Recensie: Wijnberg doet het weer

30 november 2015 , door Anne-Martijn van der Kaaden
| | |

Hij las de krant met Nietzsche en Kant. Hij ging op zoek naar onze identiteit, brak een lans voor de jeugd van tegenwoordig en toonde aan waarom vrijheid van meningsuiting iets onmogelijks is. Hij studeerde filosofie, schreef essays, boeken en columns en schopte het tot hoofdredacteur van een landelijk dagblad. Rob Wijnberg is pas 28 maar heeft het aardig voor elkaar. Voor zijn nieuwste boek laat hij Plato spreekwoordelijk plaatsnemen aan de tafel van zijn praatprogramma voor het inmiddels bekende maar daarom niet minder succesvolle recept: een filosofische kijk op de actualiteit. Door anne-martijn van der kaaden.

Een woensdagochtend-déjà vu

Wie het nieuwste boek van Rob Wijnberg doorbladert, of zomaar op een willekeurige bladzijde openslaat, heeft grote kans overvallen te worden door een onverwachts vertrouwd woensdagochtend-aan-de-ontbijttafelgevoel. De reden: de teksten uit En mijn tafelheer is Plato lijken verdacht veel op de stukken die Wijnberg schreef voor de Zin-pagina van de woensdageditie van nrc.next, nog niet eens zo lang geleden.

En warempel: het zíjn die stukken. Rigoureus redactioneel ingrijpen is er niet aan te pas gekomen: enkele 'nu's' zijn in 'toens' veranderd en sommige werkwoorden zijn in de voltooid verleden tijd gezet. Dat Wijnberg en zijn uitgever voor deze publicatie in de archieven zijn gedoken is een onaangename verrassing, met name voor de trouwe Zinlezers die met En mijn tafelheer is Plato in de ijdele veronderstelling verkeerden een originele Wijnberg in huis te hebben gehaald. Een leeswaarschuwing zou in het vervolg wel op zijn plaats zijn: 'Pas op! Dit boek kan stukken bevatten die u al eens eerder heeft gelezen!'

Wijnberg kan het beter

Nu deze eerste teleurstelling verwerkt is, over naar de vraag hoe Wijnberg en zijn filosofische tafelheren het er vanaf hebben gebracht. Het boek kent een grote diversiteit aan onderwerpen, en het feit dat het allemaal al eens eerder is verschenen doet in ieder geval geen afbreuk aan Wijnbergs bijzondere talent. Bas Haring kan het, Alain de Botton kan het, maar Rob Wijnberg kan het beter: het uitleggen van filosofische theorieën, zodat ze zelfs begrijpelijk worden voor zijn niet wijsgerig geschoolde medemens. Zoals vanouds blinkt hij uit in helderheid, toegankelijkheid en scherpzinnigheid, en onderbouwt hij zijn argumenten met tot de verbeelding sprekende voorbeelden.

Zo benadrukt hij dat we onderscheid zouden moeten maken tussen reële en gevoelde veiligheid door te verwijzen naar onze disproportionele angst voor terroristische aanslagen ten opzichte van alledaagse risico's (zoals een auto-ongeluk) en legt hij uit waarom algemeen geldende, idealistische principes eigenlijk niet bestaan: 'Je kunt je niet verenigen zonder anderen uit te sluiten (want waartoe verenig je je dan?), zoals je ook niet iedereen gelijk kunt behandelen (want wat doe je dan met mensen die discrimineren?).'

Het benaderen van actuele kwesties door middel van bestaande filosofieën brengt een moeilijkheid met zich mee. Door het nieuws van nu in een filosofisch kader te plaatsen, begeeft Wijnberg zich op een hellend vlak: de filosofische bronnen worden van hun academische context ontdaan en in veel simpelere bewoordingen op alledaagsere problemen toegepast. Maar in de tijd van René Descartes en Immanuel Kant waren er geen boerka's, dus is het wel terecht hun theorie tot een standpunt in de discussie daarover 'om te buigen'? Daar heeft Wijnberg rekening mee gehouden: 'Ik zou me in die kritiek kunnen vinden als ik niet een totaal andere kijk had op wat filosofie eigenlijk is. […] ik breng de filosofie overal waar ze is (het alledaagse leven) en verbindt haar met een academische bron (de boekenkast in de filosofiebibliotheek).' En daarmee is de kous af.

Willekeurisme

Het boek telt tien hoofdstukken met elk een thema dat bestaat uit een combinatie van een fenomeen en een 'isme'. Soms lijken de hoofdstuktitels de lading niet helemaal te dekken, bijvoorbeeld bij het stukje 'Drankprobleem? Vroeger was de mens non-stop aangeschoten', dat in het hoofdstuk 'Wetenschap & het scepticisme' is ondergebracht. Maar vooruit: zoals Wijnberg zelf al zegt geldt voor ieder isme nu eenmaal 'dat een eenduidige definitie moeilijk te geven is'.

Wat is de overeenkomst tussen Friedrich Nietzsche en Geert Wilders? Het zou de openingszin van een hele flauwe mop kunnen zijn. Wijnberg bewijst echter aan de hand van dit soort opmerkingen dat er geen betere manier is om de hectiek van vandaag te doorgronden dan met wat er door grote geesten is gedacht. En mijn tafelheer is Plato: leuk voor wie niet meer wil meedeinen in de waan van de dag, en wie de nrc.next de afgelopen drie jaar op woensdagochtend heeft gemist.

Anne-Martijn van der Kaaden studeert filosofie aan de Universiteit in Utrecht en volgt een minor Kritiek en Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Momenteel loopt ze stage bij athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum