Recensie: Aanstekelijk van A. via omwegen naar D.

30 november 2015 , door Liliane Waanders
| | | | |

In het spoor van Rosita Steenbeek heb ik mij in anderhalve dag van Amsterdam naar Delphi en weer terug gelezen. Zij fietste van A. naar D. met haar partner en deed in Amsterdam – Delphi. Op de fiets naar het orakel verslag van een tocht met hindernissen.
Het is een aanstekelijk boek: niet zozeer vanwege het verhaal en de hybride manier waarop dat verteld wordt, maar omdat het refereert aan dromen en verlangens die (bijna) iedereen heeft, maar niet iedereen durft of kan waarmaken. Rosita Steenbeek en Art Khachatrian zoeken het avontuur en gaan de confrontatie aan. Door liliane waanders.

N.B. 22 juni fietst Rosita Steenbeek langs Athenaeum Haarlem voor een meet & greet.

Dagboek zonder rustdagen

Amsterdam – Delphi. Op de fiets naar het orakel is een veelvormig boek. Het is een dagboek, een culturele reisgids, een soort biker manual en een liefdesverhaal, en dan zitten er ook nog fotokaternen in. Het is niet eenvoudig om het boek op zijn merites te beoordelen, want wat voor boek is het nu? Het ontleden en vervolgens analyseren van de afzonderlijke bestanddelen helpt.

Rosita Steenbeek en haar uit Armenië afkomstige partner, de fotograferende Art Khachatrian, doen er tweeënveertig dagen over om Delphi te bereiken. Bijna elke dag wordt er gefietst en elke dag wordt er geredetwist. Rustdagen kennen de twee niet en er wordt geen tijd ingecalculeerd om de bezienswaardigheden van historische of culturele betekenis die niet direct op de route liggen te bezoeken. Dat blijkt vooral Steenbeek te spijten. Haar partner is namelijk zo'n fietser die zijn doel via de kortst mogelijke weg zo snel mogelijk wil bereiken. Voor haar telt ook het onderweg zijn. Dat wringt en dat verbloemt ze dan ook niet.

‘Het plenst en ik wil gauw naar de volgende kerk.
Art is geïrriteerd. “Als je alle kerken van Italië wilt bekijken komen we nooit in Delphi.”
“Deze kerken horen bij de mooiste en beroemdste van de wereld.”
“Dan moet je naar Armenië.”
Midden in de regen krijgen we laaiende ruzie over kerken.
“Barbaar! En als ik alle fietswinkels van Italië moet bezoeken komen we er zeker wel?”
“Als ik niet over elk detail had nagedacht had je je fiets allang vernield. Met andere velgen had je je wiel gebroken, met een ander zadel geklaagd over pijn in je kont, en zonder dat ledlicht had je helemaal niks gezien.”
“En jij zakt door je fiets omdat je je buik volpropt met tiramisu!” schreeuw ik uit volle borst.’

Meer fietsen dan kijken

Dankzij de dagboekvorm kan Steenbeek het zich permitteren om verslag te doen zonder elk woord en elke zin op een weegschaaltje te leggen om het literaire gewicht te bepalen. Een dagboek vereist ook eerlijkheid en openhartigheid, en dat toont ze dan ook.

Het beschrijven van de door de mens in het landschap en de geschiedenis achtergelaten sporen houdt gelijke tred met het pedaleren. Niet alleen de schrijfster, maar ook de lezer wordt schoonheid onthouden. Als culturele reisgids blijft Amsterdam – Delphi in gebreke, de bedoeling van de schrijfster ten spijt.

Fietsen en liefhebben

Van de twee is Khachatrian de fietser en de aanstichter van deze reis. Hij wil zijn geliefde laten delen in zijn ervaringen – een initiatief dat door haar familie en vrienden met ontzetting begroet wordt. Hij fietst niet alleen graag en ver, hij weet ook alles van fietsen, onderdelen, gadgets, navigatiesystemen. Dat zal de lezer weten ook, het aantal merknamen en vaktermen is wel heel overdadig en Kachatrian is een pietje precies die alleen genoegen neemt met het beste van het beste. Als Steenbeek weinig respectvol met het materiaal omgaat, wijst hij haar keer op keer terecht.

Door dat vervolgens zonder terughoudendheid op te schrijven, wekt zij de indruk dat zij een karakter aan het uitvergroten is, een gevoel dat nog versterkt wordt door de manier waarop ze zijn liefde en respect voor alles wat leeft beschrijft.

‘Het zou een heerlijke haven geweest zijn, ware het niet dat de houten wanden zijn behangen met geweien en koppen van dieren. Ik kijk naar Art. Zijn blik is donker, hij gromt tegen me dat hij het jammer vindt dat dit het enige hotel is. Een jongeman wijst ons een stukje de weg naar onze kamer, en die voert door een ruimte vol geweren en door de ontbijtzaal waar Art meteen het kleine opgezette babyhertje ziet.
“Jullie Zwitsers zijn er trots op hè, dieren doodmaken,” zegt Art.
“Rustig maar,” zeg ik zacht.
“Weet je waar we in Nederland trots op zijn? Dat we bij kickbokswedstrijden alle Zwitsers meteen knock-out slaan.”
Hij zegt het in het Engels en ik weet niet of de jongen het begrijpt. Hij lacht wat glazig.
Ik begin maar snel over de tocht die we hebben afgelegd.’

Zijn botheid (al laat Steenbeek ook zien dat hij een andere kant heeft) en hun geruzie zijn met het afleggen van afstanden de constanten in Amsterdam – Delphi. De geliefden lijken het vaak zo fundamenteel met elkaar oneens — waarna hun wegen tijdelijk scheiden, ze zich steeds opnieuw verzoenen, vaak met een ijsje — dat je je afvraagt hoe zij ooit geliefden geworden zijn en of ze wel bij elkaar passen. Dat zijn vragen die ik helemaal niet wil stellen. Tenzij het om het liefdesleven van personages gaat of ik een persoonlijke biografie lees.

Aanstekelijk tot de finish

Na het wegen van de ingrediënten terug naar het geheel. De conclusie is dat Amsterdam – Delphi te veel tegelijk wil zijn. Bovendien is geen van de bestanddelen het beste dat er in zijn soort verkrijgbaar is. Ondanks die bezwaren wil je toch weten hoe het avontuur afloopt en erbij zijn als ze Delphi binnenrijden, en dat maakt dit een aanstekelijk boek. Het brengt in de verleiding om op de fiets te stappen om drieduizend kilometer zuidwaarts te eindigen. 

Liliane Waanders is (freelance) journalist en schrijft en spreekt over Nederlandse literatuur, afstand en adoptie.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum