Recensie: De uitersten botsen in de keuken

30 november 2015 , door Leonhard de Paepe
| | |

Het is 2008. Terwijl buiten de kredietcrisis door de wereld raast zijn de rijken van Zürich het aan hun stand verplicht om gezien te worden in Chez Huwyler, het duurste restaurant van de stad. In de keuken werkt Maravan. Hij is asielzoeker, en met die twee verhaallijnen brengt de bij onze Oosterburen erg populaire Martin Suter in De kok (vertaald door Herman Vinckers) op een slimme manier de uitersten van de westerse samenleving bij elkaar.
Want niemand, zelfs het keukenpersoneel, weet dat de bescheiden Sri Lankaan een wel heel speciale culinaire kennis bezit. Hij kent de eeuwenoude kunsten van de Indiase afroditische keuken die hij als kind van zijn oudtante leerde. En daarmee heeft hij de seksbeluste kapitalistische samenleving toch iets te bieden. Door leonhard de paepe.

Zodra zijn collega Andrea kennismaakt met de krachtige werking van Maravans kookkunsten, ziet zij mogelijkheden en werpt zich op als zakenpartner. 'Love Food' is geboren. Wat begint als culinaire therapie voor linkse veertigers op zoek naar ‘intiemer contact’, wordt al snel het onmisbare bestanddeel van Berlusconi-achtige Bunga-bungafeestjes waar de financiële elite zich aan overgeeft na schimmige wapendeals of schaamteloze mediamanipulatie.

Schokkend? Ongelooflijk? Door de handel en wandel van deze allerrijksten op te hangen aan de kritieke momenten van de kredietcrisis - de val van Lehman Brothers bijvoorbeeld is verweven in het verhaal - krijgt Suters verhaal een duister realisme. Suters column, 'Business Class', eerst in Weltwoche en inmiddels in Tages-Anzeiger, lijkt hem erg goed in staat te stellen een realistisch inzicht te schetsen in de weerzinwekkende arrogantie van de financiële bovenklasse.

De wapenhandelaar Dahlmann en zijn ‘zakenpartners’ voelen de pijn van de crisis verzacht in de armen van societyhoertjes: ‘De mode dit seizoen slaat nergens op. Hoe kan ik nou zien wie de hoeren zijn? – Dat zijn degenen aan wie je het niet ziet.’ Naast de rationaliteit van het hyperkapitalisme en de gênante luxe staat de asielzoekerswijsheid van Maravan: ‘Hij had geleerd dat hij zich dom moest voordoen als hij verder wilde komen.’ Hij moet dan ook laveren tussen armoede, vernedering en uitsluiting uit zijn eigen Tamilgemeenschap. Het contrast is effectief.

Zo verweeft Suter de levens van de Maravan, de lesbische Andrea, een Ethiopisch societyhoertje en Dahlmann. Nee, hij schrijft niet zo betrokken over asielzoekers als Eric-Emmanuel Schmitt (Odysseus uit Bagdad). Hij beheerst het spel van wisselende perspectieven niet zo geniaal als Niccolò Ammaniti (Zo God het wil), hij mist de mensenkennis van Guy de Maupassants Bel-ami bij het schetsen van de perversie van de bovenklasse, en zijn beschrijvingen van de geuren en kleuren uit Maravans keuken halen het niet bij Patrick Süskinds Het parfum. Maar die kwaliteiten vind je vermengd, en dus ietwat aangelengd, wel terug in De kok.

Stilistisch verwent Suter zijn lezer niet, en daardoor blijven de portretten hier en daar wat schetsmatig. De ontaarding van kapitalist Dalhmann had veel indringender gekund en zijn ondergang ontbreekt het aan creativiteit. Maar de kwaliteit van het boek zit niet in de psychologie, maar in de enorme vaart, en in het effectieve maatschappelijke mozaïek. Seks, witteboordencriminaliteit en de Tamilgemeenschap in Zwitserland vormen de ingrediënten. Het vergt een meesterkok als Martin Suter om daarvan dit venijnig stukje maatschappijkritiek samen te stellen. Als dit een amuse was, blijf ik zitten voor het hoofdgerecht.

Leonhard de Paepe studeerde aan de kunstacademie en is filosoof. Hij is docent Esthetica aan de de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag (KABK).

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum