Recensie: Plaatsbepalingen

01 januari 2010 , door Emmi Schumacher
| | |

Na de publicatie van The View from Castle Rock (2006) liet Alice Munro hints vallen dat die bundel korte verhalen haar laatste zou zijn. Klaarblijkelijk, en gelukkig, is ze van gedachten veranderd, anders waren we Too Much Happiness misgelopen – volgens Athenaeum Boekhandel behorend tot de beste Engelstalige fictie van het afgelopen jaar. Sinds 2006 zijn Munro’s standaarden op geen enkele wijze gedaald: de tien verhalen in deze bundel zijn zo mooi dat je, bij het laatste verhaal aangekomen, het gevoel hebt dat je sinds het eerste een universum hebt doorkruisd. Door emmi schumacher.

De verhalen in Too Much Happiness gaan, zoals bijna altijd bij Munro, over de levens van gewone Canadezen. Maar meer dan ooit lijkt ze in deze verhalen de nadruk te leggen op de specifieke plekken waar ze zich afspelen. Niet alleen de omgeving is belangrijk (meestal ergens in de provincie Ontario) maar de buurt, de straat, het huis dat nog door een grootvader eigenhandig is gebouwd. Tastbare details zijn essentieel: hoeveel ramen er zijn, welke kleur het hout in de gang heeft, waar de trap naar boven is en hoe muf het is in de kelder.

Munro bezit het grote talent om een heel leven te kunnen weergeven in dit soort details, om alles wat er in dat leven gebeurt terug te brengen tot het essentiële, tot waar het gevormd is. Die ene plek, waar dat ene gebeurd is wat al het andere tegelijkertijd duidelijk en overbodig maakt. ‘In your life there are a few places, or maybe only the one place, where something happened, and then there are all the other places.’

Het maakt Munro’s verhalen er niet noodzakelijkerwijs makkelijker op. Als lezer loop je het leven van een personage op een op het eerste gezicht willekeurig moment binnen, en het duurt even voor je met de mondjesmaat verstrekte brokjes informatie doorziet waar het verhaal zich op toespitst. En na een tijdje ga je weer weg, terwijl het personage in meer of minder beschadigde mate verder leeft. De truc is natuurlijk dat zelfs een kort verblijf in het leven van Munro’s personages een diep inzicht in dat leven geeft. Je bent niet op alle plekken geweest waar dat personage is geweest, of ooit nog zal komen, maar dat geeft niet. De belangrijkste plek is gezien.

‘He opened another door, into the hall I had seen so long ago, at the beginning of the evening, and I passed in front of him and the door was closed behind me. I may have said good night. It is even possible that I thanked him for dinner, and that he spoke to me in a few dry words (not at all, thank you for your company, it was very kind of you, thank you for reading Houseman) in a suddenly tired, old, crumpled, and indifferent voice. He did not lay a hand on me.
The same dimly lit cloakroom. My same clothes. The turquoise dress, my stockings, my slip. Mrs. Winner appeared while I was fastening my stockings. She said only one thing to me, as I was ready to leave.
“You forgot your scarf.”
And there indeed was the scarf I had knit in Home Economics class, the only thing I would ever knit in my life. I had come close to abandoning it, in this place.’

Het laatste verhaal in Too Much Happiness, het titelverhaal, doorbreekt dit patroon. Het gaat over een historisch figuur, de Russische schrijfster/wiskundige Sophia Kovalevsky die aan het einde van de negentiende eeuw Europa doorkruiste. Een groot verschil dus met de stevig in de Canadeze grond verankerde personages. Ook gaat Munro hier uitgebreider in op de tumultueuze levensloop van haar hoofdpersoon – opgegroeid in gegoede kringen, Dostojevski op bezoek in de salon, als volwassene een veelgeprezen maar ook vreemde eend in de bijt tussen (mannelijke) Europese intellectuelen.

Ook met dat wijdere perspectief overtuigt Munro, maar dat is aan het eind van Too Much Happiness eigenlijk geen verrassing meer. Met zowel het kleine als het grote in haar universum weet ze uitstekend raad.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum