Recensie: De ziel van de jeugd

30 november 2015 , door Herm Pol
| | |

De jeugdjaren, het zijn de jaren waarin het de bedoeling is dat je liefde opvat voor literatuur, maar die bij velen leiden tot een afkeer van boeken. In die tijd moesten wij boeken lezen als Oeroeg, Orpheus in de dessa of Het stenen bruidsbed. Bijna alles ging of over de Tweede Wereldoorlog of over ons koloniale verleden. Van de achttienjarige S.E. Hinton - we waren in dezelfde jaren jong - verscheen in 1967 The Outsiders, en daardoor werd ze in een klap gebombardeerd tot ‘the voice of the new generation’. Tot op de dag van vandaag wordt The Outsiders gelezen – en nu kan dat ook in de Nederlandse vertaling (van Johan Hos). Door herm pol.

De greasers vs. de socs

Weliswaar wordt het boek in de V.S. voornamelijk door highschoolkinderen gelezen, maar als coming of age-roman behoort The Outsiders wel tot de top twintig. Het hoort thuis in het rijtje met Huckleberry Finn, Room at the Top, Catcher in the Rye, To Kill a Mockingbird. De jeugd heeft de toekomst, wordt vaak gezegd. Onzin, pareerde Karel van het Reve dan. ‘De jeugd heeft helemaal niet de toekomst. De jeugd heeft de jeugd.’

De roman gaat over een traumatische periode in het leven van een veertienjarige, net wees geworden jongen: Ponyboy Curtis. Hij woont met zijn twee broers in the Eastside, de armenwijk, de buurt van de onderklasse. Hij is lid van een ‘gang’, van de greasers, hier vertaald als vetkuiven. En die vetkuiven zijn de helden van het verhaal, zij zijn de outsiders. Lang haar, oude kleren, vaak afkomstig uit gebroken gezinnen, kruimeldieven, etterbakken, dat soort jongens. Wat er ook misgaat, zij krijgen er de schuld van.

Daartegenover staan de ‘socs’, de socials, de kakkers. Het zijn de keurige welopgevoede, goedgeklede brallers die in hun Ford Mustangs door de stad cruisen en naar de drive-in bioscoop gaan om daar de mooiste meisjes in te pikken. Zij zijn de Westside-jongens. Het doet je onvermijdelijk denken aan West Side Story, en dat doet het boek geen goed. Het dateert vooral het eerste gedeelte sterk; de onderlinge rivaliteit tussen de twee groepen is iets te veel van het goede: Rolling Stones tegen de Beatles, Kreidler tegen Puch, Ronnie Tober tegen Wally Tax. Maar geen Oorlog, geen Indië.

De vriend en de verdediging

Gedateerd of niet, bij verschijnen in 1967 was The Outsiders niets minder dan een sensatie. Daarvoor had niemand nog van binnenuit een zo realistisch beeld van tweespalt in jeugdgroepen verwoord. Eindelijk een echt boek vond men, van wat jongeren bezielde, wat hen bezighield. Anderen verwierpen het grove geweld, als een slecht voorbeeld. Desondanks is The Outsiders een klassieker geworden, misschien wel juist omdat Hinton zich richt tot leeftijdsgenoten en ze serieus neemt.

Ponyboy is een vetkuif, maar hij is anders dan zijn vrienden. Johnny, Ponyboys vriend, is al eens zo ontzettend in elkaar geslagen door kakkers dat hij voortaan een knipmes bij zich draagt. Maar Ponyboy is een dromer die graag boeken leest.

Als de twee jongens na een avondje uit een paar kakkersmeisjes pesten, pakken de kakkers hen terug in een park. Ze houden Ponyboys hoofd zo lang onder water dat hij bijna verdrinkt en als hij uitgeput op het gras weer bijkomt ziet hij een dode kakker naast zich liggen. Johnny heeft de jongen neergestoken om zijn vriend te redden.

De redders en de dood

En dan demarreert Hinton opnieuw. De twee jongens vluchten en duiken onder in een afgelegen houten kerkje. Als ze hun schuilplaats verlaten en even later terugkomen, zien ze dat er brand is uitgebroken. Een menigte mensen kijkt werkeloos toe, zelfs als duidelijk wordt dat er waarschijnlijk een groepje kleine kinderen in de kerk aanwezig is. Maar Ponyboy en Johnny aarzelen niet.

‘Ik rukte me los en rende verder. Het enige wat ik kon denken was: Onze schuld. Onze schuld. Onze schuld!
Ik was niet van plan via een brandende deur naar binnen te gaan en ramde dus een grote steen door een raam en hees mezelf naar binnen. Het was een wonder dat ik mezelf niet dood sneed, nu ik eraan terugdenk.’

Ze weten de kinderen uit de brandende kerk te redden, maar Johnny komt onder een brandende balk en breekt zijn rug, ze moeten naar het ziekenhuis. Niet meer als voortvluchtige moordenaars, als helden – al keert dat het noodlot niet.

Want wanneer later Ponyboy en zijn vrienden na een glorieus gewonnen rumble, een soort massagevecht, met de kakkers, naar het ziekenhuis gaan om te zien hoe het met Johnny gaat, vernemen zij dat hij is overleden. Een oudere vriend, Dally, die erg op hem gesteld was, draait door, rent de nacht in, overvalt een winkel. Achtervolgd door de politie zoekt hij een toevlucht in het huis van Ponyboy en zijn broers, maar voor hij daar aankomt schiet de politie hem dood. Dat is niet zomaar — hij had een ongeladen pistool op de agenten gericht.

In coming of age-romans vind je doorgaans niet de grote geschiedenis, geen nazi's, Indiërs of Vietcong. Ze laten hun hoofdpersonen vaak iets leren, ze brengen hoop en toekomst. Maar in The Outsiders rest Ponyboy weinig anders dan de uitzichtloosheid van de onderklasse. Hinton zet vraagtekens, dat is een eerste kwaliteit van deze roman, en bovenal geeft ze een – zeker voor die tijd – indrukwekkend beeld van de ziel van de jeugd. Die wel niet de toekomst mag hebben, maar in ieder geval de jeugd.

Herm Pol is winkelchef bij Athenaeum Boekhandel Amsterdam. Elke maandag praat hij bij De Avonden over een buitenlandse titel. Dit is een bewerking van zijn bijdrage van 10 januari.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum