Recensie: De liefde die niet overwon

21 maart 2011 , door Anne-Martijn van der Kaaden
| |

Van alle onmogelijkheden in het leven heeft de onmogelijke liefde ongetwijfeld tot de meeste inspiratie geleid. Zonder de onmogelijke liefde geen Leiden des jungen Werthers, geen Lolita, geen Wuthering Heights. De literaire Romeo's en Julia's zijn van alle plaatsen en alle tijden, steeds weer even tragisch is hun lot. Lang en gelukkig zullen ze nooit leven. Nog tragischer wordt het wanneer zo'n onmogelijke liefde uit het leven is gegrepen. In Het zusje van de bruid is dat het geval. Het leven in kwestie is dat van de journalist Joris van Casteren; in een bijzonder en onthullend boek schreef hij over zijn relatie met een jonge vrouw, haar onvermijdelijke ondergang, en de liefde die gedoemd was te mislukken.

N.B. Ook op Athenaeum.nl: leesfragmenten van Moeders lichaam, Mensen op mars Het glas van Casanovaen Is u bekend met het alfabet? Verhalen uit een boekhandel?Lees ook de recensies van Is u bekend met het alfabet? Verhalen uit een boekhandel  Het station en Een botsing op het spoor.

Een genre met potentie

Het is 2001 als Joris van Casteren op een bruiloft Luna ontmoet, de dochter van een Shell-directeur. Ze is gek, creatief en geniaal, ze is 'mooier dan Uma Thurman', 'een optelsom van Amy Winehouse, Mata Hari en Lady GaGa', 'een onwaarschijnlijke femme fatale'. Zoals dat vaak gaat met fatale vrouwen, leidt Luna een wild leven; haar onstuimige bestaan wordt mede mogelijk gemaakt door drank, drugs, en een flink familiekapitaal. Tel daar nog een borderlinestoornis bij op en het plaatje is compleet.

Maar Joris, zelf ook niet echt het toonbeeld van deugdzaamheid ('in het jaar voor ik Luna ontmoette had ik vier vriendinnen'), en Luna hebben elkaar gevonden en besluiten elkaar niet meer los te laten. Samen betrekken ze een kapitaal grachtenpand in Amsterdam. '"Met jou kan ik mijn leven op orde krijgen," zei ze. "Beloof me dat je altijd bij me blijft." We liepen naar de bioscoop en dronken whisky aan de bar. Er was geen vermoeidheid, alles was helder. Haarscherp zag ik Luna. "Wij zijn bondgenoten," zei ik."Niemand kan ons ooit nog uit elkaar halen."'

In Het zusje van de bruid doet Van Casteren wat hij eerder in zijn veelgeprezen boek Lelystad deed: hij mengt geschiedschrijving met journalistieke reportage en literaire autobiografie. In een tijd waarin de journalistiek steeds literairder lijkt te willen worden, en de literatuur steeds journalistieker wordt, is dit ongetwijfeld een genre met potentie. Maar hoe geschikt is deze vorm voor het beschrijven van een waargebeurde, persoonlijke geschiedenis? Kun je op deze manier het verhaal van een mislukte grote liefde vertellen?

Een verhelderend proces en de polemiek

Daarover zijn de meningen verdeeld. Het valt niet te omzeilen dat Van Casteren zich met dit boek in een morele schemerzone begeeft: door te kiezen voor non-fictie koos Van Casteren voor een objectieve toon en journalistieke afstandelijkheid, niet de meest geschikte middelen voor het beschrijven van een pijnlijke liefdesgeschiedenis. Bovendien impliceert dit een verhaal over echte personen in plaats van personages, en daarmee balanceert het boek op het randje van schending van privacy. Want zo anoniem is het allemaal niet.

Met Het zusje van de bruid heeft Van Casteren zich dan ook de ergernis van op de hals gehaald van verschillende recensenten, en een discussie veroorzaakt die inmiddels een polemische vorm aangenomen heeft. 'Die zogenaamde liefde van hem blijkt van meet af aan de mogelijkheid voor de uitgestelde reportage van een zelfkanttoerist' schreef Natasha Gerson in De Groene Amsterdammer, in artikel dat geen recensie was, maar 'een appel aan het journalistiek-literaire geweten'. Door Elsbeth Etty werd in NRC Handelsblad de 'zere plek' als volgt gemarkeerd: 'Het verhaal over een doodzieke vrouw en haar familie kan niet door deze auteur schijnbaar worden geobjectiveerd. Van Casteren is tenslotte meer dan waarnemer, hij is partij in het drama, wellicht medeschuldig aan Luna's lot.'

Harde woorden, maar Joris van Casteren zelf is zich van geen kwaad bewust. Voor hem is het boek onderdeel van zijn verwerking. 'Een pijnlijk maar ook verhelderend proces,' zoals hij in een onlangs in HP/De Tijd gepubliceerd 'verweerschrift' schreef. 'Ik wilde, zoals ik dat altijd doe, de schokkende situaties droog en emotieloos presenteren. Interpreteren en oordelen laat ik over aan de lezer.'

Een reportage, maar geen slecht boek

Als lezer kun je jezelf inderdaad wel het een en ander afvragen. Bijvoorbeeld waarom Van Casteren dit boek in de eerste plaats besloot te schrijven, een neiging die hij, 'om niemand voor het hoofd te stoten', tien jaar lang heeft onderdrukt. Ook de journalistieke afstandelijkheid waarmee Van Casteren de dingen beschrijft is een punt van kritische reflectie; zijn afgemeten, registrerende beschrijvingen vormen soms zo'n groot contrast met de waargebeurde dramatische gebeurtenissen, dat het bijna schokkend is. Dat er af en toe nieuwsfeiten voorbij komen als de moord op Pim Fortuyn, vliegtuigen die in het World Trade Center vliegen of het bericht dat seks met dieren strafbaar is gesteld, benadrukt alleen nog maar meer het feit dat hier de journalist Van Casteren aan het woord is. Dat we getuige zijn van niets meer dan een reportage, waarvan het lijdend voorwerp een jong meisje is met de persoonlijkheid van een op hol geslagen fruitautomaat.

Maar wil dit zeggen dat Het zusje van de bruid een slecht boek is? De ik is geen held, en al helemaal geen heilige, maar dat hoeft - en pretendeert - hij ook niet te zijn. Het is niet terecht om de mens Joris van Casteren samen met Joris van Casteren het personage of Joris van Casteren de schrijver neer te sabelen. Hij weet te overtuigen met ontroerende zinnen als 'Wij waren partners in crime, weet je nog? We zouden op een veilige manier gek blijven zijn, maar jij bent bij mij vandaan gedreven, tot je minder was dan een stip aan de horizon.' Zijn schrijfstrategie zou net zo goed het onvermogen van de ik-figuur kunnen verbeelden.

De lijn tussen feit en fictie is eigenlijk maar dun. Had dit boek een roman geheten dan had dat waarschijnlijk een wereld van verschil gemaakt. Maar Van Casteren koos er voor om het anders te doen: 'In dit boek heb ik het verhaal van haar en mij opgeschreven zoals ik het mij herinner en zoals ik het heb beleefd, met alle onvolkomenheden van dien,' schrijft hij in de verantwoording. 'Andere betrokkenen hebben misschien andere herinneringen en belevingen. Dit is mijn versie.' Na het lezen van Het zusje van de bruid ben je hoe dan ook een ethisch dilemma rijker. En ook een illusie armer. We weten nu dat de liefde niet alles overwint.

Anne-Martijn van der Kaaden studeert filosofie aan de Universiteit in Utrecht en volgt een minor Kritiek en Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ze liep stage bij athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum