Recensie: Ver verwijderd, gelukkig en geïnformeerd

10 januari 2011 , door Godeke Donner
| | | |

De Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig was 61 jaar toen hij in 1942 samen met zijn jonge vrouw Lotte een einde aan zijn leven maakte. Om het oorlogsgeweld te ontvluchten waren ze in 1940 naar Zuid-Amerika vertrokken. Tussen hun reizen naar Argentinië en New York woonden ze in een hotel in Rio de Janeiro totdat ze eind 1941 in Persepolis, een zomeroord buiten Rio, een eigen huis vonden. Daar werden ze door vrienden op 22 februari 1942 dood aangetroffen. ‘Het was alsof ze lagen te rusten. Ze zagen er bijna vrolijk uit. Stefan lag op zijn rug, en Lotte op haar rechterzij met haar linkerarm om Stefan geslagen.’ Dankzij de collectie brieven, die nu is gepubliceerd onder de titel South American Letters, lezen we hoe Zweig zijn ballingschap in Zuid Amerika zelf heeft beleefd - al blijft dit ene mysterie onopgelost.

De zelfmoord was wereldnieuws, en onder hun vrienden in Europa en in ballingschap sloeg het in als een bom. Zijn collega’s  waren vooral woedend en teleurgesteld. Thomas Mann reageerde bijna furieus:

‘Het kan niet van verdriet zijn, laat staan uit wanhoop. Zijn nagelaten brief is niet voldoende. Wat in hemelsnaam wil hij zeggen als hij het heeft over de reconstructie van zijn leven waarmee hij zo’n moeite had? De andere sexe moet er iets mee van doen hebben, was er misschien een schandaal in de maak?’

Gefêteerd in Zuid-Amerika

De bezorgers, Darién J. Davis en Oliver Marshall, leiden het boek in met een uitstekende samenvatting van Zweigs leven en betekenis en van de hier voor het eerst afgedrukte brieven. De brieven geven een levendig beeld van hoe het er in de Zuid-Amerikaanse hoofdsteden als Buenos Aires, Rio en Montevideo aan toe ging terwijl op het Europese continent de oorlog woedde. Vanaf hun aankomst werden de Zweigs gefêteerd door de lokale beau monde. Als vorsten werden ze ingehaald. Niet alleen was Zweig een beroemdheid, ook was Europees bezoek zeer welkom in landen die hongerden naar enige vorm van Europese erkenning.

Natuurlijk hadden de Zweigs bij dit onthaal schuldgevoelens. Ze waren zich er pijnlijk van bewust dat aan de andere kant van de oceaan hun familie en vrienden barre tijden moesten doorstaan. In elke brief wordt hun zorg voor hen benadrukt. Zweig hielp ook daadwerkelijk door geld te doneren aan Joodse instellingen en aan familie en vrienden in Europa en Amerika. Via hooggeplaatste vrienden kon hij soms visa faciliteren voor diegenen onder hen die ook de oversteek wilden maken.

Goed geïnformeerd

Dat Zweig goed op de hoogte was van wat zich in Europa afspeelde, blijkt ook uit Schaaknovelle, het boek dat hij enkele weken voor zijn dood publiceerde. Het speelt zich af op een stoomschip dat van New York naar Buenos Aires onderweg is. De beroemdste passagier aan boord is Czentovic, de regerend wereldkampioen schaken. Tijdens een van de partijen die als tijdverdrijf worden gespeeld, treft hij een tegenstander die zijn meerdere op schaakgebied blijkt te zijn. De ik-figuur in het verhaal krijgt van deze uitzonderlijke schaker, dr. B., te horen hoe het komt dat hij zo briljant kan spelen; doordat hij in Wenen werd opgepakt door de Geheime Staatspolitzei.

‘U vermoedt nu waarschijnlijk, dat ik u zal gaan vertellen over het concentratiekamp, waar immers iedereen heen gebracht werd die ons oude Oostenrijk trouw bleef, en van de vernederingen, het lijden, de martelingen die ik daar heb ondergaan. Maar er gebeurde niets van dat alles. Ik kwam in een andere categorie. Ik werd niet bij die ongelukkigen gedreven, op wie ze met lichamelijke en geestelijke vernedering een lang opgespaard ressentiment afreageerden, maar ingedeeld bij die andere groep, waaruit de nationaal-socialisten geld of belangrijke informatie wilden persen.’

Dr. B. werd in totale eenzaamheid vastgehouden en aan langdurige ondervragingen blootgesteld. Hij wist een boek te bemachtigen dat een schaakrepertorium bleek te zijn. Op grond van deze honderdvijftig gespeelde meesterpartijen had hij het spel volkomen leren beheersen.

Schaaknovelle telt nog geen honderd pagina’s. In de wereldliteratuur is het een voorbeeld van een tot de verbeelding sprekend verhaal dat zindert van spanning - tot en met het noodlottige einde. 

Geïsoleerd en gelukkig?

Zweig dankte zijn kennis van wat zich in en rond zijn vaderland afspeelde aan de intensieve briefwisseling die Stefan en Lotte eropna hielden met Lottes broer en zus. Al woonden deze Manfred en Hannah Altmann in Zweigs huis in Engeland, ze gaven vanuit Europa veel nieuws door naar Brazilië. De twee Duitse echtparen gebruikten in hun brieven over en weer Engels als voertaal. Hoe vreemd ook, ze hebben dat waarschijnlijk gedaan omdat brieven naar Engeland die in het Duits zouden zijn geschreven, met veel vertraging of zelfs nooit voorbij de censuur waren gekomen.

Het terugkerende thema in de brieven is de zorg die Stefan en Lotte voelen voor wat zich afspeelt in Europa en hun geïsoleerde positie, ver van hun vaderland. Bibliotheken zijn nauwelijks voorhanden, verwante zielen evenmin. Somberheid overheerst, en misschien valt daar hun zelfmoord uit te verklaren, maar hun vrolijke uitstraling komt ook uit de brieven naar voren. Kort voor zijn dood schrijft Zweig:

‘Niemand had kunnen denken dat ik op mijn zestigste hier zou zitten in een klein Braziliaans dorp, bediend door een blootsvoets zwart meisje, ver verwijderd van wat ooit mijn leven uitmaakte: mijn boeken, concerten, vrienden, conversatie. Maar we zijn hier buitengewoon gelukkig, de kleine bungalow met overdekt terras (die eigenlijk onze zitkamer is) heeft een prachtig uitzicht op de bergen en vlakbij is een cafeetje waar ik een heerlijke koffie kan krijgen voor een stuiver met het gezelschap van zwarte ezelsdrijvers erbij.’

Het is een mooi vaststelling die wrang wordt door de kennis van de politieke situatie en de pijnlijke afloop. South American Letters is daarmee een verrijking van en een kanttekening bij de literatuur van en over Zweigs leven en schrijven.

Godeke Donner heeft Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap gestudeerd aan de UvA en de Sorbonne-IV. Ze heeft in de afgelopen 25 jaar in onder andere Madrid, Buenos Aires, Paramaribo en Jakarta gewoond en schreef boekrecensies voor verschillende kranten.

pro-mbooks1 : athenaeum