Recensie: Een donzen deken over de geschiedenis

27 augustus 2011 , door Karlijn de Winter
| | | |

Kinderen die op een cruciaal moment in de geschiedenis worden geboren en zo getuige zijn van een heel tijdperk zijn er volop in de literatuur. Beroemd in Italië is bijvoorbeeld Useppe, het pientere jongetje uit De geschiedenis (La storia, 1974) van Elsa Morante. Eva uit het romandebuut van Francesca Melandri (Rome, 1964) is ook zo'n baby. Alleen is zij van jongs af aan een bijzonder goede slaper. Daarmee lijkt ze wel symbool te staan voor al diegenen, ook Italianen, die decennialang hun ogen dicht hebben gehouden voor problemen die er speelden in Eva's geboortestreek Zuid-Tirol. Maar wie Eva slaapt leest, wordt vanzelf wakker geschud. Door karlijn de winter.

Letterlijk bomvol

Eva slaapt doorkruist zeven decennia van de geschiedenis van Zuid-Tirol (Alto Adige), een inmiddels autonome provincie in Noord-Italië waar de meerderheid Duitstalig is. Als een tijdbalk in een geschiedenisboek hebben de hoofdstukken titels als ‘1919’, ‘1963-1964’ en ‘1978-1979’. Het lijkt er even op dat Melandri bovenal onze historische kennis wil bijspijkeren. Ze geeft een behoorlijk gedetailleerde uiteenzetting over Zuid-Tirol, vanaf het moment dat in Stain-Germain-en-Laye het vredesakkoord werd getekend (1919) waarin Italië deze ‘lap Alpenland’ kregen toegewezen, via de onderdrukking van de Duitstalige bevolking tijdens het fascistische maar ook naoorlogse Italië, de opstanden die een bloederig hoogtepunt vonden in de jaren zestig en de daaropvolgende represailles van carabinieri:

‘Niemand van hen [de ‘bommenleggers’] had zich vooraf een voorstelling kunnen maken van die ondervragers. Niemand van hen wist van de schoppen, de slaaponthouding, het verblindende fosforlicht, niemand van hen wist hoe het voelt wanneer hele plukken haar worden uitgerukt, nagels uitgetrokken […]. Niemand van hen had tevoren kunnen bedenken dat geüniformeerde vertegenwoordigers van een democratische en republikeinse staat hen hadden kunnen reduceren tot een “subhumane staat waarin je bereid bent alles te zeggen en alles te doen als ze maar ophouden je als ding te zien en niet langer als mens”, zoals een van hen na zijn vrijlating zou zeggen.’

Gaandeweg ontwikkelt zich toch ook steeds meer een verhaal. In 1963 wordt Eva geboren. De explosies, wegversperringen en aanslagen nemen alleen maar toe, maar in haar kinderlijke onschuld lijkt ze er weinig van te merken. Eva slaapt. Toch is haar leventje wel verweven met de spanningen in de streek, vooral als haar moeder een relatie krijgt met Vito, een allervriendelijkste carabiniere uit het zuiden van Italië, die als een echte vader voor haar is, een vervanging voor haar eigen vader die ze nooit heeft gekend.

Het perspectief blijft heen en weer slingeren tussen actuele gebeurtenissen, de mensen om Eva heen die in die gebeurtenissen verwikkeld raken, en Eva’s beperktere blikveld. De verteltrant is dan ook nogal hectisch – zo veel als er wordt verteld, en het gaat maar door – maar het legt wel mooi de verwarring en verscheuring bloot waarmee Zuid-Tirol te kampen heeft.

Slaaptrein naar het zuiden

Maar behalve een reis door de tijd, maakt Melandri’s roman ook een reis over afstand. Op een eerste Paasdag in het heden neemt Eva namelijk de trein van Zuid-Tirol naar het andere uiteinde van het continent, 1397 kilometer verder: Reggio Calabria. Ze is daar om Vito weer op te zoeken. Jaren heeft ze hem niet gezien, nu ligt hij op zijn sterfbed.

Deze hoofdstukken, die haar bijna vierentwintig uur durende reis beschrijven, en genoemd zijn naar het aantal kilometers dat ze erin aflegt (‘0-35 kilometer’ tot ‘1383-1397 kilometer’), wisselen de hoofdstukken over de geschiedenis van Zuid-Tirol telkens af. Het lijkt een nogal vergezochte manier om een roman op te bouwen, maar hij werkt verdraaid goed.

De gedeeltes waarin je van uur tot uur de treinreis volgt, zijn verkwikkend. Ze geven het boek lucht: één personage, een overzichtelijke reis, een helder doel, en voor even verlost van alle drukte van de Zuid-Tiroler geschiedenis. Van noord naar zuid ziet Eva Italië aan zich voorbij trekken. Met opengesperde ogen kijkt ze uit het raampje, waarin alle kleuren en alle contrasten van het land langs glijden:

‘Aan de rechterkant rijst de klif van Gaeta als de kop van een mythologische walvis op uit de wateren van de Middellandse Zee. Citrusplantages, olijfgaarden, en gele, paarse en rode velden lopen schuin af naar de glinsterende zee. Kleuren die getuigen van overvloed, gulheid en het goede leven. Maar aan de linkerkant, naar het binnenland toe, schuiven ruige, weerbarstige en grimmige bergen voorbij. Ook al zijn ze veel lager dan onze gletsjers, ze zijn bijna even intimiderend.’

De passages in het heden vormen zo een opbeurend tegenwicht voor de passages in het verleden. Er wordt meer in geobserveerd (het landschap, medepassagiers) en ze bevatten minder actie. Ze zorgen voor een moment van rust in de stormachtige, Zuid-Tirolse geschiedenis, alsof ze er een deken overheen leggen.

Eva slaapt lokt aan de ene kant uit constant verbanden te leggen en parallellen te trekken, zo vol staat het met feiten, personages en symbolen, waarvan Eva en Pasen nog de meest opzichtige zijn. Het leest als een puzzelboek door de geschiedenis heen, met allemaal onopgeloste kwesties. Maar wanneer Eva in beeld komt, verdwijnt die neiging vanzelf. Zij heeft iets verzoenends, op dezelfde manier als slapen heilzaam is. Net als Eva op die Eerste Paasdag drijft de roman Eva slaapt alle conflicten op de achtergrond en rijgt Italië weer aaneen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum