag.

Het gaat daarbij niet alleen om perverse invloeden op politieke processen. Ook het bestaan van – bewuste of onbewuste – negatieve invloeden van gevestigde belangen op de ontwikkeling van alternatieve energie wordt impliciet ontkent. Als we Yergin moeten geloven zijn het juist de gevestigde belangen die het hardst om systeemverandering schreeuwen. Dat lijkt me sterk.

Tot slot stapt hij wel erg gemakkelijk over de problemen van tweede generatie biobrandstoffen, die hij wegzet als een ‘hot topic for the European Union’. De verdere ontwikkeling van dit soort biobrandstoffen staat voor enorme uitdagingen, en ik ben er van overtuigd dat deze visie niet onherroepelijk verbonden is met mijn EU-burgerschap.

Meesterlijke verhalenverteller

Maar de roep om meer pagina’s is misschien een van de betere negatieve kritiek die je kunt krijgen als non-fictie schrijver. Wat dat betreft heeft zijn uitgever gelijk: Yergin is een meesterlijke verhalenverteller. Hij zou - met zijn expertise in de energiesector - niet alleen het kampvuur vele uren aan de gang weten te houden, maar hij zou ook zeker in staat zijn om zijn toehoorders tot diep in de nacht te boeien.

pro-mbooks1 : athenaeum