Recensie: Hebzucht in de kasten van de gewone man

30 november 2015 , door Jan Vinck
| |

De roman Gedane zaken is Kopano Matlwa’s afrekening met het Zuid-Afrika van na 1994. Het land had zich destijds, althans zo leek het voor buitenstaanders, losgeworsteld uit de greep van apartheid, kreeg de zwarte president die het verdiende en was trots aan de start van een nieuw democratisch en economisch tijdperk verschenen. Maar, zo suggereert Matlwa, dit had weinig te betekenen. Uit het zicht van het officiële programma, in donkere stegen en in zonverlichte kamers, zat een beest weggedoken dat angsten en weerzin uitzweette en dat op een later tijdstip onvermijdelijk zijn stinkende kop weer omhoog zou steken. Door jan vinck.

De feiten zijn de romanschrijver niet onwelgevallig geweest. Zeventien jaar later is de stampvoetende en eisende jeugd teruggekeerd om te juichen voor Julius Malema, een brallende ANC-leider wiens cynisme en ambitie zelfs Jacob Zuma te ver gaan. In hippe koffiebarretjes in Kaapstad, Johannesburg en Lusikisiki worden weliswaar de cappuccino’s geschonken en betaald door dezelfde zwarte handen, maar ook deze zelfbewuste twintigers en dertigers hebben het wereldbeeld van hun ouders met de pasjes van Verwoerd, het vingertje van Botha, gescheiden parken en toiletten, Umkhonto we sizwe, Nyanga of Sharpeville, niet geheel kunnen uitbannen. Het beest heeft nog tanden.

Jong en succesvol

Matlwa (1985) debuteerde in 2007 opvallend met Coconut. Haar observaties over jonge zwarte Zuid-Afrikanen die opgroeien in vrijheid en voorspoed, terwijl hun ouders nog kampen met zeer acute trauma’s en leeftijdgenoten keiharde armoede kennen, waren stevig en raak. Vooronderstellingen over jong en oud, arm en rijk, blank en zwart (de klassieke Zuid-Afrikaanse tegenstellingen) wist ze door te prikken of behendig inzichtelijk te maken.

Van Coconut werden meer dan vijftienduizend exemplaren verkocht op de thuismarkt, een ongekend aantal voor een roman. En tot Matlwa’s eigen verbazing kreeg het boek, terwijl zijzelf amper de collegebanken verlaten had, door academici het stempel van noviteit opgeplakt. Er ontstond publiek debat rond de thema’s in het boek, lezingen, artikelen en scripties volgden, en bewonderaars deinsden niet terug om vergelijkingen te maken met Afrikaanse klassiekers als Things fall apart, A Grain of Wheat en Disgrace. Alsof de verse winnares van Idols een liedje mee mocht zingen met Hugh Masekela of Koos Kombuis.

Wat geen keer neemt, is het waard om te herinneren

In haar tweede boek durft Matlwa opnieuw veel. Ze wil ontleden. Ze wil begrijpen waar Zuid-Afrika is beland vijftien jaar na het optimistische begin. En ze is zichtbaar op zoek naar een effectieve, eigen stijl, die levensecht maar geordend, voldoende van de straat en toch literair zou moeten zijn.

De twee hoofdpersonages in Gedane zaken (een zwarte schooldirectrice en blanke pater) delen een liefdesverleden dat in 1994 plotseling – en pijnlijk – werd beëindigd. Vijftien jaar laten treffen ze elkaar opnieuw op de supermodelschool (‘Sekolo sa Ditlhora’) waar de een ambitieus leiding geeft en de ander, na wat de kerk heeft bestempeld als onzedig gedrag, gedwongen is tot een periode van zelfreflectie en herstel, die hij invult als begeleider van een groepje gestrafte jonge leerlingen.

Spijt, vernedering, verdriet, angst, dat zijn de emoties die deze Mohumagadi en pater Bill (en, zo lijkt het, Zuid-Afrika) in hun greep houden. Het leven is gemakkelijker te dragen als de implicaties van een ouder, hekel bestaan kunnen worden gebagatelliseerd of zelfs vergeten. Op dat laatste zijn de protagonisten in deze roman zelfs doelbewust uit. Een groot misverstand, zo lijkt de boodschap van Matlwa. Op de laatste pagina’s wordt duidelijk dat de daad van het herinneren essentiële voorwaarden schept. Alleen wie zich herinnert – ook of juist als het pijn doet (want gedane zaken nemen geen keer) – is in staat om zelfrespect te vinden en zinvolle relaties op te bouwen. Dit is zeker van toepassing op de trotse, gekrenkte Mohumagadi.

‘Ze herinnerde zich wat er de vorige dag was gebeurd, dat ze was vernederd, dat ze respectloos was behandeld, dat ze was aangevallen, belachelijk gemaakt, dat haar gezag was ondermijnd, dat ze was bedrogen, dat ze was aangevallen en opnieuw vernietigd.’

Door haar boosheid en verdriet te ‘erkennen’, maakt ze deze in zekere zin onschadelijk en kan ze zich pas echt vrij gaan voelen.

Stijlproblemen

Gedane zaken geeft aanvankelijk blijk van grote kwaliteiten. In pakkende zinnen beschrijft Matlwa de euforie en de eerste scheuten van maatschappelijke teleurstelling, verkramping en ontmaskering die volgen op het besef dat rechtvaardigheid als retoriek wel politieke baantjes oplevert maar geen gelijkheid en zeker geen brood op de plank.

‘Er werd bedrog gevonden in de rugzakken van de strijders, verraad in de opschrijfboekjes van de leiders, verdorvenheid in de schoenen van de kampioenen, hebzucht in de kasten van de gewone man, verderf aan de sleutelhangers van leidersfiguren en ziekte stilletjes weggestopt in de beha’s van onze legendes… En na uTata, nou, toen kwamen er geen grote namen meer, niet in morele zin, geen edelmoedigheid. Er was zeker wel geld, er waren goudmijntjes, maar geen T-shirts, geen grappige dansjes, geen brede grijns, geen hese stem.’

Twijfel over Matlwa’s stijlbeheersing slaat echter onverwacht toe wanneer haar brutale, dansende zinnen vrij abrupt ophouden, zonder dat er iets anders voor in de plaats komt. De roman ontbeert in toenemende mate subtiliteit en levendigheid. De onwerkelijke, met diverse thema’s doorspekte dialogen tussen pater Bill en Mohumagadi, en tussen pater Bill en zijn nablijfkinderen, zullen toch geen trouwe nabootsing van het sociale verkeer in Zuid-Afrika zijn?

‘Pater Bill verbaasde zich over zijn heftige woorden. "Bullshit". Kwam dat woord wel in zijn woordenboek voor? Het was heel gemakkelijk van zijn tong gerold, alsof hij het altijd al had gebruikt. Dus hij zei het nog een keer. "Bullshit."
"Ja, u hebt gelijk, het is inderdaad bullshit!" riep de jongen uit. […] Het Westen heeft al te veel schade aangericht en wij zijn te beschadigd, te kwaad, we zijn het allemaal veel te zat om nog geboeid te kunnen worden door zulk soft geklets over geluk. Kijk alleen maar naar u, pater Bill, u bent zelf toch ook behoorlijk in de war, en dat verdomme nog wel voor een priester.’

Het is de valkuil voor elke onervaren schrijver. Matlwa poneert situaties en gedachten die dienen als verlengstukken van haarzelf; het zijn háár stellingen en opinies die je leest, niet die – zoals in bovenstaand citaat – van pater Bill en Zulwani, een tienjarige wijsneus. Zij lijkt op dit soort momenten ver verwijderd van wat Sebastian Barry in The Guardian onlangs benoemde als het geheim achter elke geslaagde roman: ‘[That it] may possess this quality of one time only. This happened, but not generally. Specifically.’ Matlwa’s personages echter blijven emblemen, gevangen in haar allegorische vertelling, en de aandacht van de lezer verslapt.

Dvd’s kijken

Toch zijn er in Gedane zaken genoeg amusante en verrassende perspectieven te vinden. Zo is de relatie tussen pater Bill en de leerlingen er een van toenemend onvermogen, gelatenheid en ten slotte intimiteit. Dit culmineert in de episode waarin gezamenlijk naar een dvd wordt gekeken die gedetailleerde beelden bevat van bij uitstek verboden zaken.

‘Het verscheen allemaal echt op het scherm: hun genitaliën, hun tepels en hun schaamhaar. Hoewel ze hun handen voor hun ogen hielden, tussen hun vingers door keken, hun gezicht verborgen achter hun boeken en vreselijk opgelaten giechelden, was er niets vulgairs aan.’

Matlwa’s beschrijving van de bij nader inzien volkomen onschuldige kijksessie is humoristisch en aandoenlijk, ondanks de dramatische ontknoping die erop volgt.

Zoete verleidingen

Gedane zaken leest nooit onaangenaam, maar de gloed van taal en beelden die in het begin stevig opflakkert, en die Matlwa kennelijk in haar vingers heeft, houdt helaas niet tot het einde toe stand. Waar Sello Duiker zijn maatschappelijke observaties en commentaar verpakte in een rauwe reportagevorm, Coetzee slechts fileert en opdient, en Deon Meyer de genuanceerde werkelijkheid met scherpe couleur locale door laat schemeren in zijn crime fictions, heeft Matlwa nog niet die eindvorm gevonden.

De flair zit hem deels in wat al zichtbaar is en deels in wat je er doorheen kunt zien: de keuze van de schrijver om zich vrij en licht te bewegen, niet afgekeerd van maar wel bewust ontrouw aan de oude, dwingende sjablonen in de Zuid-Afrikaanse literatuur. Matlwa past hiermee in de groep van jonge zwarte schrijvers in Zuid-Afrika (zoals ook Siphiwo Mahala, Zusanna ‘the madams’ Wanner en Niq Mhlongo) die door hun opvallende productiviteit, charisma en successen een bijzonder effect sorteren. Ze slagen erin jonge Zuid-Afrikanen te winnen voor de wereld van boeken en lezen, die plek waar verbeelding, vrijheid en honger naar kennis de zoete verleidingen zijn.

Jan Vinck was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, is antropoloog en woonde enkele jaren in Zuid-Afrika. Hij schreef over boeken en literatuur voor ZAM, Boekblad en The Big Issue Kaapstad.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum