Recensie: Lezen onder de loep

30 november 2015 , door Helen Westerik
| |

Een boek over lezen, woorden en boeken lijkt in de huidige tijd een hachelijke zaak. Zal men met droge ogen het einde van het boek aankondigen in gedrukte vorm? Je zou het in het geval van I Read Where I Am bijna vrezen, gezien de reputatie van een aantal van de schrijvers van dit boek. Gelukkig beoogt deze bundel, met 82 reflecties op lezen in allerlei vormen, dat niet. Maar het stelt wel vragen bij het heden en de toekomst van het lezen. In korte tot ultrakorte bespiegelingen gaat een keur aan schrijvers, uiteenlopend van Lev Manovich tot F. Starik, dit onderwerp te lijf. Door helen westerik.

Het eerste wat opvalt is de uitdagende vormgeving door LUST, waarin woorden lichter of donkerder weergegeven zijn, afhankelijk van hoe vaak ze voorkomen in de tekst en hun uniciteit. Ook de manier waarop de indexen tot stand zijn gekomen is onconventioneel: naast een min of meer traditionele index waarin de eerste 140 karakters van iedere bijdrage worden geciteerd, bijna als een inhoudsopgave, is er een index op schijnbaar willekeurige lemma’s als Wim en Cold, voor een  lezing at random, en een contextuele index, waarin termen uit het boek met Wikipedia-citaten worden uitgelegd. Ieder stukje begint met een vermelding van het aantal woorden en de tijd die het vergt om het te lezen.

Uitgangspunt van de stukken in I Read Where I Am is dat we allemaal lezers zijn, maar dat de wijze waarop we lezen verandert: door de digitale media en door de alomtegenwoordige beeldcultuur worden we van dieptelezer, die een tekst met aandacht induikt, tot een breedtelezer, die een veelheid aan informatie bijeensprokkelt maar daarbij niet dieper gaat dan een soepbord.

Niet geheel onverwacht vindt een deel van de schrijvers dat een goede zaak: we worden gebombardeerd met teksten op reclameborden, smart phones, eindeloze nieuwsstromen, tijdschriften en vooral internet. De nieuwe lezer baant zich daar feilloos een weg in en legt razendsnel verbanden tussen al die verschillende teksten. Onze aandachtsspanne mag dan wel verminderd zijn, we zijn van alles op de hoogte, van wereldnieuws tot foto’s van de kat van de buren. En iedereen is van ons wel en wee op de hoogte door blogposts, tweets en status-updates op Facebook. In een minderheid van de stukjes in I Read Where I Am wordt deze nieuwe lezer als held binnengehaald, een tegengeluid tegen Nicholas Carrs onheilsprofetieën in The Shallows (Het ondiepe).

Mediatheoreticus Lev Manovich stelt dat door alle digitale sporen die we nalaten, we voor het eerst in staat zijn om op een enorme schaal diepteonderzoek te doen naar menselijk gedrag. Door de huidige analysemogelijkheden weten we bijvoorbeeld wat voor soort foto’s op Flick’r het meest populair is en welke producten positief besproken worden op het internet. Nu hebben vooral grote bedrijven de kennis en techniek voorhanden om dit soort onderzoek te doen, maar Manovich spant zich in om deze voor iedereen beschikbaar te maken. Er moet immers een balans blijven tussen hoe wij de digitale media lezen, en hoe die media ons lezen.

Het begrip lezen wordt ook onder de loep genomen. Niet alleen teksten, maar ook de interpretatie van andere visuele prikkels worden beschouwd als lezen, zoals in de semiotiek reeds lang gebruikelijk is. Verbazingwekkend genoeg meldt een klein aantal schrijvers dat dit een nieuwe trend is: de lezers keren zich af van het gedrukte woord en pikken meer visuele informatie op. Van lezers worden we kijkers. De grotschilderingen van Lascaux, die beduidend ouder zijn dan de weg naar Rome, zou je toch ook als visuele communicatie kunnen beschouwen. En dan hebben we het nog niet eens over de bijbelverhalen die geschilderd in kerken te ‘lezen’ zijn. Koert van Mensvoort schrijft gelukkig dat de mens 40.000 jaar geleden ook las: de omgeving, welteverstaan. Men las de lucht, de sporen van prooidieren. Hij betoogt dat het lezen van de omgeving als symbool een toekomst heeft in augmented reality, en juist door deze toegevoegde realiteit zouden we beter in staat moeten zijn om onze leefomgeving te begrijpen.

En dan is er nog het pleidooi voor slow reading van Dirk van Weelden. Nu iedereen al multitaskend pijlsnel en diagonaal kan lezen, is het hoog tijd voor vertraging. Juist het bombardement van alle media leidt ons af en houdt ons dom. Het is tijd voor verzet, door niet de mail gelijk te lezen bij binnenkomst, niet tien dingen tegelijk te doen, maar met aandacht te lezen, en een zin nog eens, wellicht zelfs hardop, te lezen en je af te vragen of iets ook anders geformuleerd had kunnen worden. Door stil te staan bij de woordkeuze ontwikkel je een onzindetector, die je dan weer in staat stelt sneller te denken.

Na het lezen van alle 82 stukjes beklijft het gevoel dat we het eigenlijk niet weten, niet hoe de toekomst van het lezen er uit zal zien, en al helemaal niet die van het boek. Dat het verandert lijkt duidelijk, maar hoe, daarover lopen de meningen uiteen. En juist het lezen van die meningen, met aandacht liefst, is nuttig om de eigen vooroordelen over vervlakking van de cultuur, of juist democratische utopieën die het nieuwe lezen zou brengen, weer bij te stellen.

Helen Westerik is rubrieksbeheerder film en mediatheorie bij Athenaeum Boekhandel. Samen met Louise Fresco schreef ze Verraad, Verleiding en Verzoening. De rol van eten in speelfilms. Daarnaast heeft zij vele film- en nieuwe media programma's gemaakt en geproduceerd.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum