Recensie: Woolfs rivier belopen als remedie

04 november 2011 , door Godeke Donner
| | | | | |

‘Wanneer het pijn doet,’ schreef Czeslaw Milosz, ‘gaan we terug naar zekere rivieren.’
Olivia Laing citeert hem aan het begin van haar boek Naar de rivier. Een reis onder het oppervlak (To the River, vertaald door Laura van Campenhout). Troostrijke woorden noemt ze het. De Ouse is voor haar zo’n rivier. Hij stroomt door Zuidoost-Engeland en mondt uit bij Newhaven, maar is vooral bekend omdat in 1941 de schrijfster Virginia Woolf zich erin verdronk. De zakken van haar bontjas had ze volgeladen met zware stenen en aan haar voeten had ze rubber laarzen waarmee ze, het was maart, het ijskoude water inliep.

De creativiteit van de wandelaar

Regelmatig spiegelt Laing haar gemoedsgesteldheid aan die van Woolf. Ook zij is in een crisis belandt want ze verliest haar baan en vrijwel tegelijkertijd haar geliefde. Ze besluit om tijdens de zonnewende aan een wandeltocht langs de rivier te beginnen, zesenzestig kilometer lang, van de bron in de South Downs naar de monding in het Kanaal. In haar boek roept Laing de kalme rivieroevers op die haar in een vorm van trance brengen. ‘Solvitur ambulando’ noemde Augustinus het al: door het lopen komt creativiteit vrij, of het nu is om literatuur te scheppen of mentale crises te bezweren. Creatief als een landschapsschilder:

‘De ochtend was op zijn best, vol en romig, en gehurkt in het korenveld genoot ik er met volle teugen van. Zeppelinachtige wolken uit het westen wierpen hun bolle schaduwen op de metallic glans van het blauwgroene graan. In de dubbele sloot waar het veld eindigde stond een hoog opgeschoten bloemenmassa in de overdaad aan kleuren en vormen van de kantlijnversiering in een middeleeuws manuscript.’

Met veelzeggende details schrijft Olivia Laing over de midzomerse natuur die ze onderweg tegenkomt. Ze spreekt duidelijk met kennis van zaken over de dieren- en plantenwereld. Van passages als deze zijn er vele:

‘In dit verdwijnende landschap viel één plant op: een levend fossiel dat alle regels tartte. De heermoes, uitbundig aanwezig in elke enigszins natte sloot op mijn route, stond hier al toen de Weald nog een tropisch moeras was, lang voordat de kalkheuvels van de Downs er waren. Als het ooit tot een nucleaire winter komt, zet ik mijn geld op de heermoes, die met zijn stijve loofkransen tussen het stof en de brokstukken zal opkomen zoals hij dat al tweehonderdertig miljoen jaar doet. De Esquisetum, zoals hij officieel heet, is de levende link tussen ons tijdperk en de dinosaurussen.’

Hierop volgt de boeiende geschiedenis van Gideon Mantell, verloskundige en geoloog die in het begin van de negentiende eeuw de sporen van een dinosaurus vond en aanvankelijk door niemand werd geloofd.

Stromende anekdotes

Naar de rivier is een wandeldagboek, maar het bevat ook veel historische en literaire anekdotes.  Er zijn nogal wat schrijvers die bij de Ouse hun inspiratie zochten. Virginia Woolf woonde er dus met haar man Leonard, evenals Iris Murdoch en haar man John Bayley. En Kenneth Grahame schreef er zijn beroemde boek De wind in de wilgen. Dat verweeft ze mooi in de structuur van het boek, meanderend als de Ouse. Als ze het biografische zijspoor van Grahame volgt, wiens halfblinde zoon zich voor een trein wierp, komt er daarna in gory detail de Slag van Lewes. Bijna 800 jaar geleden verpletterde Simon de Montfort hier de Engelse royalisten. Veel ridders van beide kanten verdronken daarbij met paard en al in de Ouse.

Zelf plonst Laing ook nu en dan in de rivier en op een snikhete dag bedenkt ze zich erbij hoe zo ook de liefdesrelatie tussen John Bayley en Iris Murdoch is begonnen. Het paar was nog jong, glipte het water in en naderhand droogden de geliefden zich af met Iris’ rok. Ook toen ze oud waren gingen ze nog het water in. John kleedde Iris, die inmiddels aan alzheimer leed, uit, en samen lieten ze zich rustig tussen de lelies zakken. Maar als hij haar eruit wil trekken, ‘staart ze hem met onverbloemde doodsnood aan’. Het is de laatste keer dat ze samen in de rivier zullen zwemmen.

Virginia en Leonard Woolf vertonen als echtpaar veel parallelle trekjes met Iris en John; in beide gevallen was de echtgenoot zelf een erudiete schrijver die zijn ambities ondergeschikt maakte aan het koesteren en beschermen van de wispelturige en briljante echtgenote.

Naar de rivier is behalve voor de rivier de Ouse zelf vooral een monument voor dat heel bijzondere echtpaar Woolf. Hun verbintenis was allesbehalve conventioneel. Leonard was de verzorger die een strakke dagelijkse regelmaat handhaafde om Virginia voor de waanzin te behoeden. Zij nam kalmeringmiddelen en ging door diepe inzinkingen. Leonard is wel eens afgeschilderd als een cipier die Virginia’s creativiteit om zeep hielp maar hier stelt Laing dat Virginia wel degelijk net zoveel intellectuele stimulans van Leonard ondervond als omgekeerd.

De Ouse was al bekend, door die zelfmoord, maar nu heeft ze ook een biografie. Een waardige biografie. Olivia Laing overtuigt je: het moet er werkelijk schitterend zijn.

Godeke Donner studeerde Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap en woonde onder andere in Madrid, Buenos Aires, Paramaribo en Jakarta.

pro-mbooks1 : athenaeum