Recensie: Poezenkrant op tabloid!

30 november 2015 , door Martin Smit
| | | |

De Poezenkrant valt tegen. Vroeger stond er nog wel eens wat leuks in, maar tegenwoordig is het allemaal ongein,’ schrijft directeur P. Schreuders van De Poezenkrant in een rood-omrand kader in het zojuist verschenen nummer (no. 55, voorjaar 2011). De directeur wil vooral voorkomen dat kopers een abonnement nemen op het tijdschrift. Toch is, ondanks dit door de directie ingezette ontmoedigingsbeleid, dit nummer absoluut weer een bewaarexemplaar. Immers, de verschijning van een Poezenkrant is altijd een belevenis. Door martin smit.

De toon: ernst & ongein

Naast inderdaad enige ongein, bevat dit nummer enkele uiterst waardevolle en wetenswaardige bijdrages. Zo leren we uit het hoofdartikel ‘Wurgdrama bij Wolkenkrabber. Kantelcatastrofe’ de gevaren die kantelramen voor katten kunnen opleveren. Wanneer een poes met poot of nek in een geopend kantelraam komt klemt te zitten, kan dit fatale gevolgen hebben. Een in 1993 genomen foto van een gewurgde kat in een kantelraam bewijst dit. Met een gedetailleerde speurtocht naar de exacte locatie van deze foto weet de verslaggever van De Poezenkrant een schijnbaar vergeten risico voor katten aan het licht te brengen.

Uiterst actueel – in het licht van de voorspellingen van voetbaluitslagen door de Duitse  octopus Paul tijdens het laatste WK – is de reportage over de Amerikaanse kat Oscar, die in een bejaardentehuis, feilloos het moment van overlijden van bewoners aldaar, kan voorspellen.

Verhelderend ten slotte in dit nummer ook de publicatie van de briefwisseling tussen directeur P. Schreuders en een redacteur van uitgeverij De Bezige Bij over een meningsverschil bij de samenstelling van een bundeltje over W.F. Hermans (een fervent briefschrijver aan De Poezenkrant) en zijn relatie met katten.

De aard van het beestje: onpraktisch & los

Kopers en abonnees van De Poezenkrant die tips verwachten over het houden of verzorgen van poezen, komen altijd bedrogen uit. De Poezenkrant bevat nooit tips over het houden of verzorgen van poezen. Behalve dit nummer: de verhandeling over het gebruik van een krabpaal, of de vervanging daarvan door een kartonnen doos, zal voor menig poezenliefhebber van nut zijn.

Potentiële abonnees worden in dit nummer streng toegesproken. Op de voorpagina ontraadt de directeur mensen een abonnement te nemen. De Poezenkrant heeft nu 1525 abonnees. De administratie van mutaties van verhuizingen, nabestellingen en sterfgevallen, neemt zoveel tijd in beslag, dat het maken van de inhoud van het tijdschrift daardoor in de verdrukking dreigt te komen. De toekomst van de krant lijkt in gevaar, en dat is natuurlijk het laatste wat we als lezers willen. De problemen blijken ook uit de staatjes van verhuisde of wanbetalende abonnees. Ook de opsomming van wanbetalende boekhandels die De Poezenkrant verkopen, spreekt in dit verband boekdelen. Neem geen abonnement, raadt de directie ons aan, maar koop De Poezenkrant los. Een stelling die door verkopers bij Athenaeum Nieuwscentrum van harte wordt onderschreven.

Een krant van onze tijd: 2.0 & geïnspireerde vormgeving

Het is een misvatting dat poezenliefhebbers zouden behoren tot het volk van oudere geitenwollensokkendragers, ingedutte studeerkamerfilosofen of onschuldige, uit de provincie afkomstige aankomende studentes. Was in het vorige nummer al sprake van enige twitterende poezen, in dit nummer blijkt dat menige poes al een eigen Facebookpagina heeft. Daarmee trekt De Poezenkrant niet alleen haar wellicht de laatste jaren enigszins belegen imago op, maar weet zij ook het poezengebeuren direct in het actuele alledaagse te plaatsen. Onder andere de poezen Noortje, Poekie, Poets, Wiebie en Brown zijn op Facebook te vinden.

Het is die mooie combinatie van ouderwets en modern die De Poezenkrant altijd zo boeiend maakt. Zo bijdetijds als de berichtgeving over Facebook in dit nummer is, zo nostalgisch is de vormgeving van dit nummer. Het is gebaseerd op een exemplaar van de Engelse tabloid The Sun, zo meldt P. Schreuders, van 21 oktober 1974. Op het Waterlooplein, in een doos onder een boekenkraam, zie je nog wel eens kranten uit die jaren liggen.

Hoeveel van de 1525 abonnees op De Poezenkrant zouden zich realiseren dat De Poezenkrant ook vooral over vormgeving gaat? Ieder nummer van De Poezenkrant is weer anders vormgegeven. Het verschijnt iedere keer in een andere vorm: een boekje, een krant, een blaadje, een tijdschrift. Het is altijd gemodelleerd naar een nummer van een tijdschrift of naar een boekje wat ooit in het verleden is verschenen. Dat is niet te controleren, omdat de directeur vrijwel nooit zijn oorspronkelijke inspiratiebron prijsgeeft.

Zo verscheen ooit een nummer wat eruit zag als de voorpagina van Het Parool, er was een nummer met een omslag als een Penguin-pocket, twee nummers gebaseerd op een obscure pin-up-tijdschriften uit de jaren vijftig (#25 en #35, waarin de beavershots waren vervangen door foto’s van wijdbenige poezen) en andere briljant vormgegeven nummers, waarvan de bron voor de lezer helaas onduidelijk blijft.

Directeur en vormgever van De Poezenkrant, Piet Schreuders, houdt al sinds 1974 de lezers continu in spanning. Hoe ziet het volgende nummer eruit? Moeten we nog lang wachten op de volgende uitgave? De uiterst onregelmatige verschijning is daar vooral debet aan (reken maar uit: 55 nummers sinds 1974). The Sun van 21 oktober 1974 willen we anno 2011 niet meer lezen, maar De Poezenkrant van voorjaar 2011 wel. Die heeft eeuwigheidswaarde. Ook al weten we nu al dat het tabloidformaat eenmalig zal zijn.

Martin Smit is redacteur van het anarchistische tijdschrift De As, publiceerde artikelen in De As en in Buiten de Orde en is redacteur en uitgever bij Kelderuitgeverij en Uitgeverij De Vooruitgang. En medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum