Recensie: Damn the Naturphilosophie!

30 november 2015 , door Valentijn van Dijk
| | | |

Paul Feyerabend (1924-1994) is vooral bekend van zijn Against Method uit 1975, waarin hij een anarchistische wetenschapsfilosofie lanceerde. ‘Anything goes,’ was het credo, waarmee hij rebelleerde tegen normatieve theorieën over wat wel en geen wetenschap was, vooral die van Popper. Nu, vijftien jaar na zijn dood, is een serie lezingen gebundeld die hij gaf in de laatste jaren voor zijn dood, onder de titel The Tyranny of Science.
Feyerabend studeerde filosofie en natuurkunde in Wenen, stond in contact met onder andere Wittgenstein, Bohr en Popper, en deze laatste bood hem na zijn afstuderen aan om zijn assistent te worden aan de London School of Economics. Feyerabend besloot anders, naar het schijnt omdat hij stilletjes nog de hoop koesterde op een carrière als operazanger. Het werd toch wetenschapsfilosofie… Door valentijn van dijk.

Vijand van de wetenschap

In de jaren zestig werkte Feyerabend aan een serie gedegen artikelen die nog steeds veel geciteerd worden. Gaandeweg begon hij afstand te nemen van het kritisch rationalisme van Popper, waarvan hij aanvankelijk nog een pleitbezorger was geweest. Die nieuwe lijn culmineerde in zijn beroemde boek, dat hem in de ogen van sommigen tot een ‘vijand van de wetenschap’ maakte, hoewel hij dat zelf uiteraard anders zag. Feyerabend was in Californië hoogleraar geworden, het waren de jaren van de ‘counterculture’ en Feyerabends’ ‘counterinduction’ sprak aan.

Echte wetenschappelijke doorbraken staan anders dan vaak wordt beweerd in flagrante tegenspraak met veronderstelde empirische feiten, en het gaat er volgens Feyerabend om, de foutieve a priori aannames van deze vermeende feitelijkheden op te sporen. Lichtend voorbeeld was Galileo, en vooral diens weerlegging van een toen veelgehoord argument dat de aarde onmogelijk om de zon kon bewegen: waarom vallen objecten anders recht naar beneden als je ze van een hoge toren laat vallen, en niet schuin?

Naturphilosophie

In dezelfde periode, bleek later, had Feyerabend ook gewerkt aan wat een driedelig magnum opus over de lange traditie van de Naturphilosophie had moeten worden, vanaf de Presocratici tot het ontstaan van de moderne wetenschap. In de ogen van Feyerabend was het al heel vroeg misgegaan, bij Parmenides al, die zoiets als het bestaan van universele natuurwetten postuleerde, waardoor een weldadig pluralisme toen eigenlijk al een vroege dood gestorven was. Van dit project, waarover hij lang met Imre Lakatos correspondeerde, is lang gedacht dat het nooit verder dan een opzet gekomen was, maar jaren na zijn dood werd in zijn papieren een in het Duits geschreven eerste deel gevonden.

Het verscheen in 2009 bij Suhrkamp, en kreeg goede kritieken; sommigen vonden het zelfs zijn beste boek. Waarom hij het niet af heeft willen of kunnen maken, is niet helemaal duidelijk, maar het kan te maken hebben met zijn onverwachte status als pop-philosopher en zwart schaap van de wetenschapsfilosofie. Wellicht vreesde hij zichzelf te compromitteren door een al te extreme stellingname, of hij had er gewoon genoeg van: ‘Damn the Naturphilosophie!' schreef hij aan Lakatos. Een Engelse vertaling is aangekondigd.

The Tyranny of Science

De titel van de nu gepubliceerde lezingen dekt de lading niet helemaal. Feyerabend neemt vooral de ideologie van het zogenaamde ‘scientific worldview’ op de korrel, Science met de grote S, niet de sciences meervoud. In zijn ogen hebben veel van de vurigste verdedigers van de wetenschappelijk vooruitgang een gesloten wereldbeeld dat vooruitgang juist in de weg staat. Dit illustreert hij aan de hand van allerlei voorbeelden uit de ontwikkeling van de westerse filosofie en wetenschap, soms zo veel dat de samenhang moeilijk te ontdekken valt. Er komen opnieuw veel oude Grieken voorbij, maar dan op de luchtige toon geserveerd die hoort bij lezingen voor een publiek van niet-specialisten. Neem de volgende passage over Thales’ suggestie dat alles uit water voortkomt:

‘Now go on to Parmenides. One can regard Parmenides as a Thales going to the logical extreme. “There is a unity, you say”, Parmenides might have addressed Thales, “a basic unity that underlies all diversity? Well I don’t see why you should stop at water. Being is much more basic that water; for water, air, fire and earth, they all are. That’s what they have in common. But using Being as your basic substance, you have to deny change. Why? Because being is, not-Being is not, basic change would be from Being to not-Being. Not-being is not, hence there is no basic change”.’

Getranscribeerd klinkt het betoog soms wat simplistisch, en de humor die ongetwijfeld nodig was om de toeschouwers alert te houden, beklijft niet altijd op papier. Overigens is ‘science’ bij Feyerabend vrijwel synoniem met natuurkunde, en daar heeft hij duidelijk het meeste verstand van. Wie het originele standpunt van deze man wil leren kennen, kan misschien toch beter beginnen met Against Method, of met zijn Naturphilosophie.

Valentijn van Dijk is wetenschapsjournalist.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum