Recensie: De Naxalieten: guerrilla's uit ideologie of armoede?

02 november 2011 , door Lodewijk Brunt
| | | |

Naxalbari is een gehucht in het uiterste noordoosten van India, vlakbij de grenzen van Bangladesh en Nepal. In de jaren zestig van de vorige eeuw ontstonden hier sociale spanningen toen grootgrondbezitters begonnen om de deelpachters van hun akkers te jagen. Door de modernisering van de landbouwtechnologie en de ‘groene revolutie’ hadden de herenboeren hun landarbeiders niet meer nodig. Er dreigde honger, maar de landbouwers sloegen hun graan op. De Indiase Communistische Partij (Marxistisch) organiseerde een succesvolle protestbeweging. Na een paar maanden van plunderingen en bloedige gevechten trad de overheid op met groot vertoon van macht en meedogenloos geweld; de communisten kregen in de deelstaat West-Bengalen de macht in handen en konden het zich niet langer permitteren opstandelingen te steunen. Toch is de beweging van de Naxalites blijven bestaan, tot ver buiten het grondgebied van Naxalbari. In de nieuwe boeken van Mark Tully en Arundhati Roy komen ze aan bod.

Tully: de guerrilla en Mao

In India: The Road ahead, het nieuwe boek van de vermaarde Indiaspecialist Sir Mark Tully - meer dan twintig jaar hoofd van de BBC in Delhi - komen een paar klemmende problemen in het hedendaagse India aan de orde, zoals kasten, corruptie en het kopen van stemmen bij de verkiezingen. De schrijver besteedt ook ruime aandacht aan de Naxalieten.Tully, die al tegen de tachtig loopt maar nog overal persoonlijk op af gaat, laat zien dat de beweging vandaag de dag zelfs sterker is dan ooit.

Onlangs waarschuwde de premier van India met grote nadruk tegen het oprukkende gevaar van de Naxalieten. Tussen Nepal en de zuidelijke deelstaat Andhra Pradesh loopt een brede zone waar de beweging actief is - een gigantische gebied dat deelstaten als Orissa, Chattisgarh, Jharkand en West-Bengalen omvat. Volgens officiële cijfers waren er in 2010 een paar duizend ‘incidenten’ waar de Naxalieten bij betrokken waren. De oogst was honderden doden en ontelbare gewonden.

De beweging is te vinden in afgelegen gebieden, oerwoud en bergachtige streken waar vertegenwoordigers van de overheid zich niet zo makkelijk vertonen. Er zijn verbonden gesloten met de plaatselijke bevolking, dikwijls ongeletterd, behorend tot de adivasi’s, de oorspronkelijke bewoners van India. Vanuit zulke schuilplaatsen wordt een guerrilla gevoerd tegen de ‘bezettende macht’, zoals de regering in Delhi wordt beschouwd. De Naxalieten zijn georiënteerd op het gedachtegoed van Mao Zedong: eerst moet het platteland worden ‘bevrijd’ voordat de steden kunnen worden aangevallen.

Tully heeft in Jharkand gesprekken gevoerd met diverse betrokken partijen, onafhankelijke journalisten, maar ook sympathisanten en felle tegenstanders, waaronder politiefunctionarissen die zelf op Naxalieten hebben gejaagd. Helaas word je niet veel wijzer van wat zulke betrokkenen te berde brengen, het onderwerp leent zich nu eenmaal bij uitstek voor overdrijving, stereotypering en mythevorming.  Tully lijkt er zelf ook een beetje verlegen mee, hij dringt niet door tot de kern.

Roy: de bodemschatten

Wie dat veel beter doet is Arundhati Roy in Broken Republic: Three Essays. Zij kon een tijdje optrekken met verschillende groepen Naxalieten op basis van haar ‘linkse’ reputatie en haar betrokkenheid bij andere protestbewegingen in India. Wat bij Tully terloops vermeld wordt, staat centraal bij Roy: de Naxalieten zijn met name actief in streken met bodemschatten, zoals bauxiet, ijzererts, uranium, tin, steenkool, kopererts, diamanten en goud. Daar vindt een grootschalige uitverkoop plaats waarbij industriële giganten tegen een grijpstuiver de natuurlijke rijkdommen uit de grond halen en de oorspronkelijke bewoners met lege handen en een verloederd milieu achterblijven of met miljoenen van hun geboortegrond verdreven worden en als paupers in de grote stad terechtkomen.

Roy schrijft over Operation Green Hunt waarmee de overheid de guerrillabeweging te lijf gaat: zwaar bewapende paramilitaire politietroepen die schietend, plunderend en verkrachtend door de ‘verdachte gebieden’ trekken en zich niets gelegen laten liggen aan democratische procedures of mensenrechten. ‘Het is oorlog’, zegt Roy en volgens haar is het Maoïstische gedachtegoed waar de Indiase overheid zo beducht voor is, een misleidend verzinsel.

De guerrillabeweging, zegt ze, bestaat vrijwel geheel uit straatarme tribalen die lijden onder hemeltergende omstandigheden van honger en gebrek; mensen die zestig jaar na de onafhankelijkheid geen toegang hebben tot onderwijs, medische zorg of juridische bijstand. ‘Mensen die genadeloos worden uitgeknepen door zakenlieden en geldschieters; de vrouwen bij wijze van routine seksueel gemolesteerd door vertegenwoordigers van politie en staatsbosbeheer’,  aldus Roy.

Terwijl Tully betoogt dat de Naxalieten geteisterd worden door onderlinge strijd en felle tegenstellingen, legt Roy juist de nadruk op solidariteit en opoffering. Haar reisverslag lijdt nogal aan verblinding: de beweging is idealistisch en onschuldig terwijl de overheid bestaat uit achterbakse schurken.

Wat beide schrijvers desondanks duidelijk signaleren is de achterliggende problematiek bij de opstandige beweging. Overal waar mensen in staat zijn hun eigen lot in handen te nemen, verdwijnt de guerrillabeweging naar de marge. Volgens Tully kan de Indiase overheid de Naxalieten alleen bestrijden met een oorlog tegen corruptie, verspilling en bureaucratische verstikking. Roy zal het hier mee eens zijn, maar naar haar wordt niet meer geluisterd in India. Als de gerespecteerde Mark Tully het zegt, zou het premier Manmohan Singh uit de slaap moeten houden.

Lodewijk Brunt is stadssocioloog, met als specialisatie India. Hij besprak eerder Listening to Grasshoppers van Roy.

pro-mbooks1 : athenaeum