Recensie: Tussen de hobo's op zoek naar vader

30 november 2015 , door Martin Smit
| | | |

Voor wie in de negentiende eeuw in de Verenigde Staten op zoek was naar een beter bestaan, of de soms mensonterende arbeidsomstandigheden wilde ontvluchten in de fabrieken van industriesteden als Detroit en Chicago, leek de keuze voor de hand liggend: Go west, young man! Daar lagen immers de open vlakten, symbolisch voor het te ontdekken nieuwe leven. Voor velen eindigde de reis echter nooit. Ze vonden het geluk niet, vervielen tot armoede, en gingen zwerven. Deze hobo’s doorkruisten in hun zoektocht alle windrichtingen, illegaal per spoor reizend, in lege treinwagons of vastgesnoerd boven de wielen. In het vaak geromantiseerde, maar in werkelijkheid schrijnende bestaan van de hobo's speelt de graphic novel Op weg van schrijver James Vance (1953) en illustrator en striptekenaar Dan Burr. Daarin wordt de zoektocht van de twaalfjarige Freddie naar zijn vader een harde confrontatie met een onbekende rauwe werkelijkheid. Door martin smit.

Het is 1932. Op het dieptepunt van de grote depressie komt het leven van Freddie Bloch op z'n kop te staan. Na het overlijden van zijn moeder gaat zijn drankzuchtige vader er vandoor, op zoek naar werk in de autofabrieken van Detroit. Zijn broer neemt de rol van gezinshoofd over, maar wanneer hij op het slechte pad raakt, besluit Freddie op zoek te gaan naar zijn vader, in een poging het getormenteerde gezin te herenigen.

Hij raakt verzeild in kringen van zwervers en hobo's. De zwerftocht die volgt, ontspint zich volgens het klassieke patroon van de road movie: aan de andere kant van de heuvel lijkt het gras groener, dus gaat de reis daar naar toe. Het is een zoektocht naar een heilige graal, dikwijls onderbroken door zijsporen en avonturen, maar het doel wordt niet bereikt.

Op weg, pagina 64.

Coming of age

Het is een tocht waarbij vriendschappen ontstaan, vetes worden uitgevochten, er iedere dag naar voedsel gezocht moet worden of geld moet worden verdiend. De jonge Freddie, vertrokken uit een slaperig Amerikaans provinciestadje, wordt ondergedompeld in een volledig nieuwe omgeving en een andere levensstijl. Het is een kennismaking met een andere, rauwere werkelijkheid. De schooljongen wordt puber en in de verte ontdekt hij zijn volwassenheid.

Het gemis van een vader compenseert Freddie door vriendschap te sluiten met Sam, een hobo die zich de Koning van Spanje noemt, zich over de jongen ontfermt en met hem de zoektocht aangaat. De vraag doemt op of de vriendschap tussen man en jongen niet meer is dan dat. In Op weg worden hier en daar toespelingen gemaakt op homoseksuele verlangens en contacten tussen mannen en jongens. Of er tussen Sam en Freddie een dergelijke relatie bestaat, wordt niet expliciet. Wel lijkt het soms alsof er buiten het beeld van het verhaal heimelijke relaties zijn. In tekst en beeld heerst er dan een schimmige onduidelijkheid, die ook na herlezing blijft bestaan.

Tijdsgeest

Freddie ontsnapt soms aan de werkelijkheid door in een bioscoop bij een film weg te dromen. Dat is een van de voorbeelden waarmee Vance en Burr in hun verhaal de tijdgeest van de jaren dertig goed weten te vatten: in de crisis van de jaren dertig draaide de Hollywoodindustrie op volle toeren, de bioscoop was voor velen de enige weg om tijdelijk te kunnen ontsnappen aan de dagelijkse ellende.

Sfeer en tijdsbeeld weten de auteurs heel goed in beeld te brengen. Het heersende racisme, de rassentegenstellingen, de grote werkeloosheid, de opkomst van diverse religieuze bewegingen die zieltjes proberen te winnen, maar ook de keiharde confrontaties tussen arbeiders en fabrieksbazen. Freddie maakt de door communisten geleide demonstratie van arbeiders mee bij de Dearbornfabrieken van autofabrikant Ford, waarbij door de politie zes arbeiders worden doodgeschoten.

Op weg, pagina 98

De reis naar het geluk

Bij vlagen doet het verhaal denken aan het verfilmde levensverhaal van singer-songwriter Woody Guthtrie, Bound for Glory (1976). Guthrie reisde al zwervend door de Verenigde Staten, liftend en op treinwagons, organiseerde acties voor stakende arbeiders en maakte menige confrontatie mee met meedogenloos optredende ordediensten van fabrieksbazen. Wellicht diende diens verhaal de makers van Op weg tot inspiratie. De titel van de Nederlandstalige vertaling doet bovendien denken aan de eerste Nederlandse vertaling van Jack Kerouacs On the Road (Onderweg), maar dat is toeval. On the Road en Op weg hebben natuurlijk wel hetzelfde basisgegeven: de voortdurende, eeuwig lijkende reis naar het onbekende, naar onontdekte plekken, met als doel het simpele gegeven van het vinden van geluk.

Helderheid

Tekenaar Dan Burr, die in een verscheidenheid van stijlen lijkt te kunnen werken, tekende Op weg - oorspronkelijk verschenen in 1988 als Kings in Disguise, maar merkwaardig genoeg nooit eerder in het Nederlands vertaald - in een realistische, precieze stijl in zwart-wit. Zijn tekeningen voor dit boek ademen een beetje de sfeer zoals die terug te vinden is in naoorlogse Amerikaanse oorlogsstrips: dramatische scènes worden expliciet in beeld gebracht, nog eens extra aangezet door de gebeurtenissen op te laten lichten tegen een zwarte achtergrond.

Naarmate het verhaal vordert, lijkt er in de tekeningen meer licht te komen, er komt meer helderheid, alsof met de reis van Freddie een meer florissante toekomst nabij lijkt te komen. Dat Burrs personages in hun bewegingen soms enige soepelheid missen en hier en daar wat houterigheid vertonen, is bij dit boeiende verhaal geen enkel bezwaar.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum