Voor je het weet rust er weer een taboe op het H-woord. De hypotheekrenteaftrek is zelden zo veilig geweest als bij onze huidige minister-president. En dat terwijl het juist dit soort belastingprikkels zijn die ons uiteindelijk de das om doen, aldus Dambisa Moyo's How the West was Lost. Ze bedoelen het misschien goed, de Mark Ruttes van het Westen, maar hun goede bedoelingen hebben ons de afgelopen decennia vakkundig de economische afgrond ingeleid. Door misha velthuis.
Moyo, geboren in Zambia en gepromoveerd in Oxford, liet zich al eens eerder kritisch uit over het Westen met haar bestseller Dead Aid. Ook deze keer moet het Westen het ontgelden, maar nu richt ze haar vizier op de economische beleidsvoering in het algemeen. Haar uitgangspunt is de veelbesproken verschuiving van economische macht van het Westen naar de rest. Waar andere commentatoren zich in hun analyses vergapen aan het succesverhaal van de rest, leidt Moyo onze aandacht juist naar het falen van het Westen.
Volgens Moyo hebben decennia van economisch wanbeleid namelijk een doorslaggevende rol gespeeld in de afname van onze relatieve economische positie. Alhoewel haar verontwaardiging soms wat overdreven lijkt - tegen het apocalyptische aan - zet Moyo met How the West was Lost absoluut een overtuigende argumentatie neer; het gaat niet goed, en daar moet wat aan gedaan worden.
Het Westen verkwanselt de drie belangrijkste ingrediënten voor duurzame economische groei: kapitaal, arbeid en productiviteit. Ten eerste verspillen we ons kapitaal. Misplaatste belastingprikkels, subsidies en garantiestellingen hebben een onverantwoorde stroom investeringen in onproductieve sectoren op gang gebracht. De overinvestering in de huizenmarkt is daar het meest tekenende voorbeeld van. Ten tweede is er de verspilling van arbeid. Er wordt lang niet genoeg geïnvesteerd in de opleiding van de Westerse bevolking. Als gevolg van perverse culturele en financiële prikkels komt veel te veel talent terecht in onproductieve sectoren als de financiële en entertainment industrie. Ten derde verkwanselen we onze productiviteit, de missende schakel tussen kapitaal en arbeid enerzijds, en economische groei anderzijds. Er wordt veel te weinig prioriteit gegeven aan 'Research & Development' om onze huidige technologische superioriteit op de lange termijn veilig te stellen.
Als je een boek schrijft over het falen van de Westerse economie ontkom je niet aan een bespreking van de afgelopen financiële crisis. In een poging haar boek te onderscheiden van de groeiende 'crisisliteratuur' schrijft Moyo echter dat haar boek niet over de 'whys and wherefores' van deze crisis gaat. Dit is een van de weinige punten waarop Moyo niet overtuigt. Als je schrijft over de schuldverslaving van de VS, de scheve handelsbalans tussen de VS en China en de rol van de bankensector en de overheid in de totstandkoming van de huizenbubbel, dan schrijf je wel degelijk over de 'whys and wherefores' van de financiële crisis. Naast ongeloofwaardig is Moyo's opmerking bovendien ook overbodig. How the West was Lost is op meerdere punten een interessante aanvulling op de populair-wetenschappelijke politieke economie.
Zo geeft Moyo het tweede deel van haar betoog een interessante wending. Waar ze in het eerste deel de economische problemen op beleidsniveau bespreekt, stelt ze in het tweede deel het onderliggende politiek-economische model ter discussie; misschien heeft de aaneenschakeling van misplaatste beleidskeuzes wel een structurele oorzaak. Ze vergelijkt daarbij ons liberale kapitalisme met het staatskapitalisme van opkomende economieën als China en Rusland. Ze vraagt zich daarbij af of de optelsom van onze individuele motivaties wel tot een optimale economie leiden. Waar het Washington maar niet lukt om voldoende te investeren in de Amerikaanse infrastructuur legt Beijing met een enkel decreet duizenden kilometers aan snelwegen en spoorlijnen aan. Misschien leidt dit staatskapitalisme van China uiteindelijk wel tot een efficiëntere economie dan het liberale, individualistische kapitalisme van het Westen. En als de sterkste economie op internationaal niveau de meeste inspraak heeft, zijn onze Westerse belangen en idealen dan wel het best gediend bij de heiligverklaring van het individu?
Moyo's boodschap is duidelijk: economisch pragmatisme moet weer hoger op ons prioriteitenlijstje komen te staan. En in de doorvoering van de noodzakelijke hervormingen kunnen we nog een hoop leren van de praktijkgerichte Chinezen. Het is echter maar de vraag of kritische schrijvers als Moyo in China evenveel vrijheid zouden hebben om in tijden van economische malaise hun verhaal aan de man te brengen. Vermoedelijk is het juist de westerse alomtegenwoordigheid van dit soort zelfkritiek en gechargeerde introspectie die ons op de moeilijkste momenten op de been houdt. Het wordt dus weer tijd om de hypotheekrenteaftrek ter discussie te stellen.
Misha Velthuis studeerde Fysische Geografie (BA) en Politicologie, richting Internationale Betrekkingen (MA). Momenteel verzorgt hij werkgroepen politicologie aan de UvA.